Kamer wil voor de zomer uitsluitsel van het kabinet over rapport Staatscommissie



De Eerste Kamer heeft dinsdag een motie van senator Vos (PvdA) aangenomen die de regering verzoekt uiterlijk voor het zomerreces van 2020 een reactie te geven op de overgebleven adviezen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel en de uitwerkingen van de eerder door het kabinet overgenomen adviezen. De fracties van CDA, GL, D66, SP, PvdD, PvdA, CU, SGP, FVD, 50PLUS en Fractie-Otten stemden voor de motie; de fracties van VVD en PVV stemden tegen. De OSF was afwezig.

De Eerste Kamer stemde dinsdag in totaal over vijf moties die op dinsdag 4 februari waren ingediend tijdens het debat met minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over het parlementair stelsel van Nederland. Dit gebeurde naar aanleiding van het rapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel onder leiding van oud-minister Remkes. Ook de reactie van het kabinet op het rapport en op de motie-Schalk c.s. over opschorting van het wetgevingsproces met betrekking tot de verkiezing van de Eerste Kamer maakten deel uit van het debat.

De motie van senator Van Hattem (PVV) die uitsprak de inzet te ondersteunen voor de afschaffing van de Eerste Kamer, mocht daartoe een voorstel worden gedaan door het kabinet of de Tweede Kamer, werd verworpen. Van Hattem had gevraagd om een hoofdelijke stemming over deze motie. Veertien senatoren (FVD en PVV) stemden voor de motie, 58 senatoren stemden tegen.

De motie van senator Cliteur (FVD) om een positieve grondhouding aan te nemen ten aanzien van het instrument bindend correctief referendum, werd verworpen. De fracties van PVV, SP, PvdD, PvdA, FVD, 50PLUS en Fractie-Otten stemden voor; de fracties van CDA, GL, D66, CU, SGP en VVD stemden tegen.

De motie van senator Cliteur (FVD) die uitspreekt dat een verschuiving van het zwaartepunt van de macht van de wetgevende macht naar de rechtsprekende macht, de democratie ondermijnt, werd verworpen. Alleen de fracties van PVV, SGP en FVD stemden voor de motie.

De motie van senator Otten (Fractie-Otten) die de regering verzoekt om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het invoeren van een gekozen minister-president, werd verworpen. Alleen de fracties van PVV, FVD en Fractie-Otten stemden voor de motie.

Achtergronden

De Eerste Kamer nam in februari 2016 de motie-Duthler aan die de opmaat vormde voor de bezinning op het parlementaire stelsel. In juli 2016 stuurden Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol en Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib het kabinet hierover een brief. In 2017 begon de Staatscommissie Parlementair Stelsel aan haar werkzaamheden.

De Staatscommissie, onder voorzitterschap van oud-minister Remkes, bracht in december 2018 haar rapport uit. Daarin werd het nut van de rol van de Eerste Kamer in ons staatsbestel bevestigd.

Het eerste deel van de kabinetsreactie verscheen in de zomer van 2019. Het kabinetsstandpunt gaat onder meer in op de door de staatscommissie gesignaleerde tekortschietende inhoudelijke vertegenwoordiging van een deel van de bevolking en de volgens het kabinet noodzakelijke versterking van de democratische rechtsstaat.

Het debat ging niet alleen over de Eerste Kamer, maar ook over andere adviezen van de Staatscommissie en voorstellen van het kabinet. Zo werd in het debat uitvoering gesproken over de voor- en nadelen van het toetsen aan de Grondwet door de rechter (constitutionele toetsing), de kloof tussen politiek en bestuur aan de ene kant en de burgers aan de andere, eventuele aanpassing van het kiesstelsel en mogelijkheid van een bindend correctief referendum.


Deel dit item: