T02593

Toezegging Brief initiatiefneemster (33.506)



De initiatiefneemster, Pia Dijkstra,  zal de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Nooren en Kuiper, een brief sturen ter verduidelijking van de positie van artsen, donoren en nabestaanden, en de verhouding tussen artikel 11 en 22 van de Grondwet. 


Kerngegevens

Nummer T02593
Status voldaan
Datum toezegging 30 januari 2018
Deadline 6 februari 2018
Verantwoordelijke(n) Minister voor Medische Zorg en Sport
Kamerleden prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen artsen
donoren
nabestaanden
protocollen
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Pia Dijkstra over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33.506)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 6,  blz. 57-58

Mevrouw Nooren (PvdA):

Wij zijn blij met de antwoorden van de initiatiefneemster en de minister en vooral met de toezegging van de initiatiefneemster om uitgebreider in te gaan op de rol van de nabestaanden. De heer De Grave heeft mij gevraagd wat er voor de PvdA-fractie nodig is om een eindoordeel over het wetsvoorstel te vellen. Ik heb gezegd dat we daarover van gedachten wisselen. Daarvoor heb ik ook overleg met mijn fractie nodig. Ik vraag de initiatiefneemster dus of zij bereid is om de toezeggingen in een brief te verwoorden en of we de tweede termijn van het debat volgende week kunnen doen, zodat wij op basis daarvan ons een beeld kunnen vormen, kunnen kijken of het toereikend is en wat dat betekent voor ons oordeel over het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Maar ik wil nog even precies van u horen, mevrouw Nooren, wat u nu precies vraagt. U heeft gezegd: ik wil een brief van de initiatiefneemster met toezeggingen, maar welke heeft u gevraagd en welke moeten het zijn?

Mevrouw Nooren (PvdA):

Het gaat over de toezeggingen over de rolverdeling tussen de artsen, de potentiële donor en de nabestaanden in twee situaties: aannemelijk maken en ernstige bezwaren. In het verlengde daarvan heb ik gevraagd: hebben we het nu over protocollen, richtlijnen of veldnormen en wanneer zijn die klaar? De minister zei daar ook nog iets over. Dat hele domein gaat in die beoordeling een rol spelen.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Wij zouden dit op zich kunnen steunen. We zouden het ook op prijs stellen als de indienster in de brief inging op de discussie over artikel 11 van de Grondwet. Het beeld daarover is wat ons betreft nog niet helder. De minister heeft geantwoord, maar hij heeft gezegd dat het antwoord eigenlijk van de indienster zou moeten komen. Als dat kan worden meegenomen, heel graag.

Handelingen I 2017-2018, nr. 17- item 6,  blz. 59

De voorzitter:

Aan mevrouw Dijkstra is verder de vraag gesteld om meteen brief over de problematiek rond de arts en de nabestaanden te komen, om het zo maar even kort te zeggen. De heer Kuiper heeft met steun van de heer Ten Hoeve de vraag over artikel 11 van de Grondwet toegevoegd, maar ik laat het aan de indienster hoe zij daarmee omgaat. [...]

De voorzitter:

Mevrouw Dijkstra, wilt u nog even reageren op het verzoek van de kant van de Kamer?

Mevrouw Pia Dijkstra:

Uiteraard, voorzitter. Als dit de wens is van de Kamer, dan zal ik daaraan voldoen. Wanneer moet die brief binnen zijn als we dat op 6 februari behandelen?

De voorzitter:

Uiterlijk vrijdagochtend voor twaalven, maar zo veel eerder als mogelijk, want dat is ook wel wenselijk.

Mevrouw Pia Dijkstra:

Heel goed, ja. Ik begrijp het en ik zal ervoor zorgen.


Brondocumenten


Historie