T01302

Toezegging Notitie kabinetsstandpunt Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Raad van Europa (32.502)



De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Engels (D66), toe de Kamer een notitie over mensenrechten, i.c. een uitvoerig kabinetsstandpunt over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en over de Raad van Europa, te doen toekomen, met bijzondere aandacht voor de 'margin of appreciation' en de positie van het Comité van Ministers.


Kerngegevens

Nummer T01302
Status voldaan
Datum toezegging 19 april 2011
Deadline 1 juli 2011
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. mr. J.W.M. Engels (D66)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Europees Hof voor de Rechten van de Mens
EVRM
Raad van Europa
Kamerstukken Kabinetsbeleid mensenrechten EVRM (32.502 / 32.500 V) slot-icoon
Staat van de Europese Unie 2010-2011 (32.502)


Uit de stukken

Handelingen I 2010/11, nr. 26, item 5, blz. 48

Minister Rosenthal:

Ik wil op dit ogenblik enigszins terughoudend zijn, omdat de Kamer nog een uitvoerig standpunt van de Nederlandse regering krijgt over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en over de Raad van Europa. Dat standpunt komt niet alleen van mij, maar van de hele regering. Daarbij speelt mijn collega van Veiligheid en Justitie een grote rol. Ik refereer aan vorig jaar, toen over dit onderwerp in de Eerste Kamer is beraadslaagd in nadrukkelijke aanwezigheid van de toenmalige minister van Justitie. Bij al dat soort zaken volgt de regering de discussie over het Hof nauwgezet. Deze discussie is recentelijk weer opgelaaid. Ik loop niet vooruit op deze discussie, maar wil nu wel een paar contouren schetsen.

De heer Engels (D66):

Ik ben buitengewoon nieuwsgierig naar het standpunt van de regering. 

Handelingen I 2010/11, nr. 26, item 5, blz. 49

Minister Rosenthal:

Ik houd mij bij de eerste, zeer beknopte contouren die ik nu kan meedelen. Dat doe ik zeer beknopt, omdat de regering hierover nog nader zal spreken en met een uitvoeriger standpunt naar de Tweede Kamer zal komen. Om iedere zorg weg te nemen, meld ik dat dit standpunt naar de Tweede Kamer zal gaan, maar ongetwijfeld ook de Eerste Kamer zal bereiken.

De voorzitter:

Kan de minister toezeggen dat hij op korte termijn deze notitie over de mensenrechten aan de Staten-Generaal stuurt, waarbij de Eerste en de Tweede Kamer uiteraard gelijkwaardig behandeld dienen te worden? Dan kunnen wij het debat nu redelijk beperkt houden en krijgt de Eerste Kamer de mogelijkheid om er een vervolg aan te geven op het moment dat de regering haar notitie heeft uitgebracht.

Minister Rosenthal:

Dat is een uitstekende lijn. Ik kan niet de precieze datum noemen waarop de ministerraad zal bevallen van de bedoelde uitvoerige notitie. Maar dat het niet eindeloos zal duren, moge duidelijk zijn. We zitten er namelijk al middenin.

De voorzitter:

Dit zou kunnen betekenen dat de Eerste Kamer in deze samenstelling dit debat nog zou kunnen voeren. Dan heeft de regering nog ruim vijf weken de tijd om de Eerste Kamer deze notitie te doen toekomen. Als de minister op dat punt een inspanningsverplichting op zich kan nemen, dan zou dat zeer welkom zijn.

Minister Rosenthal:

Een inspanningsverplichting neem ik altijd graag op mij. Of deze gelijkstaat aan een resultaatverplichting weet ik echter nog niet. Ik zal het signaal dat ik krijg nadrukkelijk in de ministerraad inbrengen.

Handelingen I 2010/11, nr. 26, item 5, blz. 50

Minister Rosenthal:

Ik ga op dit moment niet in op casuïstiek. Het antwoord op de vraag of wij in de notitie die wij aan de beide Kamers sturen wel zullen ingaan op casuïstiek, houd ik nog even bij mij. Ik kan daar op dit ogenblik geen toezegging, of meer, over geven. Ik wil vooral tegen deze Kamer zeggen dat de margin of appreciation en de positie van het Comité van Ministers de centrale punten zijn die volgens de regering spelen. 


Brondocumenten


Historie

  • 25 januari 2012
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
    Opmerking: De commissie beschouwt de toezegging als voldaan.
    documenten:
  • 19 april 2011
    nieuwe status: openstaand
  • 19 april 2011
    toezegging gedaan