Dit wetsvoorstel verleent de Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden (HCNM) - een onder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) ressorterende instelling - binnen Nederland rechtspersoonlijkheid. Tevens kent het de HCNM en diens functionarissen privileges en immuniteiten toe ter wille van een onafhankelijke functie-uitoefening. Van immuniteit kan afstand worden gedaan indien de rechtsgang in het gedrang zou komen.

Op grond van deze rechtspersoonlijkheid heeft de HCNM het recht verbintenissen aan te gaan, in rechte op te treden en roerende en onroerende zaken te verwerven en te vervreemden.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 12 september 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 oktober 2002 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 580 van 5 december 2002.


Kerngegevens

ingediend

19 juni 2000

titel

Bepalingen inzake rechtspersoonlijkheid, privileges en immuniteiten van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden (Wet HCNM)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Hoofdlijnen

Het is gebruikelijk dat privileges en immuniteiten worden vastgelegd of aangepast middels een verdrag (een zetelovereenkomst) tussen Nederland en de desbetreffende (instelling van een) internationale organisatie die zich in Nederland vestigt of heeft gevestigd.

De OVSE is echter geen volkenrechtelijke organisatie met (volkenrechtelijke) rechtspersoonlijkheid waardoor ook het sluiten van een zetelovereenkomst niet mogelijk is. Daarom moet worden gekozen voor toekenning van privileges en immuniteiten bij wet.


Documenten

1
  • 12 september 2002
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 98: blz. 5769