Plenair Faber-van de Klashorst bij debat over Hoofdstuk XIIa (Reglement van Orde): Integriteit.



Verslag van de vergadering van 29 januari 2019 (2018/2019 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.59 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Dank u, voorzitter. Binnen de politiek speelt beeldvorming een cruciale rol, ook in deze Kamer, die dikwijls liefkozend "la chambre de réflexion" wordt genoemd, maar waar eigenlijk de zweem hangt van de Haagse achterkamertjes. Vaak wordt geschermd met de stelling dat het senatorschap een parttimejob is. Het is dus geen hoofdfunctie maar een nevenfunctie. Gezien de informele vaststelling van het aantal uren — er zou ongeveer anderhalve dag Kamerwerk voor staan — zou je daarin mee kunnen gaan, maar doordat het een publiek ambt betreft, ben je gewoon 24 uur per dag, zeven dagen in de week, aanspreekbaar als senator en word je ook beoordeeld als zijnde een senator, voor alles wat je in het dagelijks leven doet.

In dit licht is het senatorschap te zien als een hoofdfunctie. En dat is niet erg. Het is juist een voorrecht dat je je kiezers een stem mag geven in het parlement. Niet dat de politieke elite staat te trappelen voor bijvoorbeeld de stem van de straat, die de laatste tijd alleen maar luider wordt door het gedrag van de heersende elite zelf. Mensen beginnen wakker te worden en krijgen door dat zij keer op keer belazerd worden. En dat is nu weer aan de orde.

Voorzitter. Doordat de journalisten van Follow the Money de extra functies van de senatoren eens grondig onder de loep namen en daarover een aantal pittige stukken hebben geschreven, terwijl ondertussen ook GRECO stond te drammen over lobbyen en zo, was een groot deel van de senatoren plotseling van mening dat er actie moest worden ondernomen. Het Binnenhof moest maar eens schoongeveegd worden. Achter gesloten deuren keek een groot deel van de Kamerleden elkaar eens diep in de ogen. En in de openbaarheid werd een rondetafelgesprek georganiseerd met wijze mannen. Daar passeerden allerlei zaken de revue, zoals het opstellen van gedragscodes met bijbehorende sancties als uitsluitingen en schorsingen van Kamerleden, hetgeen overigens zomaar kan ontaarden in een politiek wapen waarmee je ongewenste meningen buiten de deur kan houden. De vrijheid van meningsuiting staat sowieso al zwaar onder druk.

Voorzitter. Nederland is zeer terughoudend inzake opt-outs in internationale verdragen. Terwijl een opt-out inzake migratie een niet-begaanbare weg is voor de elite, schuwt men er niet voor om wél een opt-out te bedingen om lekker door te kunnen lobbyen. Op de site van de overheid staat de verdragendatabase. In deze database is ook het aanvullend protocol Criminal Law Convention on Corruption opgenomen. Dat is een onderdeel van het Verdrag van Lissabon. Hierbij staat vermeld dat Nederland artikel 12 niet onderschrijft. Kortom, Nederland heeft zichzelf geen enkele verplichting opgelegd om lobbyen aan te pakken. Als collega-senatoren echt iets zouden willen doen, zouden ze deze opt-out eens flink ter discussie moeten stellen. En dan ook gewoon in de openbaarheid. Maar, voorzitter, ik zie dat niet gebeuren, want deze chambre de réflexion kan dan voor een deel van de collega's een stuk minder aantrekkelijk worden, omdat het goed mogelijk is dat het senatorschap dan minder lonende nevenfuncties genereert. Het straatje schoonvegen is gewoon voor de bühne. Wellicht is de bijvangst het onder de bankjes frommelen van ongewenste meningen.

Voorzitter. Ik rond af. Integriteit is een zaak van menselijk gedrag. Je maakt mensen niet integer door meer regels te maken en deze vervolgens af te dwingen. Mensen moeten zelf bereid zijn om hun morele kompas bij te stellen. Integriteit is dan ook de verantwoordelijkheid van de Kamerleden zelf. Het is aan de politieke partijen zelf om te bepalen wie ze op de kieslijst zetten. En het is vervolgens aan de kiezer om een politieke partij ergens op af te rekenen. Dat laatste werkt alleen als de media hun werk goed doen, en daaraan schort het nog weleens. Het is niet voor niets dat veel burgers de mainstream media de rug toekeren. Burgers richten zich steeds meer tot het internet, tot ongenoegen van de heersende klasse. Zelfs de regering wil de strijd aangaan met wat zij noemt "nepnieuws", maar de grootste verspreiders van nepnieuws zijn de politieke elite en haar profiterende handlangers zelf.

Dank u wel.

De heer Kox i (SP):

Dat zijn geharnaste woorden van de voorzitter van de PVV-fractie. Daar heeft ze, zoals ze zelf ook vermeldde, volledig het recht toe. Er zijn in deze Kamer twaalf fracties. Elf daarvan hebben integriteitsafspraken. Die hebben ze gepubliceerd op de website van de Eerste Kamer. De PVV heeft die niet gepubliceerd. Mag ik ervan uitgaan dat die afspraken er ook niet zijn? Of zijn ze er wel, maar wil de PVV die niet delen met ons en met de bevolking, die volgens mevrouw Faber juist zo zit te smachten naar duidelijke informatie over hoe wij hier onze handel en wandel organiseren?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik vraag me af of de mensen daarnaar zitten te smachten. Ik denk dat onze kiezers er juist naar smachten dat wij hier eens een keer naar hen gaan luisteren en hun belangen eens echt gaan behartigen. Ik denk dat ze daarnaar zitten te smachten. En ze zitten helemaal niet te wachten op deze hele windowdressing hier in dit huis. Daarbij is het altijd nog zo dat de integriteitsregels van een partij een interne aangelegenheid zijn. Je maakt mensen echt niet meer integer door regeltjes op een website te zetten. Het zit in de mensen zelf. Het is je morele kompas dat je moet bijstellen. En daar helpt geen website bij, daar helpen geen regeltjes bij, daar ga je het gewoon niet mee redden. Als mensen niet zelf bereid zijn om hun morele kompas bij te stellen, dan houdt het gewoon op. Dan kunnen we van alles gaan verzinnen, maar dat gaat niet werken.

De heer Kox (SP):

Dat is een lang antwoord op de eenvoudige vraag: heeft de PVV geen integriteitsafspraken en mogen de burgers dat niet weten? Zoals gezegd, mevrouw Faber gebruikt geharnaste taal over de elite, achterkamertjes, een zweem van, enzovoorts. Dat mag ze van mij allemaal zeggen, maar dan zou het toch de taak van ons allen zijn om daar zo veel mogelijk in positieve zin op te reageren. Elf van de twaalf fracties kunnen natuurlijk niet goed bij hun hoofd zijn, maar het kan natuurlijk ook best goed zijn dat die elf fracties afspraken hebben gemaakt over de manier waarop wij hier met elkaar omgaan, over de manier waarop wij ons hier gedragen, en dat het publiek dat mag weten. Ik wil graag van de fractievoorzitter van de PVV weten waarom het volk niet mag weten of er afspraken zijn in de PVV-fractie als het gaat om integriteit en, als die afspraken er wel zijn, waarom we dan niet mogen weten hoe die afspraken luiden. Dat is toch geen ingewikkelde vraag?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Het is een zaak van de PVV-fractie en van de partij zelf. Daar blijf ik bij. U kunt het nog drie keer vragen in een andere vorm, maar daar blijf ik gewoon bij.

De heer Kox (SP):

De derde keer en tot slot, mevrouw de voorzitter. Mag ik hieruit concluderen dat de PVV-fractie dus geen afspraken heeft? Mag ik constateren dat zij die afspraken, mocht zij die al hebben, niet wil publiceren, dus niet wil delen met de rest van de bevolking? Als dat zo is, kunt u gewoon ja zeggen. Maar dan weten we het in ieder geval.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Meneer Kox mag constateren wat hij wil. Hij kan het wel constateren, maar dat wil helemaal niet zeggen dat iets er niet is. Dan zijn twee hele verschillende dingen.

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Het valt me op dat mevrouw Faber praat over de Eerste Kamer alsof zij er zelf geen deel van uitmaakt, alsof haar hele fractie er geen deel van uitmaakt, terwijl juist de media die mevrouw Faber noemt, gewoon de hele Kamer op het vizier hebben als ze het hebben over het gebrek aan vertrouwen in de manieren waarop met belangen wordt omgegaan. Waarom steunt mevrouw Faber niet de pogingen van deze Kamer om juist te zorgen dat die regels over integriteit beter en scherper worden neergelegd en dat we elkaar ook beter daarop aanspreken? Waarom blijven mevrouw Faber en haar fractie daar volkomen buiten staan, alsof dat probleem niet net zo goed ook haar fractie betreft?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

In de vraag ligt het antwoord, want mevrouw Strik geeft zelf in feite al het antwoord. Het is namelijk zo dat dit hele circus van vandaag en van de afgelopen weken is opgestart naar aanleiding van berichtgeving door Follow the Money. Ik ga nu niet op de persoon spelen, ik ga ook geen mensen in deze zaal aanwijzen, want iedereen weet gewoon wie erin is genoemd. Toen is die bal aan het rollen gegaan. Wij hebben al die nevenfuncties niet, dus wij voelen ook helemaal niet aangesproken.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik constateer dus dat mevrouw Faber zich moreel verheven voelt boven de rest van de Kamer. Dat stuit mij echt tegen de borst. De hele Kamer — wat mij betreft is dat de verantwoordelijkheid van iedereen — zou erop moeten toezien dat er in de toekomst juist geen gedrag meer ter discussie hoeft te worden gesteld. En neem maar van mij aan: ook de PVV-fractie zal er niet aan ontkomen dat discussies daar weleens over zullen gaan. Het is gewoon een algemene verantwoordelijkheid van ons om ervoor te zorgen dat we onze rol als medewetgever zuiver kunnen vervullen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik wil hier toch wel even op reageren. Wij voelen ons helemaal niet moreel verheven boven wie dan ook, zeker niet boven onze kiezers en zeker niet boven deze Nederlanders, terwijl ik dat in deze Kamer toch wel anders ervaar. Mensen doen bepaalde dingen omdat ze weten dat ze ermee weg kunnen komen. Als ze dat besef eens een keertje gaan hebben, wordt het allemaal heel anders. Kijk, we kunnen uren-, dagen- of jarenlang praten over integriteit, we kunnen er een mooi sausje overheen gieten, maar het gaat gewoon niet werken. Dat gaat gewoon niet werken! Het ligt gewoon aan de mensen zelf.

De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Ik heb gezien dat mevrouw Faber lid was van de commissie-Bröcker, vijf jaar geleden, die zich namens deze Kamer heeft gebogen over het GRECO-advies uit 2013 en met aanbevelingen is gekomen. U was lid van die commissie en u heeft erover meegedacht. Dat ging bijvoorbeeld over een gedragscode. Daar is een bepaalde vorm aan gegeven. Ik zou aan mevrouw Faber willen vragen: vindt u dat we in die vijf jaar erop vooruitgegaan zijn als Kamer? Hebben wij in de lijn van uw advies vorderingen gemaakt als het gaat om het behartigen van de integriteit?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ten eerste was het niet mijn advies, maar het advies van de commissie. Daar zit een nuance in. Zijn we erop vooruitgegaan? Ik denk dat iedereen die vraag aan zichzelf moet stellen. Ik kan niet oordelen over meneer die of mevrouw die. Ik denk dat iedereen naar zichzelf moet kijken: heb ik het de afgelopen vijf jaar goed gedaan? Ik kan er niet over oordelen.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

U heeft toen op één punt een uitzondering gemaakt. Dat ging over de vraag of er onderzoek kon worden gedaan naar bijvoorbeeld giften aan fracties en partijen. U heeft geen voorbehoud gemaakt voor de bredere aanbevelingen van de commissie. De commissie heeft ook een uitspraak gedaan, namelijk dat de reputatie van de Kamer een algemeen belang is van alle leden van de Kamer. Ik vraag daarom van u ook een antwoord: vindt u dat we erop vooruit zijn gegaan?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

U heeft het over de reputatie. Wij hebben toen de uitspraak gedaan dat we allen belang hebben bij de reputatie van de Kamer. Dat klopt, dat onderschrijf ik ook. Daar vinden wij elkaar. Zijn we erop vooruitgegaan? Nogmaals, deze Kamer is samengesteld uit Kamerleden. Ieder Kamerlid heeft zijn eigen gedrag en is verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Ik ga niet oordelen over Jantje, Pietje of Klaasje. Daar heb ik gewoon helemaal geen zin in. Ik denk dat iedereen voor zichzelf precies weet of hij het wel of niet goed heeft gedaan.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Kuiper.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Mevrouw Faber, u doet dat wel, want u zegt dat er over de Kamer een zweem van achterkamertjes hangt. U zegt dat dit debat een circus is, terwijl u destijds zelf deelnam aan die commissie en namens de commissie de hele Kamer heeft geadviseerd hoe we moeten omgaan met integriteit. Waar bent u in deze hele discussie?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik denk dat de collega van de ChristenUnie de zaken door elkaar haalt. Hij haalt twee dingen door elkaar. We hebben de commissie en we hebben dit debat. Dat zijn twee verschillende dingen. Het klopt dat ik in de commissie GRECO heb gezeten. We hebben toen aangegeven dat wij daar iemand van de PVV hadden neergezet om erger te voorkomen. Zo zaten wij toen in die film. Kijk, u gaat het aanzwengelen, dus ik ga erop reageren. Dat is logisch. Als ik niet reageer, dan krijg ik te horen dat ik de vraag niet beantwoord. Waar staan wij? Wij bespreken zelf in onze eigen fractie wat wij verder doen. De reputatie van de Kamer, daar ben je als gehele Kamer verantwoordelijk voor. Die Kamer is opgebouwd uit individuele leden en individuele fracties. Dat is nu eenmaal ons politieke bestel.

De voorzitter:

Helemaal tot slot, meneer Kuiper.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ik wil reageren op de zinsnede dat u "om erger te voorkomen" in de commissie bent gaan zitten. Maar de commissie heeft aanbevolen dat we allemaal — ik haak even aan bij wat de heer Kox hierover zei — duidelijk moeten maken hoe we in fractieverband omgaan met integriteit, om dat brede woord maar te gebruiken. Alleen u wilt daar niet aan meedoen, als enige fractie.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dat wil helemaal niet zeggen dat wij daar niet aan meedoen. Dat u dingen niet ziet, wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Dat zijn helemaal geen achterkamertjes.

Ik zie mevrouw Jorritsma iets vanaf de tribune gebaren: als u een interruptie wilt doen, moet u even naar de microfoon lopen en niet weer blijven zitten, wat u altijd doet.

De voorzitter:

Mag ik er even op wijzen dat ik de leiding heb over de vergadering?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ja, u hebt gelijk, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. Ik geef het woord aan mevrouw Jorritsma.