T03075

Toezegging Informeren over mogelijkheden beperkingen te stellen aan het gebruik van stikstofruimte in geval van beëindigingssituaties (35.633)



De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kluit (GroenLinks), Faber (PVV) en Janssen (SP), toe de Kamer in het voorjaar van 2021 te informeren over de mogelijkheden om in de toekomst wel beperkingen te kunnen stellen aan het gebruik van de stikstofruimte in het geval van beëindigingssituaties.


Kerngegevens

Nummer T03075
Status voldaan
Datum toezegging 14 december 2020
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
mr. R.A. Janssen (SP)
drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen stikstof
stikstofrechten
Kamerstukken Vervroegde beëindiging pelsdierhouderij (35.633)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 3.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

Daarbovenop is er de kwestie van de stikstofrechten. Ten principale vindt GroenLinks het gek dat, als we besluiten tot vervroegde sluiting, op dat moment deze rechten niet meteen zijn ingenomen. Immers, als we een fabriek sluiten, bijvoorbeeld vanwege het klimaatbeleid, kan Nuon die vergunde uitstoot van stikstof ook niet als verhandelbaar recht houden. Waarom zou dat bij een nertsenhouder anders zijn? Kan de minister uitleggen waarom zij de stikstofrechten niet meteen heeft ingenomen? De stikstofcrisis is een groot probleem. Is zij bereid dit alsnog te doen?

Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 4.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

(…)

Ik zet even de situatie op een rijtje. Nederland zit in het stikstofslot. Voor vrijwel alle activiteiten komt stikstof om de hoek kijken. De stikstofrechten die vrijvallen bij de beëindiging van de pelsdierhouderij mogen niet automatisch worden ingezet voor de nieuwe bedrijfsactiviteiten. Deze wil men linea recta teruggeven aan de schrale stikstofgevoelige natuur, en dat in een vruchtbare delta. Dat is vragen om moeilijkheden. Hoe ziet de minister in dit kader een doorstart voor de nertsenhouders met een ander soort bedrijf? Graag een reactie van de minister.

Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 5.

De heer Janssen (SP)

(…)

Ik vind het jammer dat we met deze regeling niet meteen een win-winsituatie hebben gecreëerd voor stikstof, zeker gelet op de discussie die we binnenkort in deze Kamer ook gaan hebben, tenminste als het morgen in de Tweede Kamer een meerderheid haalt. Kan de minister nog eens uitleggen, ook gelet op de maatregelen die er op het gebied van stikstof te nemen zijn, waarom zij er niet voor kiest die stap nu al te zetten? Daarbij in overweging nemend dat de Raad van State ruimte ziet voor een salderingsregeling indien de stikstofruimte ten goede komt aan de natuur. Graag een reactie van de minister op de vraag waarom we — om maar in de terminologie te blijven — deze koe niet nu bij de horens kunnen vatten.

Handelingen I 2020-2021, nr. 15, item 4, blz. 12.

Minister Schouten:

(…)

Mevrouw Kluit heeft vragen gesteld over de stikstofrechten. Er zijn meerdere leden die daarover vragen hebben gesteld. Ik hecht er dus aan om even de zaken op een rij te zetten zoals wij daaromheen zijn gelopen. Voor de nertshouders gelden dezelfde regels als voor andere sectoren voor wat de stikstofruimte betreft. Zij kunnen de stikstofruimte bij- voorbeeld gebruiken om zelf een doorstart te maken middels het zogenaamde intern salderen. Of zij kunnen, in de provincies waar dat is opengesteld, extern salderen met veehouderijbedrijven. Dan kan de ruimte aan een andere ondernemer beschikbaar worden gesteld, met een afroming van 30%, die ten goede komt aan de natuur.

Zoals u mogelijk heeft opgemerkt, had het wetsvoorstel in oorsprong het voornemen om een extra beperking aan het gebruik van de stikstofruimte van de nertsenhouders te geven. Dat hebben we als zodanig aan de Raad van State voorgelegd. De Afdeling advisering van de Raad van State zag bezwaren tegen extra beperkingen, met name omdat voor nertsenhouders dan andere regels zouden gaan gelden in vergelijking met andere sectoren. De Raad van State heeft geadviseerd om de beperkingen aan het gebruik van de stikstofruimte te schrappen uit het wetsvoorstel. Wij hebben daarna besloten om dat te doen. Ik heb wel gezegd — en dat staat ook in de nota naar aanleiding van het verslag — dat ik de mogelijkheden bekijk om in de toekomst wel beperkingen te kunnen stellen aan het gebruik van de stikstofruimte in het geval van beëindigingssituaties. Dat zou bijvoorbeeld via de provinciale beleidsregels vormgegeven moeten worden. Ik zal de Tweede Kamer en ook uw Kamer hierover in het voorjaar van 2021 informeren.

Dat is dan ook meteen antwoord op de vraag van mevrouw Kluit waarom ik dit niet heb gedaan. Omdat de Raad van State zei: je kunt de zaken niet anders behandelen dan bij andere bedrijven. Dat advies heb ik opgevolgd. We kijken hoe we in voorkomende gevallen toch nog een eigenstandige regel kunnen maken om dit wel te kunnen doen.


Brondocumenten


Historie