T03537

Toezegging Afschrift onderzoek Inspectie Justitie en Veiligheid naar stalking (35.871)



De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks), toe dat een afschrift van het onderzoek door de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de praktijk rondom stalking aan de Kamer wordt gestuurd.


Kerngegevens

Nummer T03537
Status voldaan
Datum toezegging 14 februari 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden mr. G.V.M. Veldhoen (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen eergerelateerd geweld
femicide
huiselijk geweld
stalking
Kamerstukken Verhoging wettelijk strafmaximum doodslag (35.871)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 19, item 8 - blz. 30.

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

“Misschien om een klein steentje bij te dragen: zou het niet een idee zijn om elk geval van femicide te analyseren? Dan kun je bekijken wat er zowel in het sociale domein als in het justitiële domein aan voorafgegaan is. Op die manier kunnen we ook leren van casussen die zich hebben voorgedaan en kunnen we ook lessen trekken voor de toekomst. Zou de minister daarvoor voelen?”

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

“Zeker, want dat is wat je per definitie moet blijven doen. Dat is waarom ik de coördinatie van de minister voor Rechtsbescherming, die met die bredere aanpak kijkt naar onze rol vanuit de Justitieketen, maar ook de rol van de staatssecretaris van VWS bij elkaar probeer te brengen. Wat leren we er steeds van, is dan mijn vraag. Ik denk dat die lessen geleerd moeten blijven worden, als dat goed Nederlands is, zolang er slachtoffers vallen. Dat is wat ik net ook bedoelde. Het is goed om femicide hier als onderwerp te benoemen, maar als je er echt op wilt kunnen inzoomen om te leren over wat eraan vooraf is gegaan, dan moet je ook kijken naar stalking. Ik heb daar zelf een apart programma voor. Dat zijn we nu aan het toetsen, ook onafhankelijk, met de vraag of dat de beste stappen zijn. Daar kun je ook weer van leren. Ook naar eergeweld en huiselijk geweld moet je apart kijken, maar je moet het wel steeds weer bij elkaar brengen. Misschien is dit een wat lang antwoord om te zeggen dat ik het ermee eens ben. Het wordt door mijn collega's opgepakt en ik lever mijn bijdrage waar ik maar kan.”

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

“Kan ik dit opvatten als een toezegging dat het daadwerkelijk gaat gebeuren? Gaat bij die gevallen van femicide zowel dat sociale als justitiële voortraject in kaart gebracht worden om daar lering uit te trekken?”

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

“Jazeker. Als ik mag inzoomen op een onderdeel waarvoor ik zelf aan de lat sta en waar ik verantwoordelijk voor ben: de Inspectie Justitie en Veiligheid doet nu onderzoek naar de lessen die we hebben geleerd en geïmplementeerd in de praktijk rond stalking. Ik ga ervan uit dat daar aanbevelingen bij zitten. Dat zijn wellicht nieuwe, wellicht oude, maar die zullen we weer volop oppakken. Ik hoop dat ze het op die manier blijven monitoren, want zolang het voorkomt, kan onze aanpak beter, denk ik. Dat geldt dus voor al die domeinen. De coördinerend bewindspersoon, de staatssecretaris, brengt dat ook steeds bij elkaar. Vanuit mijn verantwoordelijkheid kan ik toezeggen dat ik met die aanbevelingen aan de slag ga. De inspectie is natuurlijk onafhankelijk en doet haar eigen onderzoek. Ik ben bereid om een afschrift of een kopie hiernaartoe te sturen. Dan komen we daar vast met elkaar over te spreken. En ik zal het ook zeker doorgeven aan mijn collega's.”

De voorzitter:

“Mevrouw Veldhoen, tot slot.”

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

“Ik stond hier voor dat laatste, want ik wilde de minister vragen om de Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op dit vlak. Dank voor die toezegging.”

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

“Zeker.”


Brondocumenten


Historie