T03675

Toezegging Brief inzet huiselijk geweld (35.348 / 36.123)



De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat een brief naar de Kamer wordt gestuurd betreffende (gendergerelateerd) huiselijk geweld, waarbij de aanpak gendersensitiever wordt gemaakt.


Kerngegevens

Nummer T03675
Status voldaan
Datum toezegging 21 februari 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden mr. B.O. Dittrich (D66)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen echtscheidingen
femicide
huwelijkse gevangenschap
Kamerstukken Novelle Tegengaan huwelijkse gevangenschap en andere onderwerpen (36.123)
Tegengaan huwelijkse gevangenschap en andere onderwerpen (35.348)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 20, item 9 - blz. 2-3.

De heer Dittrich (D66):

(…)

“Bij bijna zes op de tien vrouwen die van 2017 tot 2022 slachtoffer waren van moord of doodslag, was de vermoedelijke dader hun ex-partner of hun partner. Dat zijn de cijfers van het CBS. Elke acht dagen wordt een vrouw gedood door haar ex-partner. Nederland staat wat dat betreft op nummer drie in Europa. Vreselijk. Mijn vraag aan de minister is: verwacht de minister dat deze wetswijziging in Nederland kan bijdragen aan de vermindering van femicide, van vrouwen die gedood worden, bijvoorbeeld door hun ex-partner?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 20, item 9 - blz. 7-8.

Minister Weerwind:

(…)

“Verwacht de minister dat deze wetswijziging in Nederland kan bijdragen aan de vermindering van femicide? Nee, ik verwacht niet dat dit specifieke wetsvoorstel direct leidt tot de vermindering van femicide. Dit wetsvoorstel zorgt er wel voor dat vrouwen die gevangen zitten in een religieus huwelijk, daar makkelijker uit kunnen treden. Laat ik met u delen dat ik het wat betreft femicide, ofwel moord of doodslag op vrouwen, bijvoorbeeld door een partner of een ex-partner, verschrikkelijk en onacceptabel vind dat er in Nederland jaarlijks gemiddeld 24 vrouwen worden gedood door hun partner of ex-partner. Dat is een probleem dat breed in Europa bestaat, blijkt uit cijfers van Eurostat over de periode 2016-2020. Met klem zeg ik: iedere vrouw die dit overkomt, is er één te veel. Nederland staat overigens overwegend, namelijk in vier van de vijf jaren in de periode 2016-2020, in de onderste helft van het rijtje van ongeveer twintig landen dat gegevens heeft aangeleverd aan Eurostat. Dit kabinet werkt eraan om femicide uit te bannen. Ik heb het laatst nog besproken met mijn collega van VWS. Daarvoor is het ook van belang dat de onderliggende factoren voor moord op vrouwen worden erkend en bestreden. Samen met de staatssecretaris van VWS en de minister van JenV zet ik dan ook in op verschillende vlakken om huiselijk geweld, waaronder geweld tegen vrouwen, tegen te gaan.

Laat ik wat voorbeelden noemen, met de Ontwikkelagenda Veiligheid voorop. In dat kader hebben politie, Veilig Thuis en justitieorganisaties de afgelopen vijf jaar geïnvesteerd in het intensief en juist vroegtijdig samenwerken. Bij vroegtijdig samenwerken moet u bijvoorbeeld denken aan acute crisissituaties, maar ook aan casusoverleg waarin strafzaken snel worden afgedaan en aan vermoedens van strafbare kindermishandeling. Ik ga daarmee onverminderd voort met mijn collega's. Die aanpak is ook verscherpt naar aanleiding van het inspectierapport van Justitie en Veiligheid over de zaak van de dood van de scholier Hümeyra in het jaar 2019, die werd voorafgegaan aan ernstige stalking. De focus ligt daarbij op een snelle informatiedeling tussen politie, Openbaar Ministerie, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis, de belangrijke actoren in dezen. Verbetering van de casusregie bij de politie en het standaard inzetten van risicotaxatie-instrumenten zijn dan ook van belang. Dat geldt ook voor de verbetering van het toezicht op handhaving van contact- en locatieverboden. Dat zijn ook instrumenten die kunnen worden ingezet, maar dan moet je er wel op handhaven. Ik noem voorts de inzet van preventieve beschermingsmiddelen.

We werken dus met de kabinetsleden aan de aanpak van gendergerelateerd geweld, waarbij we de aanpak van huiselijk geweld op verschillende punten gendersensitiever maken. Ik zal de Tweede Kamer hierover informeren rondom het zomerreces. Ik kan de Eerste Kamer daar ook nadrukkelijk in meenemen. Tevens heb ik op 14 december jongstleden de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de wijze waarop ik de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld wil verbeteren. Samen met het Openbaar Ministerie wordt gewerkt aan meer expertise bij politie, Veilig Thuis en de vrouwenopvang over de signalen van psychisch geweld en over welke informatie het OM nodig heeft om tot vervolging over te kunnen gaan.”


Brondocumenten


Historie