29.244

Wijziging Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de vestigingsplaats van een opleiding



Dit wetsvoorstel wijzigt in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) de regeling van de vestigingsplaats van de instellingen voor hoger onderwijs en de daarmee samenhangende regeling van het verzorgen van één of meer opleidingen buiten de vestigingsplaats van de instelling.

Met dit voorstel krijgt de minister de mogelijkheid om ondoelmatige nevenvestigingsplaatsen van opleidingen in het hoger onderwijs te sluiten. Niet langer is de vestigingsplaats van de instelling, maar de plaats waar de opleiding wordt verzorgd, het uitgangspunt. Hierbij kunnen dat ook de "slapende opleidingen" (geregistreerde opleidingen waaraan geen studenten zijn ingeschreven) worden betrokken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 2 juni 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 juni 2004 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 321 van 15 juli 2004.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 398 van 19 augustus 2004.


Kerngegevens

ingediend

11 oktober 2003

titel

Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van de regelgeving inzake de vestigingsplaats van een opleiding

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de onderscheiden artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Documenten

1
  • 2 juni 2004
    stemming (aangenomen, voor: SP, PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF) Handelingen TK 2003/2004, nr. 79, blz: 5094