Rappelabele toezeggingen Buitenlandse Zaken (Vooruitblik juli 2016 tot januari 2017)



Dit is het rappel vanaf 02-07-16 tot 02-01-17.

 




Toezegging Betrekken toegang tot limitédocumenten voor deskundigen in evaluatie (34.166) (T02267)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik(GroenLinks), toe dat de eventuele toegang tot limitédocumenten voor deskundigen betrokken zal worden bij de evaluatie in Raadsverband van de werkwijze van de Raad naar aanleiding van het arrest Access Info Europe.  


Kerngegevens

Nummer T02267
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Access Info Europe
Algemene Europese Beschouwingen
Nederlands EU-voorzitterschap 2016
Openbaarheid van Raadsdocumenten
transparantie
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)
Nederlands EU-voorzitterschap 2016 (34.139)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 10

Mevrouw Strik (GroenLinks): Verder zijn de limité-documenten tijdens het onderhandelingsproces nog niet in te zien voor het publiek. Voor parlementariërs is het in elk geval cruciaal dat deskundigen de onderhandelingsdocumenten kunnen inzien om hen te kunnen adviseren. Erkent de minister dit en zo ja, is hij bereid om met de Kamer afspraken te maken over toegang voor derden die een adviesfunctie hebben voor het parlement? Is hij bereid hieraan ook aandacht schenken bij de evaluatie van deze afspraken op EU-niveau? De regering ambieert terecht meer openheid ten aanzien van de triloog, maar communiceren over het onderhandelingsresultaat zelf vindt mijn fractie geen bevredigende oplossing. Welke mogelijkheden ziet het kabinet voor het beter communiceren tijdens de triloog?

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 10 - blz. 32-33

Minister Koenders: [...] Ik kom op het punt van de transparantie. Het kabinet hecht grote waarde aan een goede, juiste en actieve informatievoorziening aan de Kamer. Daarom hebben we ook toegang gegeven tot Extranet, de interne database van de Raad. Niet alle lidstaten binnen de EU verschaffen deze toegang. Limité betekent dat de informatie enkel beschikbaar is voor de lidstaten en niet voor derden. Het kabinet richt zich wel op de limitédocumenten tijdens het voorzitterschap. Het is nu vaak onduidelijk — dat ben ik met u eens — waarom een document als limité wordt gemarkeerd. Wij willen duidelijkheid over het afwegingskader: waarom is het eigenlijk zo? Ik vind dat een heel legitieme vraag. Daarbij is ons uitgangspunt om tijdens ons voorzitterschap die markering zo snel mogelijk op te heffen. Daar zullen we ons dus ook hard voor maken.

[...]

Ik kom nu op de Access Info Europe. Men vroeg waarom de evaluatie nog niet heeft plaatsgevonden. Ik zal daarop aandringen en ervoor zorgen dat die in Raadsverband in de komende maanden aan de orde wordt gesteld. Dat is het enige wat ik kan toezeggen op dit moment.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Ik heb nog een concrete vraag over de limitédocumenten. Die zijn nu toegankelijk voor de parlementariërs. Is die toegankelijkheid ook te verbreden naar deskundigen, zodat zij hun adviesfunctie kunnen vervullen?

Minister Koenders: Nee, dat kan niet. Ik heb dit nu voor elkaar gekregen. In andere landen gebeurt dit helemaal niet. Dit hebben we weten te regelen. Het mag volgende de huidige regels niet.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Kan dat betrokken worden bij de evaluatie die de minister gaat uitvoeren?

Minister Koenders: Zeker.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Daar horen wij dan nader van.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie werkwijze Raad naar aanleiding van het arrest Access Info Europe (34.166) (T02269)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik(GroenLinks), toe erop aan te dringen dat de evaluatie van de werkwijze van de Raad naar aanleiding van het arrest Access Info Europe in de komende maanden in Raadsverband aan de orde wordt gesteld. 


Kerngegevens

Nummer T02269
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Access Info Europe
Algemene Europese Beschouwingen
Nederlands EU-voorzitterschap 2016
Openbaarheid van Raadsdocumenten
transparantie
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)
Nederlands EU-voorzitterschap 2016 (34.139)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 10

Mevrouw Strik (GroenLinks): Het referendum over het associatieverdrag gaat natuurlijk ook over de appreciatie die Nederlanders hebben van de Europese samenwerking. Transparantie is een van de manieren om de groeiende euroscepsis te bestrijden. Het is daarom toe te juichen dat transparantie van de Europese besluitvorming een prioriteit vormt van het Nederlands voorzitterschap. In het arrest Access Info Europe maakte het Hof van Justitie duidelijk dat meer openheid voor het publiek cruciaal is voor het democratische gehalte van Europa. Een logische stap is dus volledige naleving van dit arrest. Toch treuzelt de Raad daarmee. Bijna twee jaar na dit arrest is er een beperkte afspraak gemaakt over het noemen van de lidstaten in de Raadsdocumenten. Ze mogen worden geschrapt als dat "passend" wordt geacht, een begrip dat weinig houvast biedt. Ook daarom zou deze afspraak na een jaar geëvalueerd worden. Waarom is dat nog niet gebeurd?

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 10 - blz. 33

Minister Koenders: [...] Ik kom op het punt van de transparantie. Het kabinet hecht grote waarde aan een goede, juiste en actieve informatievoorziening aan de Kamer. Daarom hebben we ook toegang gegeven tot Extranet, de interne database van de Raad. Niet alle lidstaten binnen de EU verschaffen deze toegang. Limité betekent dat de informatie enkel beschikbaar is voor de lidstaten en niet voor derden. Het kabinet richt zich wel op de limitédocumenten tijdens het voorzitterschap. Het is nu vaak onduidelijk — dat ben ik met u eens — waarom een document als limité wordt gemarkeerd. Wij willen duidelijkheid over het afwegingskader: waarom is het eigenlijk zo? Ik vind dat een heel legitieme vraag. Daarbij is ons uitgangspunt om tijdens ons voorzitterschap die markering zo snel mogelijk op te heffen. Daar zullen we ons dus ook hard voor maken.

 [...]

Ik kom nu op de Access Info Europe. Men vroeg waarom de evaluatie nog niet heeft plaatsgevonden. Ik zal daarop aandringen en ervoor zorgen dat die in Raadsverband in de komende maanden aan de orde wordt gesteld. Dat is het enige wat ik kan toezeggen op dit moment.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Inzet versterking rechtsstaat in Turkije in Raad van Europa (34.166) (T02271)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schrijver(PvdA), toe te overwegen of bijkomende inzet van de regering voor de versterking van de rechtsstaat in Turkije in het Comité van Ministers van de Raad van Europa nodig is. 


Kerngegevens

Nummer T02271
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Prof.mr. N.J. Schrijver (PvdA)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Algemene Europese Beschouwingen
Raad van Europa
rechtsstaat
Turkije
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 11

De heer Schrijver (PvdA): Ik wil hieraan een vraag toevoegen over de Raad van Europa. In hoeverre acht de minister het nuttig om een soort flankerend beleid te voeren op het terrein van het versterken van de Turkse rechtsstaat via de Raad van Europa? Turkije is daar lid van en is partij bij het EVRM. Er zit een Turkse rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Turkije heeft onlangs zijn contributie aan de Raad van Europa enorm verhoogd, waardoor het het maximum aantal parlementariërs in de Parlementaire Assemblee heeft gekregen. Kan daar positief op worden ingespeeld, ook via het Comité van Ministers, als flankerend beleid of is dat een wensdroom?

Minister Koenders: Nee, helemaal niet. Ik vind het geen wensdroom. Ik vind het zelfs een heel reëel punt. We hebben de Raad van Europa niet voor niets. Het is een belangrijke organisatie. Ik ben er persoonlijk en uiteraard politiek zeer aan gecommitteerd. Wij zijn in het Comité van Ministers zeer actief ten aanzien van de positie van Turkije. Daar wil ik best nog eens extra naar kijken. Ik denk niet dat het nodig is, maar het is wel een goede aansporing. De heer Schrijver kent de Raad van Europa goed omdat hij in de Parlementaire Assemblee zit, wat heel goed is. Het is een organisatie die vaak een tikje in de schaduw werkt. Als er bepaalde uitspraken van het Hof komen of als er bepaalde rapporten uitkomen, komt hij ineens naar boven en dat is terecht. (...)


Brondocumenten


Historie







Toezegging Top over de toekomst van de Raad van Europa (34.166) (T02273)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Elzinga (SP), toe open te staan voor een top over de toekomst van Raad van Europa.


Kerngegevens

Nummer T02273
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Raad van Europa
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 8

De heer Elzinga (SP):

(...)

Ik noem ook de Raad van Europa, Europa's oudste en breedste verdragsorganisatie, gefundeerd op het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest en een groot aantal andere buitengewoon belangrijke conventies. Mijn partij pleit al langer voor minder EU en meer Raad van Europa, ook in financiële zin. Het blijft bizar dat de Europese unie per dag meer uitgeeft en meer middelen ter beschikking heeft dan de Raad van Europa in een heel jaar. Nederland is niet de slechtste contribuant, maar overall kleden wij de Raad van Europa steeds verder uit, terwijl wij de Europese Unie blijven spekken. Het is zonde om de organisatie waarin alle Europese landen, inclusief binnenkort Belarus, zo aan haar lot over te laten. In een land als Oekraïne, waar de Raad van Europa zijn grootste missie heeft, wordt goed werk geleverd ter verbetering van de rechtsstatelijkheid en de beperking van de corruptie. Kan de minister aangeven hoe hij de mogelijkheden van de Raad van Europa inschat en of de Nederlandse regering steun geeft aan de oproep van onder andere de Parlementaire Assemblee om op korte termijn een nieuwe topbijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders bijeen te roepen, teneinde besluiten te nemen over de toekomst van de raad? De vorige top was in 2005 in Warschau. Hoog tijd om een nieuwe te organiseren, vindt onze fractie.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 11

Minister Koenders:

(...) De heer Schrijver kent de Raad van Europa goed omdat hij in de Parlementaire Assemblee zit, wat heel goed is. Het is een organisatie die vaak een tikje in de schaduw werkt. Als er bepaalde uitspraken van het Hof komen of als er bepaalde rapporten uitkomen, komt hij ineens naar boven en dat is terecht. De heer Schrijver vroeg volgens mij ook naar de mogelijkheid van een top. De laatste heeft volgens mij ongeveer tien jaar geleden plaatsgevonden, in 2005. In chronologisch opzicht zou je kunnen zeggen dat we dat weer eens zouden moeten doen. Misschien kunnen we ernaar kijken. Als ik me niet vergis, is Bulgarije nu de voorzitter daarvan. Die moet dat dan doen. Het zou een beetje gek zijn als wij dat zouden doen, maar ik sta in die zaak voor alles open.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 25

De heer Elzinga (SP):

Voorzitter. Ik begon mijn eerste termijn met grote zorgen over de Europese samenwerking. Ik besprak grote tegenstellingen binnen Europa en verschillende crises en ik eindigde met een verzoek tot meer samenwerking, via onder andere de Raad van Europa. Ik deed daarvoor en ook voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa concrete suggesties. Ik ben blij dat de minister openstaat voor een Raad-van-Europatop over de toekomst van deze verdragsorganisatie en ik moedig hem aan, dit ook bij zijn Europese collega's uit te dragen. Ik heb ook nogmaals de steun voor rechtspersoonlijkheid van de OVSE en de bescherming van medewerkers op de grond genoteerd, waarvoor dank.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Nadere informatie over CBRN-dreiging (33.694) (T02305)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt toe de Kamer per brief nader in te lichten over de CBRN-dreiging (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair).


Kerngegevens

Nummer T02305
Status voldaan
Datum toezegging 31 mei 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden generaal-majoor der Mariniers (b.d.) F.E. van Kappen (VVD)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen CBRN-dreiging
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 32 item 4, blz. 31-32, 44, 60

De heer Van Kappen (VVD) (blz. 31-32):

In een rapport van het WODC wordt bovendien gewezen op het gebruik van drones om CBRN-wapens te verspreiden. Een bizar incident op 22 april 2015, waarbij een drone met radioactief materiaal landde op het dak van de dienstwoning van de Japanse minister-president Shinzo Abe, geeft duidelijk aan dat dit geen theoretische mogelijkheid is. Er zijn bovendien aanwijzingen uit meerdere bronnen dat ISIS probeert om deze wapens te ontwikkelen of te verkrijgen. In dit verband wijs ik op de laatste vergadering van de NATO PA in Tirana, waar onze collega senator Martens een uitstekend rapport heeft gepubliceerd, met name over de dreiging van CBRN-wapens. Daarin wordt onderschreven dat die dreiging absoluut toeneemt en dat wij die niet kunnen veronachtzamen.

Daar staat tegenover dat in december de NCTV aangaf het risico van de inzet van chemische, bacteriologische, radiologische en nucleaire middelen door terroristen niet hoog in te schatten. Dit blijkt ook uit de beantwoording op 22december 2015 van de in de Tweede Kamer gestelde vragen over dit onderwerp. Het lijkt erop dat de regering toen van oordeel was dat er voldoende voorzorgen zijn genomen. Mijn fractie is er toch niet helemaal gerust op. Wat is nu werkelijkheid en wat is nu waan? Onze vraag aan de minister van Defensie is dan ook hoe zij op dit moment de CBRN-dreiging inschat en of Defensie nog extra maatregelen heeft genomen of moet nemen om onze militairen beter te beschermen tegen deze dreiging. Voorts is de R&D-capaciteit, de Research and Development-capaciteit, op CBRN-gebied nagenoeg wegbezuinigd. Ziet de minister aanleiding om deze capaciteit te repareren? Ik doel hier op de onderzoekcapaciteit.

Minister Hennis-Plasschaert (blz. 44):

Ik kom bij de CBRN-dreiging. Zoals u denk ik weet, heeft Defensie samen met de nationale crisispartners in 2014 het unieke CBRN-trainingscentrum in Vught in gebruik genomen. Daar wordt internationaal samengewerkt. Ook nationaal is er een nauwe samenwerking tussen TNO, de MIVD en het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheidszorg. De MIVD neemt de CBRN-dreiging op in de dreigingsanalyse en die is niet verhoogd ten opzichte van eerdere jaren. De dreiging is echter wel degelijk aanwezig. Dat staat ook in de jaarverslagen. Defensie voorziet voor de periode 2020-2023 de individuele CBRN-bescherming te vervangen. Voor diezelfde periode staan ook de vervanging van gas detectoren voor personeel te velde, op schepen en in basiskampen gepland. Op korte termijn verwerft Defensie, al zeg ik het zelf, state-of-the-art auto-injectoren ter behandeling van personeel met een chemische besmetting.

Minister Koenders (blz. 60):

Ik denk dat de minister van Defensie al veel gezegd heeft over de CBRN-dreiging. Ik ben best bereid om de heer Van Kappen daar nader over in te lichten, eventueel per brief. Het is een belangrijke dreiging. Ik zie dat punt ook. Hij heeft ook gesproken over synthetische biologie. Dat zijn allemaal belangrijke elementen. Het voert wat ver om daar nu diepgaand op in te gaan, maar ik ben zeer bereid om dat te doen. Ik ben het met hem eens dat het internationale raamwerk voor het voorkomen van de inzet van CBRN-middelen door niet-statelijke actoren enorm versterkt is. We moeten de aanbevelingen die betrekking hebben op wetenschappelijke technologische en commerciële ontwikkelingen, politiek maken.


Brondocumenten


Historie