De Eerste Kamer heeft dinsdag 24 juni 2014 gedebatteerd met staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over de Invoeringswet Participatiewet en de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten. Deze wetsvoorstellen geven vorm aan afspraken in het Regeerakkoord van PvdA en VVD, in het Sociaal Akkoord 2013 en in de Begrotingsafspraken 2014. De maatregelen zijn op 3 februari 2014 aangepast nadat daarover afspraken waren gemaakt met de fracties van D66, ChristenUnie en SGP.

Viertal moties

Senator Elzinga (SP) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt de mantelzorgboete pas in te voeren(en het Koninklijk Besluit pas te slaan) na uitdrukkelijke instemming van de Eerste Kamer. Staatssecretaris Klijnsma ontraadde deze motie. Klijnsma gaf aan dat er pas een besluit wordt genomen over de mantelzorgboete als er een debat met beide Kamers is geweest en dat de resultaten van het onderzoek naar de effecten van de mantelzorgboete daarbij zwaarwegend zijn. Zij merkte op dat het besluit tot het slaan van een Koninklijk Besluit steeds bij het kabinet ligt.

Senator Elzinga (SP) diende een tweede motie in die de regering verzoekt de invoering van de Participatiewet voorlopig nog niet te belasten met een taakstellende bezuiniging en de omvang van de bezuiniging te laten afhangen van het succes van de gedecentraliseerde uitvoering van de Participatiewet. Staatssecretaris Klijnsma ontraadde deze motie.

Senator Elzinga (SP) diende een derde motie in die de regering verzoekt de zorgplicht voor de mensen die op 31 december 2014 in de Wsw werkzaam zijn op basis van een Wsw-dienstbetrekking te herstellen. Staatssecretaris Klijnsma ontraadde ook deze motie.

Senator Ester (CU) diende een motie in die de regering verzoekt om de positie van sociale werkplaatsen jaarlijks te evalueren en de Kamer daarover te rapporteren. Staatssecretaris Klijnsma gaf aan dat zij hier niets op tegen heeft en het oordeel over de motie aan de Kamer laat.

Op dinsdag 1 juli 2014 wordt er over het wetsvoorstel en de moties gestemd.

Verantwoordelijkheid

Senator Terpstra (CDA) stelde dat de partijen die een grote rol hebben gespeeld bij de opbouw van de verzorgingsstaat zich ook verantwoordelijk moeten voelen voor de aanpassing van het stelsel aan nieuwe omstandigheden. De senator vroeg hoe groot de beleidsvrijheid van gemeenten is bij het beoordelen van een "aanvaardbare tegenprestatie". Ook vroeg Terpstra hoe de regering zal verhinderen dat er commerciële relaties worden opgezet om de kostendelersnorm (mantelzorgboete) te omzeilen. Daarnaast vroeg de senator de staatssecretaris om de ontwikkeling in het aantal banen op de voet te volgen. Ook vroeg Terpstra of het aantal plaatsen in de sector beschut werken zal worden gebaseerd op de behoefte en niet op een budget of op een aantal van 30.000. Tot slot vroeg de senator waarom de zorgplicht van gemeenten voor mensen met een arbeidsbeperking in de Participatiewet niet meer nodig is.

Breed maatschappelijk debat

Senator Thissen (GroenLinks) pleitte voor een forse verlaging van arbeidslasten, zodat er een minder groot verschil is tussen het wettelijk minimumloon dat een werknemer verdient en de feitelijke kosten voor de werkgever. De senator verweet de staatssecretaris dat er is nagelaten om een breed maatschappelijk debat te houden over de relatie overheid-burger-werkgever bij mensen met een arbeidsbeperking. De senator vroeg waarom het kabinet enerzijds kiest voor decentraal beleid in het kader van de Participatiewet en anderzijds centraal beleid in het kader van de WWB-maatregelen. De senator pleitte ervoor dat de centrale overheid niet herhaaldelijk gaat ingrijpen in de 35 regionale werkbedrijven.

Ontplooiing ondersteunen

Senator Backer (D66) sprak in zijn bijdrage over de Invoeringswet Participatiewet. Backer stelde dat de tegemoetkoming van het kabinet aan de kritiek van onder andere D66 ten goede is gekomen aan de rechtmatigheid van de wetsvoorstellen. De aanpassing van de Wajong sluit volgens de senator beter aan op waar de regeling oorspronkelijk voor was bedoeld. Bij ongewijzigd beleid zou er bovendien kostbaar arbeidspotentieel verloren gaan. Mensen met een arbeidsbeperking dienen volgens de senator te worden ondersteund in hun ontplooiing in plaats van  afhankelijk gemaakt. Backer pleitte ervoor dat de evaluatie van het wetsvoorstel niet alleen kwantitatief  maar vooral kwalitatief is en dat eventuele financiële tegenvallers niet resulteren in een korting op de participatiewet-budgets.

Senator Scholten (D66)  sprak in haar bijdrage over de Wet maatregelen Wet werk en bijstand. Zij vroeg hoe de staatssecretaris de effecten van een eventuele mantelzorgboete en de raakvlakken met de nog te behandelen WMO 2015 gaat onderzoeken. Scholten vroeg waarom bloedverwanten in de eerste graad  van deze korting op de AOW worden uitgezonderd en waarom de WWB kostendelersnorm zowel betrekking heeft op de bijstand als op de AOW.  Ook vroeg de senator  hoe de deurwaarder de bijstandsnorm van een betrokkene kan achterhalen en of de beslagvrije voet gelijk wordt gesteld aan 90% van de bijstandsnorm.

Nulmetingen

Volgens senator De Lange (OSF) ontbreken bij de decentralisatieplannen de benodigde nulmetingen en worden diverse procesmatige aanbevelingen van het rapport Verbinding Verbroken in de wind geslagen. De grootschalige bezuinigingen op de sociale zekerheid zijn volgens De Lange onvoldoende onderbouwd met een maatschappelijke visie. Volgens De Lange worden mensen die noodgedwongen van een uitkering moeten leven door het kabinet gestigmatiseerd en tekort gedaan. De senator stelde ook dat gemeenten onvoldoende tijd en middelen krijgen om zich voor te bereiden op hun nieuwe taken.   

Minimaal vangnet

Senator Elzinga (SP) sprak in zijn bijdrage mede namens de fracties voor de Partij voor de Dieren en 50PLUS. De senator merkte op dat de wetsvoorstellen naar zijn mening passen in een negatieve trend waarin een minimaal vangnet de norm is. De senator uitte kritiek op de haalbaarheid van de termijn waarin decentralisatie en participatie worden doorgevoerd. Elzinga betoogde dat voor werknemers in een sociale werkvoorziening zowel een eeuwige nullijn als een sterfhuisconstructie van hun pensioen dreigt en dat veel jonggehandicapten geen kans meer hebben op economische zelfstandigheid. Senator Elzinga vroeg wat de ratio is achter het ontzeggen van een ongetoetste uitkering voor de tijd dat jonggehandicapten om medisch objectiveerbare redenen niet kunnen werken. Ook vroeg de senator of mensen met een loonkostensubsidie wel of niet rechten hebben in het kader van de WIA/WGA.

Bezinningsjaar mantelzorgboete  

Senator Ester (ChristenUnie) gaf aan dat zijn fractie de inzet steunt om de onderste regionen van de arbeidsmarkt te versterken en de regelingen meer eenduidig te maken. Hierdoor worden volgens de senator de talenten van mensen met een arbeidsbeperking verzilverd en de bijstand actiever gemaakt. Wel uitte de senator zorgen over de dreigende marginalisering van de sociale werkplaatsen en  de mantelzorgboete. De senator vroeg de staatssecretaris welke stappen zij zal zetten in het "bezinningsjaar" voor de mantelzorgboete en wat de rol van het parlement daarin is. De senator gaf aan dat hij hoopt dat het niet invoeren van de mantelzorgboete een integraal onderdeel van het onderzoek wordt.

Een ondoordachte bezuiniging

Senator Kok (PVV) achtte de wetsvoorstellen niet overtuigend. Volgens de senator dienen de voorstellen slechts één doel: een ondoordachte bezuiniging. De senator vroeg of gemeenten wel echt in staat zijn om deze grote groep mensen daadwerkelijk in werk te voorzien, gelet op de diversiteit en het beschikbare lagere budget. Volgens de senator dreigt er bij het bemiddelen naar regulier werk het gevaar van concurrentie tussen groepen. Ook bestaat er een risico dat gemeenten er niet in slagen om maatwerk te leveren en toch weer opschalen naar congruente regio's. 

Inclusief en activerend arbeidsmarktbeleid

Senator Sent (PvdA) stelde dat er met de beide wetsvoorstellen belangrijke stappen richting een inclusief en activerend arbeidsmarktbeleid worden gezet. Wel vroeg Sent de staatssecretaris met klem om de bedoelde en onbedoelde gevolgen van de Wet werk en bijstand te monitoren, gezien de kwetsbaarheid van de mensen om wie het gaat. Volgens Sent wordt er met de Participatiewet in de komende jaren "minder méér uitgegeven dan nu". De senator pleitte ervoor dat werkgevers meer worden gestimuleerd om via detachering iemand uit de sociale werkvoorziening aan de slag te helpen. Sent vroeg waarom de financiële compensatie voor de schadelast van het pensioenfonds veel lager is dan de verwachte schade en waarom deze pas start in 2018.

Senator Beckers (VVD) adviseerde de minister om, samen met de staatssecretaris van VWS, uitvoerig te communiceren en voorlichting te geven over de voorgestelde stappen voor ondersteuning van mantelzorg. De senator betoogde dat ook kleine werkgevers gestimuleerd moeten worden om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Ook merkte de senator op dat hogeropgeleiden niet onder de loonkostensubsidie vallen, dus worden achtergesteld ten opzichte van andere mensen met een arbeidsbeperking.

Ieder mens moet mee kunnen doen

Staatssecretaris Klijnsma (SZW) gaf aan dat de filosofie achter deze wetsvoorstellen is dat ieder mens mee moet kunnen doen en dat het voor werkgevers normaal wordt om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Klijnsma merkte op dat zij in gesprek is met het UWV over een nulmeting en monitor van de ontwikkeling in het aantal banen voor mensen met een arbeidsbeperking, ook in relatie tot de nog in te dienen Quotumwet.

Prikkels voor gemeenten en werkgevers

Een prikkel voor gemeenten om mensen met permanente loonkostensubsidie toch aan het werk te helpen is wel degelijk aanwezig volgens de staatssecretaris. Er wordt scherp in de gaten gehouden welke groepen met voorrang bejegend zouden worden. Klijnsma gaf aan dat gemeenten minstens 30.000 structurele banen in 'beschut werk' moeten bieden, maar daarbuiten een zekere beleidsvrijheid hebben. De benodigde gespecialiseerde kennis halen gemeenten uit samenwerking met UWV, sociale werkbedrijven en de Programmaraad (samenwerkingsverband Cedris, Divosa, UWV en VNG). De staatssecretaris zegde toe om  het nieuwe beoordelingscriterium 'arbeidsvermogen' na één of twee jaar te laten evalueren door het UWV. Ook zegde de staatssecretaris toe dat in het nieuwe verdeelmodel in ieder geval rekening gehouden wordt met de grote verschillen in kansen op werk tussen de gemeenten en regio's. De prikkel voor kleine werkgevers om toch mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen is volgens Klijnsma met opzet minder sterk omdat het van kleine werkgevers meer vergt om hier op in te springen.

Reperatoire maatregel

Volgens Klijnsma bestaat er een wezenlijk onderscheid tussen de reparatoire maatregel in het kader van de WWB en de punitieve sanctie in het Wetboek van Strafrecht. In het eerste geval is het doel om de betrokkene op het juiste spoor te houden/krijgen, in het tweede geval gaat het primair om leedtoevoeging. De staatssecretaris merkte op dat zij samen met staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) met een advies zal komen voor een meer eenvoudige berekening van de beslagvrije voet.

Zorgplicht vervalt

De staatssecretaris gaf aan dat de zorgplicht voor gemeenten komt te vervallen, omdat de instroom in de WSW met de Invoeringswet Participatiewet wordt afgesloten. De wettelijke rechten en plichten van de mensen die al in de WSW werken op basis van een WSW-indicatie veranderen niet, maar gemeenten hebben niet langer de inspanningsverplichting om zo veel mogelijk mensen met een WSW-indicatie een dienstbetrekking aan te bieden. Als een sociale werkvoorziening failliet gaat of verhuist, zijn gemeenten formeel niet verplicht om de werknemers naar nieuw werk te begeleiden. Materieel voelen ze deze verantwoordelijkheid wel, aldus de staatssecretaris. Klijnsma gaf aan dat de toekomst van sociale werkplaatsen door Cederis en VNG nauw in de gaten wordt gehouden.

Mantelzorgboete

De staatssecretaris gaf aan dat zij het komende jaar met gemeenten, het SCP en Mezzo (de belangenbehartiger van mantelzorgers) zal bezien of arrangementen rond mantelzorg verdere ondersteuning nodig hebben. Ook zal er een onderzoek worden gedaan naar de effecten van de kostendelersnorm in de AOW (mantelzorgboete). Volgens Klijnsma bevat het wetsvoorstel voldoende waarborgen om schijnconstructies en fraude met commerciële relaties tegen te gaan. Voor de bijstand geldt dat het inkomen en vermogen van de ouder heeft geen effect op het bijstandsniveau van het inwonende kind en vise versa. Voor partners ligt dit anders.

Wetswijziging: studietoeslag Wajong

Naar aanleiding van vragen van senator Backer, senator Elzinga en senator Sent zegde staatssecretaris Klijnsma toe om door middel van wetswijziging in een verzamelwet te regelen dat ook degenen met een medische urenbeperking onder de studietoeslag in de Wajong vallen.



Deel dit item: