36.218

Wijziging maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten



Met de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (35.488), de zogenoemde Wet Nijboer is de jaarlijkse huurstijging voor geliberaliseerde huurovereenkomsten vanaf 1 mei 2021 voor een periode van drie jaar beperkt tot een maximum. Doel van die wet is huurders te beschermen tegen hoge huurstijgingen. De maximale jaarlijkse huurprijsverhoging is in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgelegd en gesteld op inflatie + 1 procentpunt.

In verband met de in 2022 fors gestegen inflatie wordt voor 2023 met dit wetsvoorstel artikel 10, derde lid van Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte aangevuld. Kern van de wijziging is dat indien de loonontwikkeling lager is dan de inflatie, er wordt afgeweken van de systematiek waarin de maximaal toegestane jaarlijkse huurprijsverhoging gelijk is aan inflatie + 1 procentpunt; in plaats daarvan geldt dan dat de maximaal toegestane jaarlijkse huurprijsverhoging gelijk is aan de loonontwikkeling + 1 procentpunt.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 8 december 2022 aangenomen.

Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: BIJ1, FVD en Groep Van Haga.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2022 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: OSF, Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PVV, SGP, ChristenUnie, CDA, VVD en 50PLUS.

Tegen: PvdD, Fractie-Otten, FVD en Fractie-Frentrop.


Kerngegevens

ingediend

6 oktober 2022

titel

Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (wijziging maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.


Documenten

1