Dit wetsvoorstel heeft als doel bepalingen uit de Innovatiewet Strafvordering (35.869) te verlengen totdat het nieuwe Wetboek van Strafvordering (36.327) in werking treedt. De Innovatiewet is onderdeel van het wetgevingsprogramma van het nieuwe Wetboek van Strafvordering en eindigt op 30 september 2025. Het doel van de Innovatiewet was om al ervaring op te doen met een aantal onderwerpen uit het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Bijvoorbeeld mediation tijdens berechting en Audio Visuele Registratie (AVR). Dit was mede op verzoek van organisaties uit de strafrechtketen. Op deze manier kon worden gekeken of de nieuwe onderwerpen slagen in hun streven naar verbetering of dat ze aangepast moesten worden. Ook werden de uitvoeringsconsequenties duidelijker. Dit wetsvoorstel verlengt de werkingsduur van de bepalingen uit de Innovatiewet tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Zo kan in de tussentijd nog steeds van deze procedures gebruik worden gemaakt. In dit wetsvoorstel worden enkele artikelen gewijzigd en komen enkele artikelen te vervallen. Er worden geen nieuwe mogelijkheden toegevoegd, behalve dat mediation tijdens berechting ook in hoger beroep kan plaatsvinden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
ingediend
4 juli 2025titel
Verlenging en wijziging van Titel X van het Vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering (Verlengingswet Innovatiewet Strafvordering)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.