Dit wetsvoorstel bevat een regeling voor tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Door de wettelijke aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wordt de combinatie van ouderschap en werk vergemakkelijkt. Hierdoor wordt de arbeidsdeelname bevorderd. Aanspraak op een tegemoetkoming hebben ouders die van kinderopvang gebruik maken omdat zij arbeid en zorg combineren.

Dit wetsvoorstel regelt de kwaliteit van de kinderopvang. De verantwoordelijkheid bij het vaststellen van de kwaliteitsnormen ligt bij het Rijk. De controle is in handen van de GGD, onder verantwoordelijkheid van de gemeente.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 18 mei 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. VVD, CDA, LPF en ChristenUnie stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juli 2004 na hoofdelijke stemming met 36 stemmen voor (CDA, VVD en LPF) en 32 stemmen tegen (D66, PvdA, SGP, OSF, SP, GroenLinks en ChristenUnie) aangenomen.


Kerngegevens

ingediend

26 juni 2002

titel

Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende paragrafen, artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.
  • 2. 
    De artikelen 48, tweede lid, 51, tweede lid, vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.
  • 3. 
    De artikelen 1, onder b, 3°, 2, zevende lid, derde volzin, 2, negende lid, tweede volzin, 3c en 4, derde lid, van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
  • 4. 
    Artikel 16c, vierde lid, van de Wet op loonbelasting 1964, vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid van dat artikel tot respectievelijk vierde tot en met zesde lid.

Hoofdlijnen

  • De kosten voor kinderopvang zullen gefinancieerd worden door de werkgever, overheid en de ouders. Het gedeelte dat door de overheid bekostigd wordt is inkomensafhankelijk.
  • Door de introductie van vraagfinanciering wordt de positie van de ouders verstevigd.
  • De tegemoetkoming in kosten geldt niet alleen voor werknemers of zelfstandigen, maar bijvoorbeeld ook voor uitkeringsgerechtigden die deelnemen aan toeleidingstrajecten naar betaald werk of nieuwkomers die een integratietraject volgen.
  • De wet kinderopvang verplicht kinderopvangcentra en gastouderbureaus zich te melden bij de gemeente. De toetsing aan de landelijke kwaliteitseisen is in handen van de GGD.
  • Als aan de kwaliteitseisen voldaan is zal het opvangcentrum of bureau geregistreerd worden en hebben alleen ouders die hun kind bij een geregistreerde instantie onderbrengen recht op een tegemoetkoming.


Documenten

4