Rappelabele toezeggingen Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Vooruitblik juli 2019)



Dit is het rappel vanaf 02-07-19 tot 02-01-20.

 




Toezegging Wijzigen percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal (34.031) (T02151)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Bijsterveld (CDA) en Kops (PVV), toe het percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal pas te wijzigen na discussie met de Kamers over de resultaten van de evaluaties.


Kerngegevens

Nummer T02151
Status voldaan
Datum toezegging 22 september 2015
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Huidige Verantwoordelijke(n) staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie
Kamerleden prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA)
A. Kops (PVV)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen Duitse taal
Engelse taal
Franse taal
onderwijstijd
Kamerstukken Aanbieden van onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal voor het primair onderwijs (34.031)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 8 - blz. 2

Mevrouw Van Bijsterveld: In het verlengde van het voorgaande roer ik graag nog twee punten aan, ten eerste het maximum van 15%. Dat maximum is niet in het wetsvoorstel vastgelegd maar wordt in een Algemene Maatregel van Bestuur geregeld. In afwachting van de resultaten van de pilot die nu loopt, wordt al nagedacht over een verhoging tot maximaal 50%. 15% is al ongeveer een dagdeel. Dat is vrij veel voor het primair onderwijs. Met 50% verandert het karakter van het primair onderwijs echt. Mijn fractie acht dit alleen verantwoord als deze Kamer van tevoren over dat voornemen wordt ingelicht, onder gelijktijdige overlegging van de resultaten van de uitkomsten van het daaraan ten grondslag liggende onderzoek. Mijn fractie is niet alleen geïnteresseerd in de resultaten van de beheersing van het Engels door leerlingen, maar ook in de Nederlandse taalvaardigheid en de in inhoud van de vakken die in een vreemde taal worden aangeboden. Is de staatssecretaris bereid om dat toe te zeggen?

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 8 - blz. 16

De heer Kops (PVV): Het deel van de onderwijstijd dat scholen naast het Nederlands, of het Fries in Friesland, in het Engels, Duits of Frans mogen geven, wordt door de staatssecretaris vastgesteld in procenten in een Algemene Maatregel van Bestuur. In eerste instantie zal dat maximaal 15% zijn. Dat is een percentage dat voortkomt uit een advies van de Onderwijsraad en uit het proefproject 15% vroeg vreemdetalenonderwijs. Waarom is er voor een AMvB gekozen? Betekent dit dat de staatssecretaris dit percentage wanneer hij maar wil naar believen kan aanpassen? Ik heb immers begrepen dat de Kamer over een aanpassing van het percentage slechts geïnformeerd zal worden. Wat zijn de verwachtingen van de staatssecretaris? Verwacht hij dat dit percentage gaat stijgen, en hoeveel dan? Is het ook mogelijk dat dit in de toekomst gaat dalen? Met andere woorden, wanneer en op basis waarvan zal de staatssecretaris beslissen dat percentage aan te passen?

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 11 - blz. 6

Staatssecretaris Dekker: Waarom hebben we ervoor gekozen om die 15% niet in de wet vast te leggen, maar in een AMvB? De heer Kops van de PVV stelde deze vraag. Wij hebben dat gedaan om het toekomstbestendig te maken. Wij kunnen nu bijvoorbeeld afwachten hoe de tweede pilot loopt en dan bezien of dat eventueel om iets andere percentages vraagt. Anders zou iedere wijziging daarvan weer een enorm wetstraject vragen. Zoals bekend kost dat veel tijd. Tegelijkertijd hebben de heer Kops en mevrouw Van Bijsterveld gevraagd: als die pilot straks afgelopen is, lezen we dan in het staatsblad terug dat het verhoogd is? Ik zeg de Kamer graag toe dat we altijd eerst met de resultaten van de evaluatie zullen komen, zodat er ook ruimte voor discussie is in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, voordat we zo'n stap zullen zetten.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Bekijken hoe de publieksvriendelijkheid van het CROHO kan worden verbeterd en de Kamer hierover te informeren (34.412) (T02421)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Bikker (ChristenUnie), toe te bekijken hoe de publieksvriendelijkheid van het CROHO kan worden verbeterd en de Kamer hierover te informeren.


Kerngegevens

Nummer T02421
Status voldaan
Datum toezegging 21 februari 2017
Deadline 1 januari 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen hoger onderwijs
leraren
Kamerstukken Bescherming namen en graden hoger onderwijs (34.412)


Uit de stukken

Handelingen I, 2016-2017, nr. 19, item 6, pagina 38-39

Minister Bussemaker:

(...)

In het kader van naamgeving vroeg mevrouw Bikker naar het CROHO. Natuurlijk bevat het CROHO elke geaccrediteerde opleiding met relevante informatie. Het is van belang voor studenten, werkgevers en anderen dat die informatie goed zichtbaar is. Ik erken dat daar verbetering mogelijk is, ook als het gaat om studiekeuze123.nl. Daar is die discussie opgenomen en goed toegankelijk, maar ik ben het eens met mevrouw Bikker dat de publieksvriendelijkheid van het CROHO kan worden verbeterd. Ik neem dit dus ter harte. Ik wijs er echter wel op dat dit tijd en inzet zal vragen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. Maar ik ben graag bereid om het verzoek van mevrouw Bikker om te bekijken hoe we de publieksvriendelijkheid kunnen verbeteren, ter harte te nemen. Ik waarschuw echter wel dat het door allerlei systeemaanpassingen enige tijd kan kosten.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik ben een geduldig mens, maar ik vind het wel prettig om te weten op welk moment, na al dat geduld, de minister het aardig in de lucht denkt te hebben.

Minister Bussemaker:

Misschien staat mevrouw Bikker mij toe om deze vraag aan het einde van de beantwoording in eerste termijn te beantwoorden. Ik kijk even naar mijn ambtenaren die dit beter kunnen beantwoorden dan ik dat nu kan. Dan zou u een niet goed onderbouwd antwoord krijgen.

Handelingen I, 2016-2017, nr. 19, item 6, pagina 42

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

(...)

Ik dank de minister voor de toezegging om het CROHO — ik raad iedereen aan die nu pas inschakelt, om het debat terug te kijken, want dan gaan zij allemaal ontdekken wat het inhoudt — te verbeteren. Ik hoor van haar wanneer zij dat gaat doen. Over de volkomen cyclus ben ik het echt oneens met de minister. Ik denk dat we een status quo krijgen met de huidige inrichting van het wetsvoorstel en dat het vernieuwing gaat belemmeren, behalve voor commerciële instellingen. Ik vraag haar met klem om op dat gebied een vinger aan de pols te houden.

Handelingen I, 2016-2017, nr. 19, item 6, pagina 44

Minister Bussemaker:

(...)

Mevrouw Bikker vroeg naar het wettelijke haakje. Daarover hebben we het al gehad. Zij vroeg ook naar het gemotiveerd afwijken, de open cyclus en de toezegging over het aanpassen van de CROHO-regeling. Het is voorzien dat de registers inzake onderwijs in 2018 worden gebouwd en in 2019 worden gerealiseerd. Het wordt stapsgewijs opgepakt. We starten met het mbo, maar er vindt nu al overleg plaats met scholen over de wijze waarop er precies moet worden geregistreerd. Er worden nu al belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Ik beschouw de oproep om dit vanaf het allereerste begin mee te nemen als een belangrijk aandachtspunt, zodat de gegevens van het CROHO goed toegankelijk worden.


Brondocumenten


Historie