T01114

Toezegging Overstap van oude naar nieuwe regeling (31.780)



De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van de motie-Westerveld c.s. toe, dat op een later tijdstip - als de overstap van de oude naar de nieuwe regeling mogelijk wordt- zal worden bezien hoe de Wajong’er die overstapt de mogelijkheid kan worden geboden om op die keus terug te komen. De Kamer wordt van de verdere voortgang in kennis gesteld.


Kerngegevens

Nummer T01114
Status voldaan
Datum toezegging 24 november 2009
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden dr. M. Westerveld (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen arbeidsparticipatie
overgangsregeling
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Kamerstukken Bevorderen participatie jonggehandicapten door werk en arbeidsparticipatie (31.780)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 10 – blz .305 en 306

Minister Donner:

Over de overgangsregeling is ook een motie ingediend. Ik ben mij bewust van de formulering. Mag ik daar toch dit naast plaatsen? De normale figuur bij  overgangsregelingen is dat mensen in de oude regeling door de wetgever, zonder dat ze een keuze hebben, onder de nieuwe regeling worden gebracht. Het uitzonderlijke in deze situatie is dat wij een keuze bieden. Ik heb al aangegeven wat de motieven zijn. Daarmee is minder goed verenigbaar de mogelijkheid dat men kan kiezen om weer terug te vallen, zeker vanwege de fundamenteel betere bijverdienmogelijkheden in de nieuwe regeling en de situatie na het bereiken van de 27-jarige leeftijd of een stabiele situatie. Het enige wat daartegenover staat, is een grotere drang voor de arbeidsinschakeling. Wij kunnen minder goed werken als men op ieder moment kan kiezen of men weer terug wil in de oude regeling. Mevrouw Westerveld zegt dat het binnen zes maanden is. Als men het binnen zes maanden doet, dan betekent het dat men nooit meer kan kiezen om naar de nieuwe regeling te gaan of, als men dat doet, dat men opnieuw terug kan stappen. Het is uitzonderlijk dat wij zo lang twee regelingen naast elkaar laten bestaan. Dat hangt samen met het feit dat de ingroeimogelijkheden de essentie van de nieuwe regeling zijn en dat wij het niet meer kunnen waarborgen voor het bestaande bestand. Er moet op een gegeven moment wel gekozen worden. Nu ben ik mij ervan bewust dat wij het hebben over een situatie die pas werkelijkheid wordt als wij op basis van de ervaringen met een nieuwe regeling kunnen constateren dat wij het aan kunnen. Als wij ondanks de bedenkingen, van onder anderen de heer Thissen, de werkgevers kunnen vinden en die ondersteuning kunnen bieden, dan bieden wij die mogelijkheden. Ik vind het logischer om dat punt in aansluiting op de uitleg van mevrouw Westerveld onder ogen te zien als wij aan de AMvB toe zijn. Voordat die aan de orde komt, kunnen wij kijken in hoeverre de mogelijkheid die mevrouw Westerveld wenst, gerealiseerd kan worden en op welke wijze dat het beste gedaan kan worden. Dat is beter dan dat wij nu tegenover elkaar komen te staan over een theoretische situatie die zich niet onmiddellijk zal voordoen.

Mevrouw Westerveld (PvdA):

Dank voor de toezegging. Ik begrijp dat de minister zegt dat dit punt terugkomt en dat de Kamer hierover geïnformeerd zal worden. Hij heeft de boodschap verstaan en weet wat ongeveer de bedoeling is. Ik voeg er nog aan toe dat het niet mijn bedoeling is om een regeling tot achter de komma uit te lijnen. Daarom staat er ook het woord ″bijvoorbeeld″ in. Is dat overgekomen?

Minister Donner: Ik ben mij bewust van uw zorgen en die van de andere indieners. Ik heb aangegeven dat er meer fundamentele aspecten aan de orde zijn, ook met betrekking tot de overgang, en dat het geen vrije keuze kan blijven. Ik heb toegezegd dat wij, mijn opvolger of ik, op dit punt zullen terugkomen voordat wij aan de AMvB toekomen, vooral ook in het licht van de ervaringen die wij dan hebben en met het oog op de manier waarop wij dat doen. Dan zullen wij bekijken in hoeverre daaraan voldaan kan worden, dan wel of wij daar eventueel op andere wijze een mouw aan kunnen passen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 11 – blz. 316

Mevrouw Westerveld (PvdA):

In het debat van de vorige week heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten dat hij in beginsel niet onwelwillend staat tegenover de constructie waar in deze motie om wordt gevraagd, namelijk dat een Wajong’er die overstapt van het oude naar het nieuwe regime in zekere gevallen een beperkte tijd krijgt om op die keus terug te komen. Hij heeft ons laten weten dat de vraag hoe die variant het beste kan worden uitgewerkt, zal worden bezien door hem of door zijn opvolger op het moment dat dit actueel wordt, dus als de overstap van oud naar nieuw mogelijk wordt. Hij heeft ten slotte toegezegd dat de Kamer tijdig van de verdere voortgang op dit onderdeel in kennis zal worden gesteld. Onder die omstandigheden heeft mijn fractie geen behoefte om deze motie thans in stemming te brengen. Wij willen deze dan ook tot nader order aanhouden.


Brondocumenten


Historie