T01337

Toezegging Beperking giftenaftrek ANBI's en SBBI's (32.504/32.505/32.401)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Essers, De Boer en Koffeman, toe dat de in het regeerakkoord genoemde bezuiniging door beperking van de giftenaftrek van ANBI’s en zogenaamde SBBI’s per 2013 niet zal worden uitgevoerd zoals geformuleerd in Kamerstuk 32417, nr. 15, pagina 65 onder 5. Er zullen geen negatieve effecten zullen optreden voor een sociaal belang behartigende instellingen die werkelijk bijdragen aan de samenhang van de samenleving. Wel zullen misbruik en oneigenlijk gebruik van faciliteiten voor SBBI’s worden tegengegaan. Tevens zegt de staatssecretaris toe dat nog uitgebreid met beide Kamers zal worden gesproken over de beperking van de giftenaftrek van ANBI's en SBBI's en de exacte invulling van de beoogde 40 mln. bezuiniging. Desgewenst doet hij dat middels een apart wetsvoorstel. erenigingen, zoals sport-, muziek- of toneelverenigingen, hoeven niet te vrezen dat die bezuiniging bij hen neerslaat.


Kerngegevens

Nummer T01337
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2010
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. R. de Boer (ChristenUnie)
dr. B. Böhler (GroenLinks)
Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
drs. N.K. Koffeman (PvdD)
prof. dr. F. Leijnse (PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen ANBI’s
Giftenaftrek
SBBI’s
Kamerstukken Overige fiscale maatregelen 2011 (32.505)
Belastingplan 2011 (32.504)
Fiscale verzamelwet 2010 (32.401)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 12 – blz. 15

De heer Essers (CDA):

Ik leg dit aan de staatssecretaris voor. Dit lijkt mij een zeer voor de hand liggend alternatief. Als er in de loop van de tijd fondsen zijn bijgekomen die eigenlijk niet passen binnen de doelstelling en je zou op die manier budgettaire ruimte vrijmaken om de heffingskortingen voor de goede fondsen te sparen, zou ik dat graag aan de staatssecretaris voorleggen en zijn mening daarover vernemen. Een laatste punt in dit verband ziet op de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. Vorig jaar heb ik met staatssecretaris De Jager bij de behandeling van de nieuwe schenk- en erfbelasting een intensief debat gevoerd over de definitie van algemeen nut beogende instellingen, de ANBI’s. Uitkomst van dat debat was dat in die gevallen waarin de doelstellingen van een instelling niet primair zijn gericht op de particuliere belangen van de leden, maar de doelstellingen en de feitelijke activiteiten zodanig zijn dat er sprake is van een culturele instelling, die instelling nog steeds kan kwalificeren als een ANBI. Dit is door de staatssecretaris nader ingevuld als ″het veelvuldig naar buiten treden, bijvoorbeeld bij regionale en landelijke evenementen, en zich daarbij richten op een publiek buiten hun eigen ledenkring of leefgemeenschap″. Toegezegd is verder dat repeteren onder het algemeen nut kan vallen als het repeteren is bestemd voor het naar buiten treden. Dit is van belang voor onder meer muziekverenigingen, schutterijen, koren en dergelijke. Ik heb begrepen dat door de overkoepelende federaties van muziekverenigingen in Nederland thans constructief overleg wordt gevoerd met de Belastingdienst over een zogenaamde omstandighedencatalogus op grond waarvan kan worden vastgesteld of een muziekvereniging aan de ANBI-vereisten voldoet. Van harte hoop ik dat dit overleg tussen de muziekwereld en de Belastingdienst tot een bevredigende uitkomst zal leiden.

Voor giften aan verenigingen die niet als ANBI kwalificeren, is thans alleen nog maar aftrek mogelijk als deze giften kwalificeren als periodieke giften, dat wil zeggen giften in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden, aan niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen verenigingen of daarvan vrijgestelde verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en die ten minste 25 leden hebben. Uit het regeerakkoord kan worden afgeleid dat het kabinet van plan is om deze periodieke giften aan de hier bedoelde verenigingen, niet zijnde ANBI’s, af te schaffen. De leden van de CDA-fractie staan zeer kritisch ten opzichte van dit voornemen van het kabinet. Graag vernemen deze leden dan ook van de staatssecretaris een nadere motivering voor dit plan. In het bijzonder zijn zij geïnteresseerd in de mogelijke effecten die effectuering van dit voornemen zou kunnen hebben voor al die verenigingen in de culturele wereld en de sportwereld, die veelal van vrijwilligers en dit soort giften afhankelijk zijn.

Handelingen I 2010-2011, nr. 12 – blz. 21-22

De heer De Boer (ChristenUnie):

Het particulier initiatief wordt tegengewerkt met de beoogde afschaffing van de heffingskorting op culturele beleggingen. Daarover hebben hiervoor ook al om monitoring gevraagd. Zowel het particulier initiatief als de betrokkenheid van de burger wordt sterk tegengewerkt. Dat komt aan de orde bij het afschaffen van de giftenaftrek voor SBBI’s. Dit betekent dat voor bijvoorbeeld zangkoren, muziek- en harmonieverenigingen – dan hebben we het nog niet eens over andere SBBI’s zoals kinderboerderijen – giftenaftrek vanaf 2013 voorbij is.

Op 2 december schreef de staatssecretaris voor OCW nog: ″Het regeerakkoord onderstreept het belang van amateurkunst.″ Dat stond op pagina 3 van stuk 32500-VIII, nr. 74. Uit het beoogde omgaan met SBBI’s spreekt het omgekeerde. Natuurlijk, ook wij weten dat de aftrekregeling van giften voor ANBI’s en SBBI’s verkeerd kan worden gebruikt. Als misbruik kan worden tegengegaan, is dat prima; graag zelfs. Levert dat geld op, dan is dat mooi meegenomen. Maar deze bezuiniging op amateurkunst zomaar laten meeliften, gaat onzes inziens te ver. We horen graag van de staatssecretaris of hij bereid is, deze maatregel ten aanzien van de SBBI’s zo niet uit te voeren.

Handelingen I 2010-2011, nr. 12 - blz. 23

De heer Koffeman (PvdD):

Waarom zouden we de aftrek van giften aan sociaal belang behartigende instellingen schrappen en de giftenaftrek voor Algemeen Nut Beogende Instellingen op de tocht zetten? Dit beleid is penny wise, planet foolish: alle fiscale maatregelen om duurzaamheid en sociale cohesie te bevorderen, worden achterwege gelaten of zelfs in de wielen gereden.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 – blz. 17

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik ga over op de giftenaftrek. De heer De Boer, de heer Essers en de heer Koffeman hebben daarover vragen gesteld omdat zij zorgen hebben rondom een passage in de financiële paragraaf van het regeerakkoord waarin staat dat de giftenaftrek wordt beperkt tot ANBI’s met renseigneringsplicht. De heer De Boer heeft dat punt in het licht geplaatst van de bezuinigingen op de podiumkunsten. Hij vraagt wat een en ander betekent voor fanfares, muziekgezelschappen en verenigingen die in een gemeenschap eigenlijk een heel belangrijke functie vervullen. Ik begrijp die vraag zeer goed. Allereerst wil ik voorkomen dat er spraakverwarring ontstaat. Ik duid daartoe de volgende begrippen. De ″SBBI″, sociaal belang behartigende instelling, heeft een vrijstelling in de Successiewet voor geschonken of vererfd vermogen. Voor giften aan een SBBI bestaat geen giftenaftrek. Wel bestaat giftenaftrek voor periodieke giften aan niet-Vpb-plichtige verenigingen met 25 of meer leden. Op de website van de Belastingdienst komt de SBBI niet voor in relatie tot de giftenaftrek maar wel in relatie tot het successierecht.

Ik ga graag wat nader in op de afspraak in het regeerakkoord over inperking van de giftenaftrek en de besparing die daarop gerealiseerd moet worden. Ik hoop dat ik daarmee de zorgen van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de Partij voor de Dieren kan wegnemen. Er is afgesproken dat de giftenaftrek wordt beperkt tot giften aan ANBI’s met renseigneringsplicht. De achtergrond daarvan is dat met de huidige giftenaftrek veel onbedoeld of onwenselijk gebruik mogelijk is. Dat heeft te maken met de wat opener ANBI-norm en de feitelijke criteria, zoals 25 leden of meer voor verenigingen. Dat leidt tot onwenselijk gebruik, waardoor bijvoorbeeld familieverenigingen die het geld niet aanwenden voor charitatieve, maar voor particuliere doelen naar de huidige wetgeving gebruik kunnen maken van de giftenaftrek. Dat kan uiteindelijk natuurlijk niet de bedoeling zijn. Een ander aspect is dat de periodieke giftenaftrek thans onbegrensd is en geen drempel heeft voor aftrek. Er is derhalve winst te behalen door de kring van begunstigden nader af te bakenen of door de aftrek te begrenzen. Ook wil ik de eenvoud van het systeem in het vizier houden.

Het is expliciet niet de bedoeling van het kabinet om de particuliere vrijgevigheid – met name de heer De Boer sloeg daarop aan – ten aanzien van verenigingen, zoals sport-, muziek- of toneelverenigingen, minder te stimuleren dan thans het geval is. Ook de fiscale stimulering voor giften aan ANBI’s staat geenszins, zoals de heer Koffeman vermoedt, op de tocht. Ik kan toezeggen dat ik niet alleen over bovenstaand voornemen, al dan niet binnen het kader van de Geefwet, maar ook over de exacte invulling van de beoogde 40 mln. bezuiniging uitgebreid met beide Kamers kom te spreken. Desgewenst doe ik dat middels een apart wetsvoorstel. Men kan mij daarbij houden aan de uitspraak dat ik het belang van genoemde verenigingen onderken; zij hoeven dan ook niet te vrezen dat die bezuiniging bij hen neerslaat. Ik hoop dat dit in elk geval de zorgen wegneemt van de sprekers die ik heb genoemd. Deze maatregel cumuleert dus niet met de andere door de heer De Boer genoemde bezuinigingen in de cultuursector.

[...]

De heer De Boer (ChristenUnie):

Ik kom kort terug op het vorige punt. In het regeerakkoord staat – ik heb gisteren het nummer en de pagina genoemd – dat de giftenaftrek wordt beperkt tot ANBI’s met renseigneringsplicht en dat dit per 2013 40 mln. moet opleveren. Betekent dit nu dat organisaties waar giftenaftrek mogelijk is maar die niet alleen betrekking hebben op cultuur – ik heb gisteren de kinderspeelplaatsen en de kinderboerderijen genoemd – geen negatieve gevolgen zullen ondervinden van deze voorgenomen maatregel? Betekent dit dus dat de omschrijving van deze maatregel veranderd is?

Staatssecretaris Weekers:

Dat klopt. Ik kan, om uw zorgen weg te nemen, toezeggen dat ik de omschrijving zoals die te vinden is in de financiële paragraaf, niet op die wijze zal uitvoeren. Ik zie andere mogelijkheden om met name onbedoeld en oneigenlijk gebruik in te dammen. Er worden nu ook giften afgetrokken niet alleen voor familieverenigingen, maar ook voor echte hobbyclubs en computerclubs. Ook in het lijstje met SBBI’s staan bijvoorbeeld computerclubs. Het is niet de bedoeling dat hobby’s van mensen via de fiscaliteit worden gesponsord. Maar voor een zaak die voor de een een hobby is, maar voor de rest van de gemeenschap een nadrukkelijke toegevoegde waarde heeft, is het wél de bedoeling dat een bepaalde stimulans recht overeind blijft staan.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 – blz. 39

De heer Essers (CDA):

De staatssecretaris heeft een heel belangrijke toezegging gedaan als het gaat om de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. Daarvan wordt oneigenlijk gebruik gemaakt en ik vind dat dergelijk oneigenlijk gebruik gericht moet worden aangepakt. Je moet de goedwillenden er niet onder laten lijden. Ik ben blij dat de staatssecretaris heeft gezegd dat de giftenaftrek niet in gevaar komt voor instellingen van algemeen nut en instellingen met een SBBI-status waarbij oneigenlijk gebruik niet te vrezen is. Dat is een belangrijke toezegging voor al die verenigingen die afhankelijk zijn van vrijwilligers en van giften van particulieren.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 – blz. 41

De heer De Boer (ChristenUnie):

De staatssecretaris heeft toegezegd dat de in het regeerakkoord genoemde bezuiniging door beperking van de giftenaftrek van ANBI’s en zogenaamde SBBI’s heeft per 2013 niet zal worden uitgevoerd zoals geformuleerd in Kamerstuk 32417, nr. 15, pagina 65 onder 5, voor de zekerheid noem ik het maar even precies. Er zullen geen negatieve effecten optreden voor een sociaal belang behartigende instellingen die werkelijk bijdragen aan de samenhang van de samenleving. Wel zullen misbruik en oneigenlijk gebruik van faciliteiten voor SBBI’s worden tegengegaan. Voor onze beide fracties is deze toezegging zeer belangrijk. Amateurverenigingen en vrijwilligers in steden en dorpen, vaak heel kleine dorpen, zijn hiermee zeer gediend. Dit is belangrijk, en wij zijn blij met deze royale en zeer duidelijke toezegging, zoals ik die nu heb geformuleerd.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 – blz. 47

Staatssecretaris Weekers:

De heren Essers en De Boer zijn ingegaan op de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. De heer De Boer heeft dit goed samengevat. Het is in elk geval niet de bedoeling dat de sociaal belang behartigende instellingen negatieve effecten zullen ervaren van een technische uitwerking in de financiële paragraaf van het regeerakkoord. De heer De Boer gaf de kinderboerderij en de kinderspeelplaats als voorbeeld. Die worden wel aangemerkt als zogenaamde SBBI en zijn daarmee vrijgesteld van alles wat betrekking heeft op het successierecht. Zij zijn echter niet vrijgesteld van de giftenaftrek omdat zij niet voldoen aan de norm van 25 leden van een vereniging. Die kanttekening wil ik hierbij plaatsen. Het gaat mij erom dat je fanfares, muziekgezelschappen, koren en verenigingen die weliswaar intern met elkaar repeteren maar die voor de samenleving van belang zijn omdat zij ook optredens verzorgen voor de lokale gemeenschap, niet raakt met een maatregel. De heer De Boer noemde deze voorbeelden ook in zijn eerste termijn. Misschien dat wij elkaar daarmee precies hebben gevonden op het punt dat wij allebei belangrijk vinden.


Brondocumenten


Historie