T02441

Toezegging Het ontwikkelen van een eenduidig toetsingskader waarin de grondslagen voor het afwijken van het basisbeschermingsniveau helder worden beschreven (33.118)



De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Teunissen (PvdD), toe dat zij een eenduidig toetsingskader zal ontwikkelen waarin de grondslagen voor het afwijken van het basisbeschermingsniveau helder worden beschreven ten aanzien van geur en trillingen. Dit kader zal worden opgenomen in de nota van toelichting.


Kerngegevens

Nummer T02441
Status voldaan
Datum toezegging 30 mei 2017
Deadline 1 januari 2019
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Milieu
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Drs. C. Teunissen (PvdD)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen basisbeschermingsniveau
toetsingskader
Kamerstukken Omgevingsrecht (33.118)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 29, item 7, blz. 53-59

Mevrouw Teunissen (PvdD):

(...)

In die zin lijkt de visie van de minister af te wijken van die van de onderzoekers. Ook wijkt haar visie af van die van het RIVM — dat is tenminste de opvatting van onze fractie — dat spreekt van een fundamenteel ander juridisch construct in de Omgevingswet waardoor niet zonder meer gesproken kan worden van een gelijkwaardig beschermingsniveau. Het RIVM stelt dat gemeenten gemotiveerd kunnen afwijken van het beschermingsniveau voor geur, geluid en trillingen. Verder stelt het RIVM: "Hoe aan de beoordelingsvrijheid invulling zal worden gegeven is nog onzeker, zodat niet bij voorbaat vast te stellen is dat sprake is van gelijkwaardigheid." We mogen niet in het ongewisse laten of sprake is van een gelijkwaardig beschermingsniveau of niet bij het afwijken van het beschermingsniveau voor geur, trillingen en geluid. Daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Teunissen, Koffeman, Vos, Meijer en Wezel wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van de immissienormen voor geluid, geur en trillingen bij het vaststellen van het omgevingsplan gemotiveerd kan worden afgeweken van het basisbeschermingsniveau;

overwegende dat volgens de kwalitatieve beschouwing van de concept-AMvB's onder de Omgevingswet door het RIVM hierbij sprake is van een fundamenteel ander juridisch construct waardoor niet zonder meer kan worden gesproken van een gelijkwaardig beschermingsniveau;

overwegende dat men om zwaarwegende economische belangen of zwaarwegende maatschappelijke belangen zelfs permanent kan afwijken van deze immissienormen;

overwegende dat afwijken van het basisbeschermingsniveau kan leiden tot gezondheidsschade;

verzoekt de regering, een eenduidig toetsingskader te ontwikkelen waarin de grondslagen voor het afwijken van het basisbeschermingsniveau helder worden beschreven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter U (33118).

(...)

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

(...)

De Partij voor de Dieren heeft verder aandacht gevraagd voor de gelijkwaardigheidsdiscussie met het RIVM. Daarvan heb ik al gezegd dat het tweeledig geïnterpreteerd kan worden. Het RIVM zegt dat het wel kan, maar dat je dan afhankelijk bent van gemeenten voor de invulling ervan. Omdat de Partij voor de Dieren zich zorgen hierover maakt, heeft zij een motie ingediend ten aanzien van een toetsingskader bescherming tegen geur, geluid en trilling. De motie verzoekt de regering een eenduidig toetsingskader te ontwikkelen waarin de grondslagen voor het afwijken van het basisbeschermingsniveau helder worden beschreven. Ik beschouw deze motie als ondersteuning van beleid. Ik zal dit ook opnemen in de nota van toelichting. Dat gaat dan alleen over geur en trillingen, want van de binnenwaarde geluid mag je niet afwijken, aangezien die al vastligt. Dus dat onderdeel zie ik niet als ondersteuning. Ik zal aangeven wat onder "zware economische omstandigheden en maatschappelijke omstandigheden" wordt verstaan en welke eisen voor de motivering gelden. Als ik de motie zo mag verstaan, zie ik deze als ondersteuning van beleid.


Brondocumenten


Historie