T03472

Toezegging Hardheidsclausule (35.925 VI)



De Minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe bij nieuwe wetten de vraag te stellen welk mechanisme bij die wet past (hardheidsclausule of iets anders) en dat op te nemen in de aanwijzing voor de regelgeving. Op die manier wordt het geborgd in het proces.


Kerngegevens

Nummer T03472
Status openstaand
Datum toezegging 21 juni 2022
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden Prof.dr. R.R. Ganzevoort (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen nieuwe wetten
regelgeving
Kamerstukken Begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2022 (35.925 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 34, item 7 - blz. 31

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dank voor de beantwoording van de vragen over de hardheidsclausule. Ik snap wel dat de minister zegt dat je het misschien niet altijd op die manier moet doen en dat er soms misschien andere vormen voor zijn. Maar tegelijkertijd heeft dat het risico in zich dat het bij nieuwe wetten die langskomen toch een beetje tussen wal en schip valt. Mijn vraag zou dus zijn of de minister zich in de gedachte kan vinden dat bij wetten in ieder geval de vraag gesteld moet worden welk mechanisme nou bij die wet past: is dat een hardheidsclausule of iets anders? Als de minister het ermee eens is dat die vraag op z'n minst gesteld zou moeten worden, kan hij zich dan ook vinden in de gedachte dat dat dan eigenlijk ook zou moeten worden opgenomen in de aanwijzing voor de regelgeving? Dan blijft het niet bij een mooie gedachte, maar vinden we echt een manier om het echt te borgen in het proces.

Minister Weerwind:

Ik zat net te denken: hoe borgen wij dat? Ik kan makkelijk ja antwoorden en u geeft het antwoord impliciet. Dus twee keer ja.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dank voor de toezegging.


Brondocumenten


Historie