T02610

Toezegging Kamer schriftelijk informeren over richtinggevend perspectief herziening stelsel van de rechtsbijstand (34.775 VI)



De Minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Strik, Baay-Timmerman en Vlietstra, toe de Kamer snel na de zomer, voor Prinsjesdag, schriftelijk te informeren over het richtinggevend perspectief voor de herziening van de rechtsbijstand.


Kerngegevens

Nummer T02610
Status voldaan
Datum toezegging 22 mei 2018
Deadline 1 oktober 2018
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden Mr. M.H.H. Baay-Timmerman (50PLUS)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
J.G. Vlietstra (PvdA)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen herziening
rechtsbijstand
Staat van de rechtsstaat
stelsel
Kamerstukken Begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2018 (34.775 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 3, pg. 11

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik refereerde zojuist al aan andere factoren die de toegang tot de rechter beperken. Deels betreft het de verhoging van de griffierechten, maar het betreft ook de beperkte toegang tot de rechtsbijstand. Ik denk aan kleine ondernemingen en in elk geval zzp'ers voor wie een rechtsbijstandsverzekering een te hoge drempel vormt. Maar ook andere groepen rechtszoekenden met een laag inkomen lopen aan tegen een beperkte toegang tot gefinancierde rechtsbijstand. De regering heeft in het coalitieakkoord geschreven dat geen enkel rechtsgebied wordt uitgezonderd van de rechtsbijstand, en dat is winst. Maar wat betreft de omvang en de criteria tasten wij nog in het duister. Volgens het regeerakkoord moet herziening van de rechtsbijstand binnen de bestaande budgettaire kaders blijven. Daar lijkt zich een probleem voor te doen. De commissie-Van der Meer concludeert immers dat er sprake is van ernstig achterstallig onderhoud in de gefinancierde rechtsbijstand. Als het aantal toevoegingen niet afneemt, zal het budget fors omhoog moeten om de beloning op peil te houden. De minister heeft eind november vorig jaar laten weten zes maanden uit te trekken voor een nader overleg en verkenning met het veld. Wat heeft dit tot nu toe opgeleverd en welke maatregelen kunnen we verwachten? Is het uiteindelijk niet toch een politieke keuze die moet worden gemaakt voor een toegankelijk stelsel van rechtsbijstand, een keuze die misschien onvermijdbaar geld kost?

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 3, pg. 15

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

De bezuinigingen van de afgelopen jaren op het systeem van gefinancierde rechtsbijstand eisen hun tol. In het rapport van Herman van der Meer, president van het gerechtshof Amsterdam, getiteld Andere Tijden komt helder naar voren dat de sociale advocaten veel meer werk hebben aan zaken dan waarvoor ze betaald krijgen. Het gevolg is leegloop uit de sociale advocatuur. De NRC schreef op 17 mei jongsleden: "Kabinet onderschat diepte van de crisis in de rechtshulp". Onze fractie vraagt aan de minister hoe hij denkt deze crisis op te lossen.

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 3, pg. 20

Mevrouw Vlietstra (PvdA):

Op de vraag over de hoogte van de vergoeding voor de sociale advocatuur is antwoord gegeven door de commissie-Van der Meer. Die komt tot de conclusie dat de vergoeding beneden de maat is en dat ten minste 127 miljoen euro extra nodig is om advocaten die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de gefinancierde rechtsbijstand, een redelijk inkomen te garanderen en — zeg ik erbij — te behouden voor de sociale advocatuur. In de deskundigenbijeenkomst hebben we kunnen horen dat de sociale advocatuur leegloopt en dat kantoren omvallen omdat ze het financieel niet redden. Twee weken geleden schortte de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland het overleg met de minister op omdat ze geen vertrouwen meer heeft in de uitkomst van de gesprekken, nu de minister vasthoudt aan zijn standpunt dat er geen geld bijkomt. "Het systeem stort in, steeds meer gepassioneerde advocaten stoppen met het verlenen van gefinancierde rechtsbijstand", aldus de VSAN in haar persbericht. Dat klinkt buitengewoon ernstig. De nood is hoog. Is de minister dat met ons eens? Wanneer komt hij nu eindelijk met zijn visie op de gesubsidieerde rechtsbijstand en de financiering daarvan?

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 39

Minister Dekker:

Dan de rechtsbijstand. U hebt daarover de minister-president al behoorlijk aan de tand gevoeld op 4 december. Daarbij ging het met name over de uitvoerbaarheid van het rapport van de commissie-Van der Meer binnen de bestaande financiële kaders. De minister-president heeft toen aangegeven dat er een brief zou komen. Die kunt u snel na de zomer ontvangen. Daarin wil ik een richtinggevend perspectief schetsen op de herziening van het stelsel van de rechtsbijstand en voor de consequenties die dat heeft voor het huidige stelsel. Een aantal leden daagde mij uit: licht nu al eens een tipje van de sluier op. Dat doe ik graag. Mijn doel bij de herziening van het stelsel is dat wij enerzijds de rechtzoekende een snelle, laagdrempelige en adequate oplossing van haar of zijn geschil bieden, maar anderzijds de betrokken professional, de advocaat, een adequate vergoeding geven. Ik haal die twee elementen even naar voren, omdat ze de bandbreedte aangeven waarbinnen wij tot een adequaat stelsel willen komen. Ik zeg heel nadrukkelijk "we", want op dit moment vinden er echt met heel veel partijen, ook met de advocatuur, allerlei gesprekken en sessies plaats om te komen tot een herontwerp en tot de ontwikkeling van nieuwe ideeën.

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 48

Mevrouw Vlietstra (PvdA):

De rechtsbijstand. Daarvan zegt de minister dat hij na de zomer met een richtinggevend perspectief komt. Nou is "na de zomer" een rekbaar begrip. Dus misschien kan de minister daar iets preciezer over zijn. Ik zeg dat ook omdat mijn beeld is dat de urgentie hoog is. Niet voor niks heeft de VSAN twee weken geleden het overleg met deze minister opgeschort. Dus voelt de minister die urgentie en kan hij iets exacter aangeven wanneer oplossingen te verwachten zijn? In dat kader heeft hij het ook gehad over het belang van aandacht voor de positie van lagere inkomensgroepen. Mag ik dat uitleggen als een toezegging dat u binnen dat richtinggevend perspectief — ik vind dat een wat onmogelijk woord, maar het zijn uw woorden — rekening houdt met de positie van lage inkomens?

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 54

Minister Dekker:

Dan de brief over de rechtsbijstand na de zomer. Het klopt dat dat ruim is geformuleerd, maar als ik erachter plak "voor Prinsjesdag", is het een overzienbare periode. Dat is in ieder geval onze ambitie.

Dan is gevraagd naar ons perspectief: houden we in de contourennota voor het nieuwe stelsel voor rechtsbijstand rekening met de lage inkomens? Jazeker, daar is de rechtsbijstand natuurlijk ook vooral voor bedoeld, dus dat zal ik daar expliciet in meenemen.


Brondocumenten


Historie