29.463

Wijziging van de Huursubsidiewet inzake de basishuur



Dit wetsvoorstel wijzigt de Huursubsidiewet en introduceert naast de bestaande 'normhuur' het begrip 'basishuur'. Het voorstel zorgt voor een bezuiniging, oplopend van 81 miljoen euro in 2004 tot 210 miljoen euro in 2007, op de kosten van de huursubsidie.

Deze bezuiniging zal moeten worden gerealiseerd door een verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft, de zogenoemde basishuur. Dit is het gedeelte van de huur waarover geen huursubsidie wordt toegekend en dat te allen tijde voor rekening van de huurder blijft. Het is een generieke, inkomensonafhankelijke maatregel. Voor het subsidiejaar 2004/2005 resulteert dit in een verhoging van de basishuur met 12 euro per huishouden per maand. In de komende jaren zal de basishuur nog verder stijgen om aan de voorgenomen bezuiniging te voldoen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 8 juni 2004 door de Tweede Kamer aangenomen. D66, VVD, CDA, SGP en LPF stemden voor. De commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft op 22 juni 2004 de op 18 juni 2004 ontvangen briefPDF-document van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer besproken. Alle fracties zijn het er over eens dat het wetsvoorstel te laat is ingediend bij de Kamer, de Kamer te weinig tijd voor een zorgvuldige schriftelijke voorbereiding wordt gelaten en dat zij door de ingeboekte bezuinigingen onder druk worden gezet.

Tijdens een ordedebat op 22 juni 2004 is er discussie ontstaan over de termijn waarbinnen het op 8 juni 2004 ontvangen wetsvoorstel door de Eerste Kamer behandeld kan worden. De Eerste Kamer heeft aan het kabinet toegezegd om wetsvoorstellen die voor 4 juni 2004 door de Kamer zijn ontvangen nog vóór het reces te behandelen. VVD, D66 en CDA willen op verzoek van de minister een uitzondering maken en het voorstel voor 1 juli behandelen. De andere fracties beroepen zich op de eerder gemaakte afspraken.

De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 28 en 29 juni 2004. Het voorstel is op 29 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, SP en de OSF stemden tegen. Tijdens deze behandeling is de Motie-Van der Lans (GroenLinks) c.s. inzake de onzorgvuldige handelswijze van de minister bij de parlementaire behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet (EK 29.463, D) ingediend. Deze motie is later op deze dag ingetrokken.

De wet is opgenomen in Staatsblad 293 van 30 juni 2004.

De leden mw. Meindertsma (PvdA) en Van der Lans (GroenLinks) hebben op 25 augustus 2004 schriftelijke vragen aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gesteld over een mogelijke meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie in relatie tot de plenaire behandeling van het wetsvoorstel. Deze vragen zijn op 13 oktober 2004 beantwoord door de minister (Aanhangsel Handelingen I 2004-2005, nr. 2).

De Eerste Kamer heeft op 2 november 2004 de heer Van der Lans (GroenLinks) toestemming verleend de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te interpelleren inzake een mogelijke meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie in relatie tot de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel. De interpellatie vond plaats op 9 november 2004. Tijdens deze interpellatie is de Motie-Van der Lans (GroenLinks) c.s. inzake het onttrekken van financiële middelen aan de toekomstige uitgaven voor de huursubsidie voordat het parlement zich daarover heeft uitgesproken (EK, XVIII-A) ingediend. De motie is op 16 november 2004 aangehouden en op 28 november 2006 ingetrokken.


Kerngegevens

ingediend

11 maart 2004

titel

Wijziging van de Huursubsidiewet (verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van 1 juli 2004. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2004, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Daarbij wordt eveneens toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet


Documenten

15