30.693

Harmonisatie uitkeringsrechten Tweede Kamerleden en openbaarmaking nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties voor leden van de Staten-Generaal en Europarlementariërs



Dit wetsvoorstel voert een beloningsstructuur in voor politieke ambtsdragers van wie de rechtspositie bij wet wordt geregeld. Hierdoor wordt de schadeloosstelling van de leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de leden van het Europees Parlement aangepast. Het ministersalaris wordt gebruikt als uitgangspunt voor de berekening van de hoogte van de beloning. De rechtspositiebesluiten van de politieke ambtsdragers bij de decentrale overheden en de kostenvergoedingen voor ministers en staatssecretarissen zullen bij Algemene Maatregel van Bestuur worden gewijzigd.

Met dit voorstel wordt ook een systematiek van vaste kostenvergoedingen en regels ten aanzien van terugstorting en verrekening van neveninkomsten voor de Kamerleden en leden van het Europees Parlement vastgesteld. De schadeloosstelling van de leden van het Europees Parlement is gekoppeld aan de vergoeding van de leden van de Tweede Kamer. Deze koppeling verdwijnt bij het van kracht worden van het Statuut voor leden van het Europees Parlement in 2009.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 30.693, A) is op 15 oktober 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, minus het lid Remkes, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 maart 2010 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 122 van 23 maart 2010.

De Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ heeft bij brief van 27 november 2009 de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd om een novelle waarmee in de wet een buitenlandvergoeding voor senatoren die deelnemen aan internationale parlementaire assemblees wordt opgenomen. In het oorspronkelijk bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel stond ook al een dergelijke vergoeding maar die is later door de vierde nota van wijziging uit het wetsvoorstel gehaald. De minister heeft bij brief van 4 december 2009 gereageerd op de commissiebrief. Beide brieven zijn opgenomen in een verslag van een schriftelijk overleg (EK 30.693, B). De commissie voor BZK/AZ heeft bij brief van 15 december 2009PDF-document de minister verzocht om spoedige indiening van het aangekondigde wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel (32.581) is op 22 december 2010 bij de Tweede Kamer ingediend.

Volgens artikel 63 van de Grondwet worden geldelijke voorzieningen ten behoeve van Leden en gewezen Leden van de Staten-Generaal en van hun nabestaanden bij de wet geregeld. De Kamers kunnen een voorstel van wet ter zake alleen aannemen met ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen.


Kerngegevens

ingediend

11 september 2006

titel

Harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties van leden van de Eerste en Tweede Kamer en leden van het Europees Parlement en enkele technische wijzigingen

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    De artikelen I, II, III, VII, onderdelen E, G, H, I, J, K, N, O, P, R en S, VIIa, VIIb en VIIc treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
  • 2. 
    Artikel VII, onderdeel J, werkt terug tot en met 1 januari 2004.
  • 3. 
    Artikel VII, onderdeel G, werkt terug tot en met 1 januari 2005.
  • 4. 
    De artikelen I, onderdeel Bb, en II, onderdeel F, werken terug tot en met 1 januari 2006.
  • 5. 
    Artikel VII, onderdelen I, K, N, O, P, R en S, werkt terug tot en met 1 januari 2009.
  • 6. 
    Artikel VII, onderdelen A, B, C, D, F, L, M, Q en T, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Hoofdlijnen

  • Aanpassing van de beloning en de onkostenvergoeding van leden van de Eerste en de Tweede Kamer en de leden van het Europees Parlement.
  • Aanpassing van de regels voor de inkomsten uit nevenfuncties voor politieke ambtsdragers die het ambt als hoofdfunctie uitoefenen.

Documenten

17