T03514

Toezegging Brief stand van zaken ICT-systemen belastingdienst (36.202/31.066)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Voort (D66), toe dat een brief wordt gestuurd over de stand van zaken betreffende de ICT-systemen bij de belastingdienst. De brief zal gestructureerd en analyserend zijn.


Kerngegevens

Nummer T03514
Status voldaan
Datum toezegging 12 december 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. van der Voort M.Sc. (D66)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Belastingdienst
ICT
modernisering
transities
Kamerstukken Belastingplan 2023 (36.202)
Belastingdienst (31.066)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 4 - blz. 10-11

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“Voorzitter. Dan kom ik bij de Belastingdienst. De heer Van der Voort vroeg naar de ICT-systemen. De heer Otten heeft ook een aantal vragen over de Belastingdienst gesteld. Voorzitter, u heeft mij gevraagd uiterlijk om 15.00 uur af te ronden, maar ik vind het wel een heel belangrijk onderwerp. Dat moet ik trouwens gaan halen. Laat ik beginnen met het volgende te zeggen. Dat heb ik helemaal aan het begin van de ochtend al gezegd, dus dat zeg ik nu in één zin. Wat er van het weekend in het NRC-artikel stond, dat was de situatie van drie jaar geleden. Zijn we nu uit de problemen? Nee. Is het nog steeds zo erg als het was? Nee.

De Belastingdienst zit in transitie. De dienst heeft een aantal grote uitdagingen. In de eerste plaats heeft de Belastingdienst op weg naar 2030 te maken met wat ik toch maar even "een vergrijzingsgolf" noem. Er moeten dus heel veel nieuwe mensen bij de Belastingdienst worden aangenomen. Dat gebeurt ook. Op zichzelf is de Belastingdienst een aantrekkelijke werkgever. De Belastingdienst scoort goed onder jonge mensen. Zij willen bij de Belastingdienst werken. De dienst scoort ook goed onder mensen die al ervaring elders hebben. Gezien wat we eigenlijk binnen wilden hebben, liggen we echter nog wel 1.000 fte's in die krappe arbeidsmarkt achter.

De tweede grote uitdaging is, zoals bekend, de ICT. Ook op dat vakgebied is er behoorlijke krapte op de arbeidsmarkt. Het is moeilijk om goede ICT'ers te krijgen. Maar het is wel zo dat er, in vergelijking met drie jaar geleden, maar ook in vergelijking met de periode daarvoor, meer dan voldoende middelen beschikbaar zijn om de noodzakelijke investeringen in de ICT te doen. Ik kan wat er te zeggen is over de ICT bij de Belastingdienst, niet in tien minuten afraffelen. Ik kan wel zeggen in hoofdlijnen waar we met de ICT staan. Het liefste zou ik de Kamer willen aanbieden om een keer gewoon een echt goede technische briefing over de ICT te organiseren. Of ik kan aanbieden dat er een werkbezoek aan de Belastingdienst wordt belegd.

ICT bij de Belastingdienst heeft natuurlijk met onderhoud te maken, maar ook met modernisering per heffingsmiddel. Wat betreft het onderhoud van de ICT zijn we duidelijk in de goede richting aan het bewegen. Twee of drie jaar geleden was het oordeel ten aanzien van de systemen die we hebben, dat we gewoon niet op het goede niveau zaten. De alleroudste systemen die we hebben, gaan inderdaad terug naar eind jaren zestig. En dan hebben we nog eens 900 applicaties.

De uitdaging zit in de modernisering. Daar is natuurlijk ook een keurig dashboard voor en er zijn ook verdiepingssessies over. Maar wat wil die modernisering nu zeggen, per heffingswet? Neem de inkomstenbelasting en de loonbelasting. Neem de btw. Neem de vennootschapsbelasting. Het kost gewoon meer tijd om uiteindelijk een systeem te hebben dat heel flexibel wordt, waardoor je grote stelselwijzigingen aankan. Dat laatste is iets wat de Kamer zo graag wil. Het gaat dan om een periode van een paar jaar. Dat wisselt wel per heffingsmiddel. Het is dus niet zo dat het voor alle middelen drie jaar duurt. We hebben het over vernieuwing van box 3 gehad. Dat kan op z'n vroegst op 1 januari 2026. Dat heeft met wetgeving én met ICT te maken. Dat vind ik natuurlijk zelf ook teleurstellend, want je wilt natuurlijk het liefste dat dat nu, al eerder, op 1 januari 2023 gerealiseerd is.

De heer Otten heeft een op zichzelf heel terechte vraag gesteld. Hij zei eigenlijk: "Je hebt je huidige ICT-systemen. Zou je daar niet iets naast kunnen zetten, zodat je de winkel wel draaiende houdt — ik zeg het even huiselijk — maar tegelijkertijd dat nieuwe systeem bouwt?" Ik noem het even het tweewegentraject. Daar is nu niet voor gekozen. Deze vraag is in de Tweede Kamer overigens ook gesteld, door GroenLinks. Ik heb naar aanleiding daarvan wel gezegd: werk dat nou wel gewoon ook eens uit. We lopen er nu namelijk gewoon tegen aan dat we die moderniseringsslag over die verschillende heffingsmiddelen hebben, maar dat er maar een box 3-arrest of een andere tegenvaller hoeft te zijn, en we hebben weer een vertraging in die modernisering. Daar zit gewoon echt een risico. Dan is het geen rare gedachte om te zeggen dat we gewoon met een alternatief systeem zouden moeten beginnen, een totale modernisering. Oké, dan heb je die tegenslagen en die vertraging ook, maar dan weet je wel op welk moment je echt een nieuw ICT-systeem hebt dat ook flexibel is.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 4 - blz. 11

De heer Van der Voort (D66):

“Voorzitter, gezien de tijd wil ik het u en de staatssecretaris gemakkelijk maken, door hem iets te vragen wat ik ook in mijn inbreng vroeg. Kan de staatssecretaris gewoon een mooie brief schrijven, waarin hij gestructureerd, stukje bij beetje analyserend uitlegt hoe de stand van zaken is, bijvoorbeeld met tabelletjes? Dat kan je hartstikke mooi maken, en dan hebben we een duidelijk inzicht in de stand van zaken en in hoe de toekomst eruitziet.”

Staatssecretaris Van Rij:

“Ja, dat doe ik heel graag. Ik denk dat dat een hele goede suggestie is, die de heer Van der Voort ook al in eerste termijn gedaan heeft. Ik zal dat precies doen zoals hij zegt: gestructureerd, analyserend en met alle informatie waarover ik zelf beschik. Dan is het aan de Kamer om vervolgens te kijken of zij nog een technische briefing wil, ja of nee, of een werkbezoek aan de Belastingdienst wil afleggen. Dat doe ik dus graag, want dat doet meer recht aan dit onderwerp dan het even af te handelen in vijf of tien minuten.”


Brondocumenten


Historie