36.195

Initiatiefvoorstel-Nijboer en Grinwis Wet vaste huurcontracten



Dit initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Nijboer (PvdA) en Grinwis (ChristenUnie) wijzigt Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek met als doel huurders beter te beschermen, door versterking van de huurbescherming. Het wetsvoorstel regelt daarom dat de met de Wet doorstroming huurmarkt 2015 geïntroduceerde algemene huurovereenkomsten voor bepaalde tijd worden teruggedraaid.

Deze wijziging leidt ertoe dat verhuurders van zelfstandige woonruimte en van onzelfstandige woonruimte (zoals kamers) in de regel alleen vaste huurovereenkomsten kunnen aanbieden, dat wil zeggen: huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Tijdelijke verhuur blijft mogelijk onder specifieke voorwaarden.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 16 mei 2023 aangenomen.

Voor: SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, SGP, CDA, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: VVD, FVD en Groep Van Haga.

Afwezig: Lid Gündoğan.

De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 7 november 2023. De Eerste kamer heeft het voorstel op 14 november 2023 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: OPNL, GroenLinks-PvdA, SGP, D66, PVV, CDA, Volt, PvdD, SP, ChristenUnie en 50PLUS.

Tegen: FVD, VVD, JA21 en BBB.

De motie-Rietkerk (CDA) over hospitaverhuur (EK, E) is na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.

De commissie verwacht dat de minister van BZK haar uiterlijk in de maand juni 2024 informeert over de uitkomsten van de belangenafweging en de conclusies die daaruit getrokken worden.


Kerngegevens

ingediend

16 september 2022

titel

Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten (Wet vaste huurcontracten)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Over de inwerkingtreding heeft de minister van BZK tijdens de plenaire behandeling op 7 november 2023 het volgende opgemerkt:

'Wanneer zou dit wetsvoorstel in werking moeten treden? Eigenlijk zo snel als het kan, denk ik. Ik denk dat de initiatiefnemers dat ook van ons verlangen. Ik vind het wel belangrijk dat het wetsvoorstel op hetzelfde moment in werking treedt als de afronding van de besluitvorming over de AMvB. Het wetsvoorstel behandelen we vandaag en het stemmen gaat waarschijnlijk volgende week gebeuren, althans, als u dat behaagt, uiteraard. De AMvB is nu in consultatie' [tot 4 december 2023] 'Als hij uit consultatie komt, gaat hij in voorhang. Daar gelden gewoon de geëigende procedures en termijnen voor. Als dat is afgerond, ben ik op zichzelf genomen best bereid om niet te wachten tot het eerstvolgende vaste verandermoment van 1 juli. Dat heb ik ook tegen de initiatiefnemers gezegd. Stel dat het op 1 april of 1 mei zou kunnen, dan vind ik dat ook best. Dus zodra de voorhang' [brief ontvangen op 2 februari 2024] 'is afgerond. U heeft daar zelf ook de hand in, natuurlijk, want u bent zelf onderdeel van die voorhangprocedure.'

De Eerste Kamer is bij brief van 13 december 2023 (EK, G met bijlage) door de minister van BZK geïnformeerd over de bekrachting van dit wetsvoorstel 'Het kabinet zal zorg dragen voor een zo spoedig mogelijke bekrachtiging en plaatsing in het Staatsblad. Het kabinet streeft naar spoedige inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten, waarbij de exacte datum afhankelijk is van de duur van de totstandkomingsprocedure van de in het (gewijzigde) artikel 7:271 lid 2 BW bedoelde algemene maatregel van bestuur.'

De commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) heeft bij brief van 2 februari 2024 van de minister van BZK het Ontwerpbesluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst (EK, H met bijlagen) ontvangen.


Documenten

62
Bladeren:
[1-50] [51-62] documenten
Bladeren:
[1-50] [51-62] documenten