T02365

Toezegging Hersteltermijn pensioenfondsen (34.550)



De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Barth (PvdA), Nagel (50PLUS) en Brinkman (CDA), toe haar per brief het tijdschema toe te sturen met betrekking tot het advies van De Nederlandsche Bank over de pensioenfondsen en het eventuele besluit van het kabinet naar aanleiding van het advies. De optie van verlenging van de hersteltermijn van tien naar elf jaar ligt hierbij op tafel.


Kerngegevens

Nummer T02365
Status voldaan
Datum toezegging 1 november 2016
Deadline 22 november 2016
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Drs. M.A.M. Barth (PvdA)
Mr.drs. L.C. Brinkman (CDA)
J.G. Nagel (50PLUS)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen hersteltermijn
pensioenfondsen
Kamerstukken Miljoenennota 2017 (34.550)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 5, item 6- blz. 18-19

Minister Rutte: Hoe zullen we omgaan met dreigende kortingen op de pensioenen? Feit is dat veel pensioenfondsen er op dit moment niet goed voor staan. De berichten vandaag zijn dat ze er weer ietsje beter voor staan, maar dat zijn van die week- en maandcijfers, net afhankelijk van ontwikkelingen op de beurs en anderszins. Feit is dat pensioenfondsen in veel gevallen nu al op zichzelf redelijke rendementen kunnen maken, maar daartegenover staan zeer grote verplichtingen. De lage rente beïnvloedt het opbouwen van pensioen op dit moment zodanig dat dat de verplichtingen simpelweg doet stijgen. Dat heeft ermee te maken dat heel veel pensioenfondsen met een grote mate van zekerheid toezeggingen doen, waardoor die verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de risicovrije rente. Die wordt zoals bekend vastgesteld door een onafhankelijke commissie. Wat kun je dan als overheid doen? Om te beginnen ervoor zorgen dat je niet de mensen die nu pensioen krijgen, zodanig bedient dat dat ten koste gaat van het potentieel voor toekomstige gepensioneerden om een goed pensioen te kunnen genieten. Heel belangrijk daarbij is — ik sluit me daarbij aan bij mevrouw Barth — het begrip solidariteit. Evenwicht tussen generaties is hier cruciaal. Daar moeten we scherp op letten.

In samenhang daarmee zijn er wel mogelijkheden. Zo heeft de staatsecretaris van SZW gezegd: we gaan kijken of we de hersteltermijnen iets kunnen verruimen. Die gaan dan van tien naar elf jaar. We kunnen alles dan iets meer uitsmeren. Half november komt DNB met een nieuwe rapportage over de positie van de fondsen, inclusief het effect van zo'n eventuele verlenging van de hersteltermijnen. Er wordt ook gekeken naar het effect op de verschillende generaties. Waarvoor ik hier echt wil waarschuwen, is dat we, zeker met de verkiezingen op komst, de fout maken om te zeggen: het gaat op de kortere termijn helemaal niet zo slecht met die fondsen, waarom moet dat nou streng worden beoordeeld? Juist het hele systeem dat we hebben, is op een punt cruciaal, namelijk dat we mensen die een pensioen opbouwen een zekere mate van waarschijnlijkheid kunnen blijven bieden dat ze uiteindelijk pensioen kunnen genieten. Met de huidige lage rentestanden en de bij veel pensioenfondsen nog steeds grote mate van zekerheid die wordt voorgespiegeld, moeten we er als overheid en als beide Kamers scherp op zijn dat we op de korte en de lange termijn de actieven en de gepensioneerden op een goede manier bedienen.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 5, item 6- blz. 47

Mevrouw Barth (PvdA): Wij zijn blij met de toezegging die de minister-president heeft gedaan over de verlenging van de hersteltermijn voor de pensioenfondsen van tien naar elf jaar. Dat geeft lucht aan de fondsen en tijd aan de politiek om naar de toekomst te kijken.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 5, item 6- blz. 53

De heer Nagel (50PLUS): Voorzitter. Ook wij danken de minister-president voor zijn antwoorden. Wij hebben een vraag aan hem over het betoog van mevrouw Barth. Al op 15 september pleitte de FNV voor acute maatregelen van het kabinet om te voorkomen dat de pensioenen van vele Nederlanders in 2017 gekort zouden worden. Gevraagd werd om de hersteltermijnen van pensioenfondsen te verlengen. Sindsdien is er niets gebeurd en hebben we er niets meer over gehoord. De Partij van de Arbeid, in de persoon van mevrouw Barth, zegt in deze tweede termijn blij te zijn met de toezegging dat de hersteltermijn van tien naar elf jaar wordt verlengd. Was dat inderdaad een keiharde toezegging of wordt er op dit moment slechts naar gekeken? Graag krijgen wij een duidelijk antwoord.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 5, item 6- blz. 55

Minister Rutte: Tegen mevrouw Barth van de Partij van de Arbeid moet ik, even opletten, heel scherp zeggen dat ik geen toezegging heb gedaan over het oprekken van de hersteltermijn. In november komt het onderzoek van DNB. In januari volgt er dan eventueel een besluit over of we dat ook gaan doen. Dat moet ik even scherp zeggen, want anders breng ik mevrouw Klijnsma in een onmogelijk parket. We gaan het in de komende tijd dus wel bezien aan de hand van het DNB-advies. Er volgt dan wel of geen besluit in januari.

De heer Brinkman.

De voorzitter: De heer Brinkman geef ik het woord.

Minister Rutte: Sorry, excuses!

De heer Brinkman (CDA): Dat ik een reactie vroeg voor de Algemene Financiële Beschouwingen is ingegeven ...

De voorzitter: Mag ik u ook vragen om een armlengte te nemen. Ja, heel mooi.

De heer Brinkman (CDA): ... door het feit dat de pensioenfondsen anders vlak voor kerst een besluit moeten nemen over indexatie of gedeeltelijke indexatie. Wanneer er een bijstelling van het kabinet naar aanleiding van de adviezen van de Nederlandsche Bank in het zicht zou komen, dan zou het beter zijn als we dat al zouden weten bij de Algemene Financiële Beschouwingen. Ik herhaal dat verzoek dus toch nog maar even met enige klem.

Minister Rutte: Ik weet het natuurlijk allemaal uit mijn hoofd, maar om ook de staatssecretaris erbij te betrekken, heb ik haar nog even geraadpleegd. Ik ga het goed formuleren. De Algemene Financiële Beschouwingen worden hier 22 november gehouden. Wij hebben in november dat advies. Dat gaat dus niet lukken. Het punt dat de heer Brinkman inbrengt, is heel terecht. Je wilt ook voorkomen dat pensioenfondsen toch gaan korten omdat ze te weinig tijd hebben gehad, terwijl het dadelijk niet nodig zou blijken te zijn. Ik kijk even naar de staatssecretaris, die hier achter mij zit. Zij zegt: ook als het in december of begin januari komt, is het nog op tijd voor de pensioenfondsen om te kunnen betrekken bij hun besluiten. Het is dus niet zo dat dadelijk pensioenfondsen mogelijk gaan korten terwijl blijkt dat dat niet nodig zou zijn geweest als die hersteltermijnen een jaartje worden opgerekt. Laat ik op dat punt toezeggen dat we dat tijdschema in een korte brief aan de Kamer nog even precies duidelijk maken. Zullen we dat doen? We sturen de beide Kamers dat precieze tijdschema nog even. Dat gaat dus over het advies van de Nederlandsche Bank en de reactie van het kabinet. Daaruit zal ook blijken dat, mocht een en ander leiden tot een oprekking van de hersteltermijn, dat op tijd is om te voorkomen dat pensioenfondsen toch gaan korten.

De heer Brinkman (CDA): Zodat wij ook de mogelijkheid hebben om er eventueel tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen op terug te komen.

Minister Rutte: Ja. En dat is natuurlijk mooi, want als we die brief nu sturen over dat stroomschema, kan dat wel tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen worden behandeld.

De heer Brinkman (CDA): Precies.

Minister Rutte: Inderdaad.

Mevrouw Barth (PvdA): Dan mag ik toch in elk geval hier vandaag wel vaststellen dat de optie van het oprekken van de hersteltermijn heel nadrukkelijk bij het kabinet op tafel ligt.

Minister Rutte: Zeker, zeker. Daar ben ik het helemaal mee eens.

(...)

Handelingen I 2016-2017, nr. 5, item 6- blz. 58

Minister Rutte: Immers, half november komt DNB met die rapportage, waarover ik net al iets zei. We hebben al afgesproken dat we zullen kijken naar verlenging van de hersteltermijnen met een jaar.


Brondocumenten


Historie