T03213

Toezegging Gesprek met medeoverheden (35.570 VII / 35.570 B / 35.570 C)



De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Koole (PvdA) en Verkerk (ChristenUnie), toe om in gesprek te gaan met medeoverheden conform de in de tweede kamer aangenomen motie-Özütok (35570 VII, 12) en in dat gesprek aandacht te besteden aan de ruimte voor differentiatie c.q. maatwerk waarbij in bestaande democratische structuren niet nog een extra gekozen laag wordt aangebracht.


Kerngegevens

Nummer T03213
Status voldaan
Datum toezegging 11 mei 2021
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Prof.dr. M.J. Verkerk (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen decentrale overheden
gemeenten
Kamerstukken Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021 (35.570 VII)
Begrotingsstaat provinciefonds 2021 (35.570 C)
Begrotingsstaat gemeentefonds 2021 (35.570 B)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 3, blz. 8

De heer Koole (PvdA):

Maar gelukkig werd vorig jaar op 15 oktober in de Tweede Kamer de motie-Özütok aangenomen, die de regering vraag met het oog op de kabinetsformatie met decentrale overheden in gesprek te gaan over een gedeelde probleemanalyse, mogelijke oplossingen et cetera. Kan de minister aangeven hoe het staat met de uitvoering van deze motie? Is er een gezamenlijk voorbereide agenda, zoals de Raad van State voor de kabinetsformatie voorstelt? De formatie is immers reeds lang begonnen.

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 36

Minister Ollongren:

Ik schetste net al dat de verkiezingen allemaal op verschillende momenten zijn. Als je de democratische legitimiteit op orde wilt hebben, moet je er dus voor zorgen dat de raden, de Staten en het parlement goed worden betrokken en geïnformeerd. Dat geldt ook daar waar iets hun eigenlijk overstijgt, zal ik maar zeggen. Op het moment dat zo'n samenwerking wordt aangegaan, moet voor degene die de volksvertegenwoordiger is inzichtelijk zijn wat zijn invloed daarop is; zowel aan de voorkant als gedurende de samenwerking. Dat moet je volgens mij goed borgen met elkaar. Daarom was ik net ook een beetje met de heer Koole in debat over de vraag wat we kunnen doen om hen daarbij te helpen en hun daarvoor meer handvatten te geven. Daarom kwam ik ook uit op de suggestie om mij dat gesprek met de medeoverheden te laten voeren, om te kijken wat er nodig is om dit inzichtelijker te maken.

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 37-38

Minister Ollongren:

Ik ben het ook met de heer Verkerk eens. Als de schaal van de regio en de gewenste regionale samenwerking, zoals de Raad van State zegt, de provincie is, waarom zou de provincie het dan eigenlijk niet doen? Daar zou ik zeer open voor staan. Dat betekent wel dat je de provincie misschien bepaalde taken en bevoegdheden geeft, inclusief de democratische controle daarop, die nu bij gemeenten liggen. Die discussie moet je dan voeren. De een vindt dat misschien een verbetering van democratische legitimiteit; bezien vanuit de Staten is dat denk ik ook zo, maar vanuit de gemeenteraden misschien weer niet. Het is niet makkelijk. Volgens mij is er geen pasklare oplossing. Ik denk alleen maar: ga nu uit van het huis van Thorbecke, laat ruimte voor differentiatie c.q. maatwerk en creëer niet nog een laag. Dus: probeer in dat huis van Thorbecke niet nog een laag toe te voegen of een tussenlaag aan te brengen. Ik denk dat ook de borging in de bestaande democratische structuren kan: de beide gekozen volksvertegenwoordigers zoals we ze kennen. Er hoeft niet nog een gekozen laag tussen te komen. Dit zou een nadere invulling kunnen krijgen in het gesprek met de medeoverheden, dat ik de heer Koole heb toegezegd, en waarin we samen kijken waar we dan uit zouden komen.

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 38

 

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Alvast hartelijk dank voor dit antwoord. Ik zou het fijn vinden als u mij inderdaad kunt toezeggen dat u dat zult meenemen in het gesprek dat u aan de heer Koole heeft beloofd. Voor mij gaan deze twee dingen namelijk samen: de integratie van verschillende dossiers/problemen en de democratische legitimatie. Het heeft ook te maken met de overweging die ik gaf in mijn bijdrage, namelijk dat datgene wat aan de top verkeerd ontworpen wordt, door de mensen op de werkvloer niet meer gerepareerd kan worden. Dat is een hele fundamentele, organisatorische wet, behalve als iemand heel krachtig is, zo krachtig dat hij mensen meekrijgt en de structuur gaat frustreren. Maar deze fundamentele overweging ligt hieraan ten grondslag.


Brondocumenten


Historie