Dit wetsvoorstel wijzigt een aantal wetten op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De wijzigingen betreffen zowel de arbeidswetgeving, de socialezekerheidswetgeving als wetgeving rondom de structuur van de uitvoeringsorganisatie.

Het wetsvoorstel behelst onder andere wijzigingen die voortvloeien uit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale verzekeringsbank (SVB) aangedragen knelpunten in de uitvoering. Het gaat hierbij om tekstuele aanpassingen, technische verbeteringen en verheldering van bepaalde punten. Enkele voorstellen dienen ter verduidelijking en nadere invulling van eerder gemaakte beleidskeuzes en het herstellen van omissies.

Met de tweede nota van wijziging (TK, 6) worden bepalingen met betrekking tot de invoering van de kostendelersnorm AOW die in verband met het kabinetsbesluit om af te zien van de invoering niet in werking zijn getreden en ook niet in werking zullen treden, formeel uit de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten (33.801) geschrapt.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 14 november 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van FvD stemde tegen.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 november 2017 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

29 augustus 2017

titel

Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.


Documenten

5