Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State, de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement en enige andere wetten met als doel belangenverstrengeling te voorkomen. Het voorstel beoogt de waarborgen voor een onafhankelijke, onpartijdige en integere rechtspraak te versterken.
Met dit voorstel wordt een verbod voorgesteld op het gelijktijdig uitoefenen van het ambt van rechter en het lidmaatschap van de Eerste Kamer, de Tweede Kamer of het Europees Parlement. Dit verbod moet ervoor zorgen dat er een grotere machtenscheiding is tussen de wetgevende macht en de rechterlijke macht. Daarnaast voert dit voorstel bepalingen in over het bezit en het melden van bepaalde financiële belangen voor een specifieke groep rechterlijke ambtenaren. Hiermee wordt het risico van financiële belangenverstrengeling en het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie door rechterlijke ambtenaren zoveel mogelijk tegen gegaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 18 maart 2025 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB, JA21, FVD en PVV.
Tegen: PvdD.
De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft op 9 september 2025 de nadere procedure aangehouden. Bij brief van 17 september 2025 heeft de commissie voor J&V schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van J&V over het amendement-Helder (TK, 8) en de mogelijke strijdigheid van het amendement met de Grondwet en vraagt of de regering in dat verband reparatiemogelijkheden voor ogen heeft.
ingediend
7 november 2022titel
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
17 september 2025
brief aan de staatssecretaris van J&V over het amendement-Helder bij wetsvoorstel Onverenigbaarheid rechterschap met lidmaatschap Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement EK, niet als Kamerstuk gepubliceerd -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
18 februari 2025
brief regering; Appreciatie van twee amendementen bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie (Kamerstuk 36243) TK, 26 Bevat bijlagen -
-
16 april 2024
brief regering; Reactie op amendementen ingediend bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie (Kamerstuk 36243) TK, 24 Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16 februari 2024
brief van de minister voor Rechtsbescherming over toezegging inzake de uitbreiding van het aantal advocaten-generaal bij de Hoge Raad EK 36.435 VI / 36.243, D Bevat bijlage
Voor kennisgeving aangenomen op 27 februari 2024. -
-
-
-
-
-