Behandeling wetsvoorstel eigen bijdrage veroordeelden aangehouden



De Eerste Kamer heeft dinsdag 7 juni 2016 gedebatteerd met minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) over een wetsvoorstel over de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van strafvordering en slachtofferzorg. Na de eerste termijn van de kant van de Kamer verzocht de minister de Eerste Kamer de verdere behandeling van het wetsvoorstel (gezien de grote hoeveelheid inhoudelijke en principiële vragen) aan te houden. De Kamer honoreerde dit verzoek.

Dit wetsvoorstel voegt aan het Wetboek van Strafvordering een regeling toe waardoor veroordeelden een deel van de kosten voor de opsporing, vervolging en berechting van het strafbare feiten moeten betalen. Deze gedeeltelijke doorberekening van de kosten

zijn niet alleen de kosten voor de vervolging van de dader, maar ook de kosten voor de zorg aan slachtoffers.

Financieel gedreven

Senator Rombouts (CDA) betoogde dat het wetsvoorstel voornamelijk financieel gedreven is. Dit betekent een breuk in het zorgvuldig opgebouwde systeem van strafvordering. Ook brengt dit het resocialiseren van veroordeelden in gevaar en levert het een grotere kans op recidive op. Het volgens de senator nog maar de vraag of het beoogde financiële doel van het wetsvoorstel gehaald zal worden. Hij uitte ook zorgen over de bureaucratische rompslomp als gevolg van het uitgebreide pakket van uitzonderingsregels in de incassostrategie. Rombouts stelde voor om eerst de herziening van het Wetboek van Strafrechtvordering af te wachten en daarna (indien noodzakelijk) dit vraagstuk op te lossen.

Geen straf

Senator Schouwenaar (VVD) betoogde dat de eigen bijdrage geen deel uitmaakt van de straf. Het gaat om het principe dat diegenen die de strafwet overtreden ook meebetalen aan de kosten van het strafproces. Dat strafrechtpleging een primaire overheidstaak is, betekent volgens de senator niet dat alle kosten automatisch voor rekening van de belastingbetaler moeten komen. Een veroordeelde kan volgens Schouwenaar goed onderscheid maken tussen een boete en een vast bedrag als bijdrage in de kosten.

Principieel en proportioneel onjuist

Senator Bikker (ChristenUnie) vroeg of strafrechters niet toch bij de strafoplegging rekening zullen gaan houden met de eigen bijdrage. Volgens Bikker legt het wetsvoorstel een nieuwe rekening op de mat van ex-gedetineerden. Dit werpt een extra drempel op voor een geslaagde terugkeer in de samenleving. Bikker haalde aan dat er verschillende cijfers worden gehanteerd van het percentage veroordeelden dat bezwaar of beroep instelt. Dit maakt de financiële implicaties van het wetsvoorstel onduidelijk. Senator Bikker vroeg ook in hoeverre het proportioneel is om veroordeelden te laten bijdragen aan strafrechtkosten, aangezien evenementorganisaties niet hoeven bij te dragen aan de kosten van de beveiliging.

Maatschappelijke rancune

Senator Engels (D66) sprak in zijn bijdrage mede namens de fracties van OSF en Partij voor de Dieren. Engels vroeg in hoeverre een bijdrage aan de kosten voor opsporing, vervolging en berechting beantwoordt aan het noodzakelijke evenwicht tussen strafvorderlijke rechtsbeginselen en wisselende strafvorderlijke belangen. De drie fracties vinden het niet op voorhand overtuigend dat een in het regeerakkoord opgenomen bezuinigingsdoelstelling bepalend is voor dit wetsvoorstel. Ook kan niet worden uitgesloten dat het wetsvoorstel tegemoet komt aan maatschappelijke gevoelens van rancune ten opzichte van veroordeelden. Engels nodigde de minister uit om in te gaan op de kritiek van de Raad van State, Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, Raad voor de Rechtspraak en Nederlandse Orde van Advocaten. Het is volgens Engels zeer de vraag of de eigen bijdrage niet als extra straf wordt ervaren en of rechters dit niet toch zullen laten meewegen in de strafmaat. Verder merkte de senator op dat het staatsrechtelijk onzuiver is om nadere regels over termijn, hoogte en maximum van de bijdrage op te nemen in een Algemene Maatregel van Bestuur.  

Principieel onjuist

Senator Strik (GroenLinks) noemde het principieel onjuist om mensen mee te laten betalen aan hun strafrechtelijke veroordeling. Het doorberekenen van kosten is weliswaar te billijken in procedures waarbij burgers zelf de regie hebben, maar niet in het strafrecht. Bovendien zal het wetsvoorstel de schuldenlast van gedetineerden verder laten oplopen, waardoor de startpositie na detentie verslechtert. Veroordeelden die in een financieel zwakkere positie zitten, zullen het moeilijker krijgen om op een goede manier te resocialiseren. Ook levert het moeilijke situaties op als een strafrechter ervoor kiest om geen straf op te leggen maar wel overheidskosten doorberekent. Strik haalde aan dat het Europees Mensenrechtenhof heeft bepaald dat een administratieve heffing wel degelijk een strafsanctie in de zin van artikel 6 EVRM kan zijn. Verder is het in strijd met het ne bis in idem beginsel dat inhoudt dat mensen niet tweemaal voor hetzelfde feit mogen worden veroordeeld.   

Meer kosten dan baten

Senator Wezel (SP) stelde dat het wetsvoorstel meer zal kosten dan het oplevert. Wezel vroeg waarom de regering hier het 'de vervuiler betaalt'-beginsel toepast en niet bijvoorbeeld de politie-inzet bij voetbalwedstrijden. Ook vroeg de senator waarom er niet is gekozen voor bestaande boete-mogelijkheden en welke overheidstaken hierna zullen worden doorberekend. De senator haalde aan dat er in het Verenigd Koninkrijk een vergelijkbaar wetsvoorstel was ingediend, wat inmiddels vanwege grote kritiek is ingetrokken. Wezel betoogde dat niet duidelijk is welke maatschappelijke kosten het wetsvoorstel met zich brengt en vroeg om een kosten-batenanalyse van het Centraal Plan Bureau. Zij vroeg ook of er onderzoek is gedaan naar de invloed op de schuldenpositie van de veroordeelden en wat de nieuwe taken van het CAK worden. Burgers zijn volgens de senator niet altijd zelfredzaam genoeg om aan te geven dat zij weinig betalingsmogelijkheden hebben.   

Schuldenproblematiek

Senator Beuving (PvdA) vroeg waarom er voor is gekozen om ook ter beschikking gestelden een eigen bijdrage te laten betalen. Het gaat hier immers om veroordeelden die niet of sterk verminderd toerekeningsvatbaar zijn. Beuving haalde aan dat van diverse zijden kritiek is gewezen op de maatschappelijke problemen die kunnen ontstaan door de vergrote schuldenproblematiek van de veroordeelden. De senator betwijfelt of maatregelen als uitstel van betaling en de inkomens- en vermogenstoets hier voldoende aan tegemoet komen. Het is volgens Beuving een bekend verschijnsel dat mensen met ernstige schulden niet rationeel omgaan met hun financiën. De senator vroeg de minister bovendien waarom de hoogte van de eigen bijdrage wordt geregeld per Algemene Maatregel van Bestuur. Tot slot haalde zij aan dat de eigen bijdrage in de strafvordering in 1896 is geschrapt vanwege de omvangrijke en lastige administratie en de kosten van de inning. Deze argumenten worden ook nu weer van diverse zijden aangevoerd.                            

Verzwakt voorstel

Senator Van Weerdenburg (PVV) betoogde dat het wetsvoorstel door alle amendementen en wetswijzigingen in de Tweede Kamer aanzienlijk is verzwakt. Het overtreden van de wet is volgens Van Weerdenburg in de meeste gevallen een bewuste keuze van de veroordeelde. Met deze overtreding is vervolgens een lange strafrechtketen belast. Het is volgens de senator dan ook logisch en acceptabel om veroordeelden mee te laten betalen aan de kosten van de strafvordering. Van Weerdenburg vreest dat strafrechters de eigen bijdrage zullen meewegen in de strafmaat en vroeg de minister hoe dit kan worden voorkomen. De senator betwistte dat schulden leiden tot recidive. Ook betoogde zij dat de omstandigheden in Nederlandse gevangenissen relatief luxe zijn.



Deel dit item: