T03012

Toezegging Quarantaineondersteuning en goed werkgeverschap (35.538)



De minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), met een voortgangsbrief informeren over het ondersteunen van mensen bij quarantaine en daarbij aangeven wat gedaan kan worden als een werkgever niet mee wil werken.


Kerngegevens

Nummer T03012
Status voldaan
Datum toezegging 6 oktober 2020
Deadline 1 november 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen quarantaine
werkgevers
werknemers
COVID-19
Kamerstukken Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 (35.538)


Uit de stukken

Handelingen I 2020/2021, nr. 4, item 3, blz. 17-18

Minister De Jonge:

Kortom, we kunnen wel heel veel meer doen denk ik in het ondersteunen van mensen om in quarantaine te gaan. Zeker in dit winterseizoen — het zal nog wel eens voorkomen —zullen we dat absoluut beter moeten doen dan we tot op heden hebben gedaan.

Mevrouw Nooren (PvdA):

Dan nog wel een concrete vraag, waar ik zelf niet het antwoord op weet. Als zo'n werknemer er tegenaan loopt dat de werkgever zegt "kom toch maar werken" — ik ken die casuïstiek niet uit mijn eigen organisatie — waar kunnen die mensen dan terecht? Zij zijn namelijk bang dat ze hun baan kwijtraken, dat zit eronder. Dus waar kunnen mensen terecht die zelf wel thuiswillen blijven maar denken "dan ben ik mijn baan kwijt"?

Minister De Jonge:

Ik zou denken: wat doe je normaal als je vindt dat je werkgever in strijd met normale arbeidsverhoudingen, in strijd met goed werkgeverschap handelt? Even hardop denkend, zou het in dit geval zo zijn dat je werkgever je ten onrechte in de situatie brengt dat je mogelijkerwijs de werksituatie onveiliger aan het maken bent. Want je bent mogelijkerwijs besmet, dat is de reden dat de GGD tegen je zegt: blijf thuis. Dan zegt je werkgever: ja, maar je moet toch komen. Daarmee breng je dus je collega's in gevaar. Dus ik zou denken dat het uiteindelijk ook te beredeneren is dat het op z'n minst in strijd is met goed werkgeverschap en in strijd met normale arbeidsverhoudingen zoals die ook in de Arbowetzijn vastgelegd. Of en in welke mate dat in welke situatie geldt, zou ik niet weten. Maar ik zou in dit geval mijn vakbond bellen als ik een werknemer was.

Mevrouw Nooren (PvdA):

Daar gaat het dus om, want ik zou zeggen de arbeidsinspectie. Alleen, als ik ga bellen naar die arbeidsinspectie, dan is het mijn melding en dan ben ik die baan zeker kwijt. Maar misschien wil de minister daar nog schriftelijk op terugkomen. Dit is echt niet een probleem van mij alleen maar is iets wat op dit moment best breed speelt.

Minister De Jonge:

Absoluut. Dit zou kunnen gaan spelen. Laat ik hierop terugkomen, of laat ik vragen aan collega Koolmees of hij hierop terugkomt. Want hij is hier meer mee bezig geweest, ook in de richting van de werkgevers en werknemers.

De voorzitter:

Ik hoor een toezegging.

Minister De Jonge:

Ja, ik kom hier schriftelijk op terug.

De voorzitter:

Dit is een toezegging aan mevrouw Nooren.

[…]

Minister De Jonge:

Dan de toezegging die ik aan mevrouw Nooren heb gedaan. Ik bedenk mij dat wij volgende week weer een voortgangsbrief gaanschrijven. Dat zal zijn op 13 oktober, traditiegetrouw in de nacht. Ik weet dat wij in die voortgangsbrief uitvoeriger ingaan op wat wij allemaal doen om mensen die in quarantaine gaan te ondersteunen. Een note to ourselves is dat wij die voortgangsbrief dan ook aan de Eerste Kamer sturen, zodat u gelijk bij bent met datgene wat wij allemaal doen met de ondersteuning. Dan zal ik ook op dit punt nader terugkomen: wat wij eventueel in de richting van werkgevers kunnen doen, welke opties wij allemaal hebben verkend, wat er tot op heden allemaal onmogelijk is gebleken en waar we allemaal nog aan denken.


Brondocumenten


Historie