T01799

Toezegging Budget levensbeschouwelijke programma's (33.541)



De staatssecretaris van OCW zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kuiper (ChristenUnie) en De Vries-Leggedoor (CDA), toe het gesprek met de NPO aan te gaan over het budget voor levensbeschouwelijke programma's en de Kamer hierover vóór het zomerreces te informeren.


Kerngegevens

Nummer T01799
Status voldaan
Datum toezegging 5 november 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
G. de Vries-Leggedoor (CDA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen budget
levensbeschouwing
NPO
Kamerstukken Wijziging Mediawet 2008 inzake modernisering stelsel landelijke publieke omroep (33.541)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 6, item 4 - blz. 15

Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): In het huidige regeerakkoord is opgenomen dat het budget voor de zendgemachtigde kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, de zogenoemde 2.42-omroepen, komt te vervallen. De regering meent dat nu het budget komt te vervallen, er ook geen goede redenen meer zijn om de genootschappen als omroepinstellingen te handhaven. De systematiek van toekenning van zendtijd en budget aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag wordt met deze wet uit de Mediawet geschrapt. Levensbeschouwing blijft onzes inziens echter nadrukkelijk onderdeel van de publieke taak van de landelijke publieke omroep. De positie van levensbeschouwelijke programmering zal volgens de CDA-fractie dan ook een herkenbaar onderdeel moeten zijn van het programmabeleid en tot uitdrukking moeten komen in de beleidsplannen en de eventuele afspraken daarover in prestatieovereenkomsten. In de schriftelijke beantwoording bevestigde de staatssecretaris dit. Ook lazen we dat de staatssecretaris toezegde dat de – mede door onze partijgenoot Heerma – ingediende motie, die vroeg om reservering van 9 miljoen voor levensbeschouwelijke programma's, zal worden uitgevoerd. Daar zijn we blij mee.

Wel zouden we nog graag van de staatssecretaris vernemen of het minder bezuinigen, zoals afgesproken in het laatst gesloten akkoord, ook een positieve invloed heeft op het terrein van het programma-aanbod van de nu nog bestaande 2.42-omroepen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 6, item 4 - blz. 21

De heer Kuiper (ChristenUnie): Beslist niet tot onze vreugde wordt de zendmachtiging voor kerken en levensbeschouwelijke organisaties ingetrokken. De Mediawet biedt hier straks geen grondslag meer voor. Dat ze een zendmachtiging hadden was een vorm van erkenning van de rol die levensbeschouwing, religie speelt in de bezinning op wat zich in de samenleving afspeelt en op het leven in het algemeen. Het pluriforme en verschillige kwam hier nu juist tot uitdrukking en maakt duidelijk waarom er een publieke omroep moet zijn. Betrokken omroepen moeten zich nu voegen bij een van de zes of bij de NTR, en daar meedingen naar zendtijd. In de Tweede Kamer is inmiddels verzekerd dat minimaal 9 miljoen euro beschikbaar blijft voor levensbeschouwelijke programma's, maar de vormgeving ervan is nog onduidelijk. Kan de staatssecretaris hier meer over zeggen inmiddels?

In het Herfstakkoord is de aan de omroepen opgelegde bezuiniging van 100 miljoen met de helft teruggebracht. Kan dit ook leiden tot verzachting van de bezuinigingen op deze omroepen? Deze vraag is ook al door de CDA-fractie gesteld. Zou de bijdrage voor levensbeschouwelijke programma's van 9 naar bijvoorbeeld 12 miljoen kunnen stijgen of kunnen wij terugkeren naar 15 miljoen die Rutte-I hiervoor nog had gereserveerd? Hoe ziet de staatssecretaris de rol van de NPO in het algemeen om het inhoudelijke gat te vullen en aandacht te besteden aan levensbeschouwing en religie in het publieke domein?

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 6, item 11 - blz. 75

De heer Kuiper (ChristenUnie): Mevrouw De Vries heeft al aandacht besteed aan de levensbeschouwelijke, voorheen 2.42-omroepen, dat voor ons toch heel zwaar weegt, nogmaals, omdat ze hun zendmachtiging al kwijt zijn en dreigden hun hele positie kwijt te raken. Ik weet geen andere manier om dat aan de orde te stellen dan door toch maar wat bedragen te noemen. Ik denk dat het hun positie ten goede komt – die informatie heb ik van henzelf, dus van binnenuit – als voor een bepaald bedrag garant wordt gestaan. In het geheel van de begroting is 12 miljoen echt niet zo'n groot bedrag. Ik wil daarom graag de volgende motie indienen.

Motie

De voorzitter: Door de leden Kuiper, De Vries-Leggedoor, Gerkens, Thissen, Flierman en Terpstra wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de zendmachtiging van oude 2.42-omroepen is komen te vervallen en dat voor levensbeschouwelijke programma's een geoormerkt budget rest van 9 miljoen;

overwegende dat de betrokken omroepen onevenredig zwaar door de bezuinigingen getroffen zijn;

overwegende dat de door deze omroepen gemaakte levensbeschouwelijke programma's uitdrukking geven aan de pluriformiteit en kerntaak van de publieke omroep;

constaterende dat in het Herfstakkoord een bezuiniging van 100 miljoen is gehalveerd;

van mening dat de verzachting van de bezuinigingen ook ten goede moet komen aan het geoormerkte budget voor levensbeschouwelijke programma's;

verzoekt de regering, dit budget te verhogen naar 12 miljoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (33541).

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 6, item 11 - blz. 77

Staatssecretaris Dekker: Tot slot reageer ik graag op de motie-Kuiper/De Vries-Leggedoor (33541, letter E). Ik begrijp deze motie vanuit de standpunten van de indieners en kijkend naar de grote veranderingen die eraan zitten te komen, zowel budgettair als qua instituties en stelsel. Toch ontraad ik haar graag vanuit mijn positie. Om te beginnen is het niet per se nodig om in een zekerstelling te voorzien. Er is op dit moment een borging langs de wettelijke lijn. Levensbeschouwing blijft namelijk een taak van de publieke omroep. Er is met de motie die is aangenomen in de Tweede Kamer, ook al een eerste garantie verwezenlijkt. Dat is niet een plafond maar een minimumbudget. Ik wil graag het gesprek aangaan met de NPO over de vraag hoe die bij het concessiebeleidsplan kan komen tot een goede afweging. Wij moeten de NPO echter ook de ruimte geven die hem toekomt om te komen tot een balans in de totale programmering.

De heer Kuiper (ChristenUnie): Ik begrijp dus dat het een minimum is. Het bedrag zou dus inderdaad kunnen stijgen. Daarop is de motie natuurlijk ook gericht. Er moet een substantieel deel, een goede positie, blijven voor dit type programma's gemaakt door organisaties die dit vanbinnen uit kunnen. Het gaat hierbij maar om een heel beperkte stap van 9 miljoen naar 12 miljoen. Zou de staatssecretaris het gesprek met de NPO willen aangaan, melden dat hij dit in de Eerste Kamer heeft gehoord en vragen of de NPO dit kan toezeggen? Dat kan een andere weg zijn. Het gaat natuurlijk om de beweging die gemaakt wordt. De staatssecretaris suggereert zelf in zijn antwoord dat dit erin zit. Is er een mogelijkheid om op die manier samen een weg te vinden?

Staatssecretaris Dekker: Ik wil de heer Kuiper op dit punt enigszins tegemoetkomen, omdat de discussie over de 9 miljoen speelde op het moment dat wij nog uitgingen van een bezuiniging van 100 miljoen. Ik heb gezegd dat het een minimum- en geen maximumbudget is. Ik wil best het gesprek met de NPO aangaan, gehoord hebbend de beraadslaging in de Eerste Kamer, en bekijken wat tot de mogelijkheden behoort. Daarbij wil ik desnoods ook het bedrag meenemen. Je kunt daarbij nog zeggen dat ook dit geen minimum is. Ik zal daar dan op terugkomen zodra wij het concessiebeleidsplan hier bespreken. Wij doen het dan dus iets minder hard in de voorwaardelijke zin, maar om de indieners tegemoet te komen wil ik het meenemen in een gesprek met de NPO en de wens die hier leeft, overbrengen.

De heer Kuiper (ChristenUnie): Wanneer is dat? Van welke termijn spreken wij? De staatssecretaris zegt nu immers dat hij hierop terugkomt bij de bespreking van het concessiebeleidsplan.

Staatssecretaris Dekker: Ik zeg uit mijn hoofd dat het concessiebeleidsplan ongeveer over een jaar, of over twee jaar …

De heer Kuiper (ChristenUnie): Dat vind ik wel erg lang! Zouden wij hierover correspondentie kunnen voeren en zouden wij er iets over kunnen horen als de staatssecretaris dat gesprek heeft gevoerd? Twee jaar vind ik wel erg lang.

Staatssecretaris Dekker: Ja, dat begrijp ik. Dat is natuurlijk het moment waarop het totale concessiebeleidsplan echt klaar moet zijn. Laat ik het als volgt doen. Ik zeg de heer Kuiper toe dat ik het gesprek aanga en dat ik de Kamer in de aanloop naar het concessiebeleidsplan schriftelijk laat weten hoe het gesprek is verlopen en waar dat toe leidt. Dat kan voor het zomerreces en zal dus plaatsvinden in dit politieke jaar. Het is dan de opmaat voor het concessiebeleidsplan, dat in het jaar daarna wordt vormgegeven.

(...)

Stenogram 12 november 2013, p. 21

De heer Kuiper (ChristenUnie): Voorzitter. Mede namens de andere indiener, mevrouw De Vries van het CDA, houd ik de motie aan. De reden hiervoor is dat wat met de motie wordt beoogd, op dit ogenblik wordt besproken door de staatssecretaris. Hij voert daarvoor gesprekken met de NPO en zal ons daarover berichten. In afwachting daarvan lijkt het ons goed om de motie aan te houden.

De voorzitter: Op verzoek van de heer Kuiper stel ik voor, zijn motie (33541, letter E) aan te houden.


Brondocumenten


Historie