Eerste Kamer in meerderheid akkoord met het centraal beheer van paspoortgegevens



De Eerste Kamer heeft op 9 juni na een plenair debat met staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de aanpassing van de Paspoortwet (31.324 (R1844)) aangenomen. De fracties van D66, SP en GroenLinks lieten aantekenen tegen het wetsvoorstel te zijn. Bij de Eerste Kamer zijn tot op de dag van het debat nog bezwaren ingediend door burgers en organisaties die tegen de voorgenomen centrale opslag zijn van biometrische gegevens (zoals vingerafdruk en irisscan). Deze gegevens moeten volgens de aangepaste wet in alle nieuwe paspoorten worden opgenomen. De centrale opslag van deze gegevens is een onaanvaardbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers, stellen de indieners van een petitie.

Het wetsvoorstel vloeit mede voort uit een Europese Verordening (nr. 2252/2004PDF-document) uit 2004. Volgens de staatssecretaris is het wetsvoorstel er op gericht de dienstverlening aan burgers te vergroten en identiteitsfraude te bemoeilijken. In de bijdragen van vijf senatoren aan het debat werden bezwaren tegen de wetswijziging naar voren gebracht. De fracties van PvdA en CDA hadden echter weinig tot geen bedenkingen. Aan het eind van het debat sloot ook de VVD-fractie zich aan bij de voorstanders, nadat zij zich liet overtuigen door de staatssecretaris die stelt dat de opgeslagen gegevens optimaal zullen worden beveiligd.

Senator De Vries (PvdA) vroeg zich af hoe de tegenstanders van een centrale gegevensopslag het paspoort tegen fraude zouden willen beveiligen. Kamerlid De Vries-Leggedoor (CDA) stelde dat er nooit een waterdichte garantie is te geven dat opgeslagen persoonsgegevens niet worden misbruikt. Volgens haar is van doorslagggevend belang dat met deze wetswijziging de fraude aan de bron kan worden bestreden. Ook de klantvriendelijkheid van de nieuwe procedure ziet het CDA als belangrijk winstpunt.

Namens de VVD-fractie sprak woordvoerder Duthler haar instemming uit met de voorgestelde aanpak van identiteitsfraude. Zij noemde deze fraude een maatschappelijke probleem en voor mensen die erdoor worden getroffen een ware nachtmerrie. De VVD-fractie plaatste wel vraagtekens bij de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die volgens haar gemoeid is met invoering van het paspoort nieuwe stijl. Duthler vroeg staatssecretaris Bijleveld naar mogelijkheden om correcties aan te brengen in het centrale systeem, als blijkt dat de persoonsgegevens gekoppeld zijn aan een verkeerde persoon. Ook wilde de VVD-senator weten wie opdraait voor de schade als bijvoorbeeld persoonsgegevens in verkeerde handen terecht komen. Tegelijk onderstreepte zij het belang dat de Gemeentelijke Basisadministraties gemoderniseerd moet worden om een van de doelen van de nieuwe Paspoortwet te realiseren, namelijk dat een burger voortaan een (nieuw) paspoort kan aanvragen in elke gemeente in Nederland, ongeacht de eigen woonplaats.

SP-Kamerlid Vliegenthart waarschuwde dat het hier gaat om een ‘lege’ wet, waarvan de werking op tal van punten met algemene maatregelen van bestuur kan worden uitgebreid. Het is nu meer de vorm dan de uiteindelijke inhoud die de Eerste Kamer krijgt voorgelegd, oordeelde de SP-senator. “Als je alleen de vorm van het beleid kent en niet de politieke inhoud is het onmogelijk om een afweging over de wenselijkheid en de reikwijdte van de voorgestelde maatregelen te maken”, aldus Vliegenthart. Hij ziet de “inhoudsloze wetten” als een steeds nijpender probleem voor de Eerste Kamer, omdat de senaat geen zeggenschap heeft over de nadere invulling ervan. Ook gaat de wet volgens de SP-fractie veel verder dan de EU-richtlijn van Nederland vraagt. Dit wordt ook wel een "nationale kop" genoemd. Volgens de EU moeten paspoorten gezichtsopnames en vingerafdrukken hebben teneinde de integriteit, authenticiteit en vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen. Maar Nederland heeft daaraan toegevoegd dat de persoonsgegevens ook mogen worden gebruikt voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten en het verrichten van onderzoek naar handelingen die een bedreiging vormen voor de veiligheid van de staat en andere gewichtige belangen van een of meerdere landen van het Koninkrijk dan wel de veiligheid van met het Koninkrijk bevriende mogendheden. “Dit staat volgens mij nergens in de EU-verordening”, zei senator Vliegenthart. Staatssecretaris Bijleveld wees erop dat het Openbaar Ministerie geen toegang krijgt tot de gegevens en dat data-mining verboden is. De gegevens zijn alleen bedoeld om het OM te kunnen laten vaststellen dat verdachte en paspoorthouder een en dezelfde persoon zijn.

Voor de fracties van D66 en OSF is de privacybescherming een cruciaal punt, stelde senator Engels van D66. Hij betwijfelt of de opslag van vingerafdrukken in een centrale reisdocumentenadministratie noodzakelijk is en wees op de risico’s van misbruik van in een centrale administratie opgeslagen gegevens bestanden. Aanvankelijk uitte ook senator Holdijk namens de fracties van SGP en CU bedenkingen over de wetswijziging, met name vanwege oneigenlijk gebruik en misbruik van de gegevens. Na de beantwoording door de staatssecretaris zag hij echter onvoldoende grond voor zijn fracties om zich te blijven verzetten.

Evenals de SP verzette ook Kamerlid Strik van GroenLinks zich tegen een ‘nationale kop’ bovenop de Europese verordeningen, waardoor Nederland verder gaat dan de richtlijn in strikte zin voorschrijft. GroenLinks dringt erop aan dat de regering in zulke gevallen twee wetsvoorstellen maakt, zodat de Eerste Kamer niet wordt gedwongen om tegelijk met de uitvoering van Europese regels ook in te stemmen met aanvullende Nederlandse maatregelen.


Deel dit item: