T03127

Toezegging De correspondentie tussen de Eerste Kamer en de minister over de modaliteiten delen met de Tweede Kamer (35.526)



De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Boer (GroenLinks), toe dat hij de correspondentie tussen de Eerste Kamer en de minister over de modaliteiten inzake de vormgeving van parlementaire betrokkenheid van de Eerste Kamer deelt met de Tweede Kamer.


Kerngegevens

Nummer T03127
Status voldaan
Datum toezegging 23 februari 2021
Deadline 1 april 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen modaliteiten
Tijdelijke wet maatregelen Covid-19
Kamerstukken Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (35.526)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 12, blz. 20

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Ik heb het idee dat we ergens beginnen te komen. Ik hoor de minister zeggen: ik heb vrijdag toegezegd — ik vind het nu wat scherper — om de wens van de Eerste Kamer om bepalend betrokken te worden bij de verlenging voor te leggen aan de Tweede Kamer zodra die weer gaat vergaderen. Hij zei: dat zal ik neutraal doen ten aanzien van de modaliteiten. Daarover heb ik twee vragen. De eerste vraag is: kunt u toezeggen dat u ook modaliteit 10, om die zo maar even te noemen, die in de nadere beantwoording staat, daarbij zult betrekken? De tweede vraag is als volgt. U zult het neutraal overbrengen. Stel dat deze Kamer een voorkeur voor een van de modaliteiten zou uitspreken. Dan ga ik ervan uit dat u ook bereid bent om die voorkeur te delen met de Tweede Kamer. Dat is mijn tweede vraag.

Ik heb ook nog een andere vraag; voor het gemak stel ik die gelijk. U zegt: het zou fijn zijn als de Kamers ook buiten het kabinet om met elkaar in overleg treden. Daar hebben wij het in onze commissies in deze Kamer weleens over gehad, maar ik zie zo slecht voor me hoe we dat staatsrechtelijk vorm zouden moeten geven. Ik weet niet of de minister daar nadere gedachten over heeft, maar die hoor ik dan graag.

De voorzitter:

De minister. Graag een kort antwoord.

Minister Grapperhaus:

Ik begrijp heel goed wat mevrouw De Boer zegt. Je kunt moeilijk een soort tussen-Kamer gaan creëren waarin uitwisseling plaatsvindt. Misschien zou dat trouwens wel een idee zijn, maar dan moeten we toch nog iets aanpassen in het staatsrecht. Maar de communicerende vaten zijn er ook via het debat zelf. Wat we hier vandaag zeggen, komt naar buiten. Wat uw leden in opinieartikelen en elders zeggen, zijn ook dingen die naar buiten komen. Er is dus altijd een goede manier om het een en ander te communiceren.

Verder wil ik mevrouw De Boer het volgende meegeven. We hebben hier afgelopen vrijdag in één zinnetje over gesproken. Het is goed om er nu uitvoeriger bij stil te staan. Ik heb steeds gezegd — daarom heb ik dit onderdeel ook aan mij getrokken, los van alle juridische aspecten, om daar geen misverstand over te laten bestaan — dat ik vind dat we dit debat echt snel op de kaart moeten zetten. Zodra de nieuwe Tweede Kamer er is, moet ik belet vragen om dat op de kaart te zetten. We moeten echt proberen om dat al ergens begin april te doen, want we hebben het telkens over een verlenging van drie maanden.

(…)

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Vragen die ik stelde, heeft de minister niet beantwoord. Ik vroeg of hij bereid is om ook modaliteit 10 mee te nemen in zijn gesprek met de Tweede Kamer. En, stel dat deze Kamer een voorkeur uitspreekt, wil hij dan ook dát gaan overbrengen?

Minister Grapperhaus:

Ja, dat is mijn fout. Modaliteit 10 is volgens mij modaliteit 6bis. Daarover heb ik gezegd: dat is ook wetgeving, en ik vind het prima om al die dingen ... Laat ik zeggen: deze brief zal ook gedeeld worden met de Tweede Kamer, als u dat goed vindt.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

De brief en de nadere beantwoording.

Minister Grapperhaus: Ja, precies. Want het is een brief aan u, voorzitter. Maar als uw Kamer daarmee instemt, wil ik eigenlijk gewoon alles wat erin staat met de Tweede Kamer delen. Ik kan de brief misschien overnemen als mijn brief, mede namens de anderen.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

En stel dat wij een voorkeur uitspreken. Geldt dan hetzelfde? Neemt u dat dan ook mee, als informatie?

Minister Grapperhaus:

Ja, ik zei dat ik de rol ga vervullen van die persoon wiens hoofd uiteindelijk op het blok kwam. Maar, nou, laten we er toch het beste van hopen.


Brondocumenten


Historie