Voorzitterschap raden en staten uit Grondwet



De plenaire vergadering van de Eerste Kamer staat dinsdag 17 juni 2008 in het teken van het voorzitterschap van gemeenteraden en provinciale staten (31.013). De Grondwet schrijft thans voor dat de burgemeester respectievelijk de commissaris van de Koningin dit voorzitterschap bekleden. De regering heeft voorgesteld deze bepaling uit de Grondwet te schrappen, omdat een dergelijke regeling eigenlijk niet thuishoort in de Grondwet. De bepaling is in de jaren tachtig van de vorige eeuw door het parlement om 'strategische redenen' in de Grondwet geplaatst. De meerderheid van beide Kamers der Staten-Generaal koos daarmee partij voor de door de Kroon benoemde burgemeester en commissaris der Koningin. Er was destijds politieke discussie over de mogelijkheid deze functionarissen rechtstreeks door de kiezers te laten aanwijzen. Deze wijziging van de Grondwet wordt gezamenlijk behandeld met een voorstel over het vervallen van Grondwetsbepalingen inzake de uitsluiting van wilsonbekwamen (31.012).

Tweederde meerderheid

Intussen is het uit de Grondwet schrappen van het voorzitterschap van burgemeester en commissaris van gemeenteraad en provinciale staten in eerste en tweede lezing aanvaard door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer ging met het voorstel akkoord in oktober 2006 (29.978). Thans is de tweede lezing aan de orde. Het voorstel dient met een meerderheid van tweederde te worden aangenomen.

Geen concrete voorstellen

In de schriftelijke voorbereiding van het debat heeft de regering erop gehamerd dat deconstitutionalisering slechts inhoudt dat de bevoegdheid om te voorzien in het raadsvoorzitterschap wordt overgelaten aan de gewone wetgever. De regering zelf is niet van plan om op dit punt met voorstellen te komen. Eén en andermaal is duidelijk gemaakt hoe zeer de regering hecht aan het behoud van het door de burgemeester vervulde raadsvoorzitterschap, aldus minister Ter Horst in de nadere memorie van antwoord (EK 31.013, D) naar aanleiding van vragen van de fracties van VVD en PvdA uit de Eerste Kamer. De CDA-fractie had laten doorschemeren dat zwaarwegende strategische redenen deze fractie ertoe zou kunnen inspireren om zich tegen deconstitutionalisering op te stellen. Maar de CDA-fractie achtte deze redenen 'thans' niet aanwezig.

Woordvoerders

Voor het debat met minister Ter Horst en staatssecretaris Van Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben zich aangemeld de senatoren Hermans (VVD), Rehwinkel (PvdA), Engels (D66), Ten Horn (SP), Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Thissen (GroenLinks) en Yildirim (fractie-Yildirim).


Deel dit item: