26.865

Initiatiefvoorstel-Van de Camp inzake de bestrijding van wapengeweld



Dit initiatiefvoorstel van het lid Van de Camp (CDA) wijzigt de Gemeentewet en de Wet wapens en munitie met het oog op het toenemende wapengeweld in de samenleving.

Het voorstel voorziet in een tijd- en gebiedgerichte aanpak door burgemeesters de mogelijkheid te bieden voor een bepaalde tijd veiligheidrisicogebieden aan te wijzen. Binnen deze gebieden kan dan door de politie preventief gefouilleerd worden en kunnen vervoermiddelen en bagage op de aanwezigheid van wapens onderzocht worden.

Het voorgestelde regime mag enkele dagen maar ook enkele weken duren en de officier van justitie en de rechter-commissaris spelen geen rol bij het fouilleren. In die zin gaat het voorstel verder dan het door het kabinet ingediende wetsvoorstel ter bestrijding van wapenbezit en wapengeweld (27.605). Ook is er een relatie met wetsvoorstel (27.611) dat het door de politie preventief controleren van vervoermiddelen op de aanwezigheid van wapens beoogt mogelijk te maken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 5 juli 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 mei 2002 zonder stemming aangenomen. De fractie van GroenLinks is daarbij aantekening verleend.

De wet is opgenomen in Staatsblad 420 van 20 augustus 2002.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 459PDF-document van 10 september 2002.


Kerngegevens

ingediend

29 oktober 1999

titel

Voorstel van wet van het lid Van de Camp tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet wapens en munitie in verband met de bestrijding van wapengeweld

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten

7