28.227

Wijziging Appa met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen



Dit voorstel wijzigt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).

De wijzigingen hebben betrekking op zowel de uitkeringsregeling bij aftreden als de pensioenregeling, het nabestaandenpensioen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 19 december 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is op 27 mei 2003 zonder stemming aangenomen. De fractie van D66 is daarbij aantekening verleend.

De wet is opgenomen in Staatsblad 249 van 24 juni 2003.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 306 van 22 juli 2003.


Kerngegevens

ingediend

18 februari 2002

titel

Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met dien verstande dat:
  • a. 
    artikel I, de onderdelen B, H met betrekking tot artikel 15, tweede lid, onder a, W met betrekking tot artikel 60, tweede lid onder a, LL met betrekking tot artikel 140, tweede lid, onder a, P, EE en TT, terugwerkt tot en met 1 januari 1996;
  • b. 
    artikel I, de onderdelen G, V, KK, K, L, M, Z, AA, BB, OO, PP, en QQ terugwerkt tot en met 1 juli 1999;
  • c. 
    artikel I, de onderdelen D, S en HH, terugwerkt tot en met 1 januari 2001;
  • d. 
    artikel I, onderdeel Ca, werkt terug tot en met 1 januari 2003
  • e. 
    artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 1998.
  • 2. 
    Indien het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, ligt na 31 december 2002, wordt:
  • a. 
    in de artikelen 15, tweede lid, onder b, 17, derde lid, onder c, 27a, eerste lid, 60, eerste lid, onder b, 62, derde lid, onder c, 73, eerste lid, 140, tweede lid, onder b, 142, derde lid, onder c, en 150a, eerste lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, zoals deze artikelen zijn komen te luiden krachtens deze wet, `31 december 2002` vervangen door de datum die de laatste dag van de maand is waarin het in het eerste lid bedoelde tijdstip valt;
  • b. 
    in de artikelen 23, eerste lid, onder b, 27a, eerste lid, 68, eerste lid, onder b, 73, eerste lid, 146, eerste lid, onder b, en 150a, eerste lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, zoals deze artikelen zijn komen te luiden krachtens deze wet, `1 januari 2003` vervangen door de datum die de eerste dag van de maand is volgend op die waarin het in het eerste lid bedoelde tijdstip valt.

Hoofdlijnen

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) biedt een financiële voorziening na het einde van het vervullen van een politieke functie indien de betrokkene dan jonger is dan 65. Verder biedt de Appa een financiële voorziening in de vorm van een pensioen vanaf 65 jaar (OP) en een nabestaandenpensioen (NP).

De voorgestelde wijzigingen betreffen zowel de uitkerings- als de pensioenregeling.

Bij de Appa-uitkeringsregeling wordt een maatregel opgenomen dat de uitkering wordt beëindigd in geval van detentie. Tevens wordt een sanctiemaatregel opgenomen in geval een uitkeringsgerechtigde niet voldoet aan de informatieplicht met betrekking tot verrichte activiteiten en de inkomsten daaruit.

De wijzigingen van de pensioenregeling hebben betrekking op:

  • de voorwaarde voor het recht op NP ter zake van het tijdstip van het (formele) ontstaan van de relatie tussen de overledene en de nabestaande;
  • de hoogte van het NP dat wordt verminderd als de nabestaande meer dan tien jaar jonger was dan de overledene èn de relatie nog geen vijf jaar had geduurd;
  • het berekenen van het bijzonder NP op basis van het inkomen van de overledene ten tijde van de scheiding;
  • geen recht op bijzonder NP als de vroegere echtgenoten dat in een bepaalde vorm zijn overeengekomen, en het ABP-bestuur ermee instemt;
  • het gezamenlijk bedrag van NP en wezenpensioenen tot 10/7 gedeelte van het OP;
  • het maken van onderscheid tussen overlijden vóór en na 65 jaar;
  • de mogelijkheid van omzetting van nabestaandenpensioen in een hoger ouderdomspensioen;
  • compensatie van het Anw-gat;
  • herberekening van een NP bij ongehuwd samenwonen.

Documenten

4