Wet toekomst pensioenen: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde twee dagen lang met minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (APP) over het voorstel Wet toekomst pensioenen dat voortkomt uit het in 2019 door het kabinet en werknemers- en werkgeversorganisaties gesloten Pensioenakkoord. Op verzoek van senator Van Rooijen (50PLUS) vindt op 30 mei een derde termijn van het debat plaats. Aansluitend is er op verzoek van senator Kox (SP) een ordedebat over een mogelijk constitutioneel gebrek. De stemmingen over het wetsvoorstel en de ingediende moties vinden 30 mei in de avond plaats, in verband met de Eerste Kamerverkiezingen die middag. Op verzoek van senator Van Rooijen zal hoofdelijk worden gestemd over het wetsvoorstel.

Dat er een toekomstbestendiger pensioenstelsel moet komen, daarover was men het in de Eerste Kamer in meer of mindere mate eens. De woordvoerders waren wel verdeeld over de vraag of het voorliggende stelsel het juiste is. De voorstanders menen dat er voldoende waarborgen in de wet zijn ingebouwd en dat het nieuwe stelsel net als het oude solidair is. Bovendien vonden zij dat het transparanter en eerlijker voor de pensioendeelnemers is, omdat niet langer sprake is van een gegarandeerde uitkering. Een garantie die in het oude stelsel wordt gegeven, maar de afgelopen vijftien jaar al niet is nagekomen.

De tegenstanders van het wetsvoorstel zijn van mening dat onder meer de beginselen van de rechtsstaat onder druk komen, omdat het bezwaarrecht voor de individuele pensioendeelnemers wordt geschrapt. Ook vragen zij zich af waarom ook de huidige gepensioneerden naar het nieuwe stelsel moeten overgaan. Zij stellen voor om huidig en nieuw stelsel parallel aan elkaar te laten bestaan. Verder vindt een deel van de tegenstanders dat het wetsvoorstel niet zorgvuldig genoeg behandeld is en bovendien door de nieuwe Eerste Kamer die op 13 juni a.s. wordt geïnstalleerd, moet worden behandeld.

De grootste zorg van zowel voor- als tegenstanders vormt de invoering van de wet. Zij voorzien dat de in de wet genoemde datum van invoering (1 januari 2027) te vroeg zou komen voor de pensioenfondsen. In de zogeheten transitieperiode moeten miljoenen pensioenen worden overgezet naar het nieuwe stelsel. De minister kwam aan deze zorg tegemoet door toe te zeggen dat zij deze periode met een jaar zou verlengen, tot 1 januari 2028. Ook drongen alle woordvoerders aan op goede en toegankelijke communicatie over de nieuwe wet, zodat pensioendeelnemers weten wat de overgang naar het nieuwe stelsel voor hun individuele situatie betekent.

In het debat wees senator Kox (SP) bovendien op een mogelijk constitutioneel gebrek. Aanpassingen van geldelijke voorzieningen die hieronder vallen, kunnen alleen met een twee derde meerderheid worden aangenomen, betoogde Kox aan de hand van een wet uit 2013 die op basis hiervan is ingetrokken. Minister Schouten reageerde aan het eind van de eerste dag van het debat met een brief op de vraag van Kox. Volgens de brief worden de geldelijke voorzieningen niet aangepast en is daarom geen twee derde meerderheid nodig. Hierover vindt een ordedebat plaats op 30 mei, na de derde termijn en vóór de stemmingen.


Over het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met de herziening van het pensioenstelsel en enkele andere wijzigingen. Het wetsvoorstel komt voort uit het in 2019 door het kabinet met werknemers- en werkgeversorganisaties gesloten akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel en de Hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord. Dit wetsvoorstel werkt de in deze notitie beschreven hoofdlijnen uit en verankert deze in de wet- en regelgeving. Het wetsvoorstel bevat verder voorstellen voor de standaardisering van het nabestaandenpensioen, de experimenteerruimte voor de pensioenopbouw door zelfstandigen en de inkorting van de wachttijd voor werknemers in de uitzendsector.


Moties

Er zijn 23 moties ingediend.

  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet een novelle op te stellen en in te dienen die erin voorziet dat de overgang van pensioenrechten en aanspraken naar een nieuw stelsel van pensioenen niet in strijd is met de hiervoor genoemde bepalingen, een rechterlijke toets aan die bepalingen met zekerheid kan doorstaan en ervoor zorg te dragen dat de Wet toekomst pensioenen pas in werking treedt op het tijdstip waarop ook de novelle in werking treedt. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet om een aparte en onafhankelijke toezichthouder in te stellen die verantwoordelijk is voor het toezicht op de pensioensector. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet een novelle in te dienen die erin voorziet dat artikel XIIA uit het voorstel tot Wet toekomst pensioenen wordt geschrapt. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet een novelle voor te bereiden en in te dienen waarin artikel 150 van het voorstel van de Wet toekomst pensioenen en de daaraan verwante artikelen zodanig aan te passen dat hierin alsnog het individueel bezwaarrecht voor iedere rechthebbende (deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden) wordt opgenomen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet de Wet toekomst pensioenen, indien deze door de Eerste Kamer zou worden aanvaard, pas in werking doen treden nadat de inhoud van alle uitvoeringsregelingen bekend is en vaststaat waarbij voldoende tijd en gelegenheid is geweest voor alle betrokken instanties om deze inhoud te kunnen incorporeren. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet om een novelle op te stellen die duidelijkheid verschaft over de wijze waarop de Appa-regeling (de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers) wordt aangepast naar aanleiding van de Wet Toekomst Pensioenen en die inzicht geeft in de financiële consequenties van deze aanpassing. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet om een novelle op te stellen en in te dienen die erin voorziet dat de Appa-regeling wordt losgekoppeld van de Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds-regeling en doorgaat als zelfstandige pensioenregeling die geheel via de begroting wordt gefinancierd. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Crone verzoekt de regering in overleg met sociale partners te komen tot een voortzetting en voor lager betaalden een verruiming van de RVU (regelingen voor vervroegde uittreding) of daarmee vergelijkbare regeling en de Kamers voor Prinsjesdag te informeren over de uitkomsten. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister.
  • De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering om een onderzoek in te stellen hoe de achterblijvende pensioenopbouw van vrouwen in het nieuwe pensioenstelsel kan worden weggenomen en de uitkomsten daarvan, alsmede de beleidsvoornemens en het tijdpad van de regering om deze pensioenkloof te dichten, met de Kamer te delen. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister.
  • De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering in overleg met sociale partners te stimuleren dat deelnemers bij het naderen van de pensioenleeftijd gewezen worden op de mogelijkheden om langer door te werken en welke financiële voordelen dit heeft voor betrokkenen. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister.
  • De motie-Moonen c.s. verzoekt de minister om, in overleg met de minister van Justitie en Veiligheid, een regeling te ontwerpen die voldoet aan genoemde kenmerken en in de vorm van een Algemene Maatregel van Bestuur bij beide Kamers voor te hangen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen verzoekt de minister om een novelle in te dienen met als uitgangspunten: het nabestaandenpensioen voor vroeg overlijden in te richten als een combinatie van een opbouw pensioen en een risicoverzekering; en de risicoverzekering geeft een dekking voor de nog ontbrekende opbouw. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen verzoekt de voorstellen over de afschaffing van de doorsneepremie uit het wetsvoorstel te schrappen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen verzoekt het kabinet een novelle in te dienen die er toe strekt de voorrang van compensatie boven indexaties uit het wetsvoorstel te schrappen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen verzoekt de regering een vaste rekenrente van 2% te hanteren gedurende transitieperiode en mogelijk ook daarna. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Van Rooijen verzoekt het kabinet een novelle in te dienen ten einde de life cycle -methode uit het wetsvoorstel te schrappen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Prast verzoekt de regering pensioenfondsen op te dragen dat zij pensioendeelnemers en gepensioneerden de mogelijkheid bieden beleggingen die slecht zijn voor dierenwelzijn uit te sluiten voor de opbouw van hun persoonlijk pensioenvermogen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Prast verzoekt de regering om uit te spreken dat de prudent person -regel impliceert dat fondsen zich moeten terugtrekken uit fossiele beleggingen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Prast verzoekt de minister pensioenfondsen te verzoeken de pensioenvooruitblik te laten luiden in zowel euro's als in procenten van het huidige inkomen. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Prast verzoekt de regering maatregelen te treffen om aan de naar rato aftopping van deeltijders een einde te maken, en de Kamer daarover binnen een half jaar te informeren. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Prast verzoekt de regering jaarlijks een expliciet weegmoment te laten plaatsvinden waarin kan worden bezien of voor een beheerste transitie meer tijd moet worden genomen. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister.
  • De motie-Prast verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om een bindend referendum over het investeringsbeleid onder pensioendeelnemers mogelijk te maken en beide Kamers daarover binnen zes maanden te rapporteren. Deze motie is ontraden.
  • De motie-Oomen c.s. verzoekt de minister in de komende veegwet de problematiek met het nabestaanden- en wezenpensioen te regelen. Deze motie kreeg Oordeel Kamer als advies van de minister voor het deel wezenpensioen, niet voor het nabestaandenpensioen.

Impressie van het debat

GroenLinks: Verleng transitieperiode met twee jaar

Senator Van Gurp (GroenLinks) betoogde dat het nieuwe stelsel dynamischer moet zijn, meer aandacht moet hebben voor mensen die het moeilijk trekken en er vooral ook aan moet bijdragen dat veel meer mensen pensioen gaan opbouwen. Het gaat om meer dan het technisch omkatten van het huidige systeem. Karikaturen van voor- en tegenstanders van de wet belemmeren volgens Van Gurp het zicht op de werkelijkheid. Garanties gelden alleen nog voor de inleg, niet meer voor de uitkering. Het kan dus meer, maar ook minder worden. Een zorg van GroenLinks betreft de 900.000 mensen die geen pensioen opbouwen in de tweede pijler waarover dit wetsvoorstel over gaat. Willen we ons pensioenstelsel toekomstbestendiger maken, dan moeten we ons inzetten om te zorgen dat meer mensen pensioen gaan opbouwen, aldus Van Gurp. Hij vroeg hoe de minister druk op de ketel houdt om verkleining van het aantal mensen zonder pensioenopbouw te realiseren. Hij wees ook op zorgen over de uitvoering. De transitiefase kan goed gaan, maar er kunnen ook ongelukken gebeuren. Dat moet voorkomen worden. Het kan toch niet zijn dat wij 'ja' zeggen tegen een wet waardoor sommige mensen er vervolgens aanzienlijk op achteruit gaan, vroeg Van Gurp. Volgens hem is de transitieperiode tot de inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2027 kort dag. Het zal volgens hem voor de fondsen en de uitvoerder een hell of a job zijn om het op tijd voor elkaar te krijgen. Daarom vroeg hij of de minister bereid is om met reparatiewetgeving te komen die de transitieperiode met twee jaar oprekt. Het laatste punt waarvoor Van Gurp aandacht vroeg is de communicatie over het nieuwe stelsel. Hij vroeg de minister om te bewerkstelligen dat belangenorganisaties eerder in het proces worden betrokken, dat is ook belangrijk voor draagvlak, betoogde hij. Over de communicatie naar de pensioendeelnemers maakte Van Gurp zich zorgen of het voor iedereen is weggelegd om te doorgronden wat verstandigste keus is. Hij zou graag zien dat iedereen een persoonlijk gesprek kan krijgen met zijn pensioenfonds. Bovendien vroeg hij om speciale aandacht voor laaggeletterden.

PvdA: Onvermijdelijke stap

Senator Crone (PvdA) die het debat samen met Van Gurp heeft voorbereid sloot in zijn bijdrage nadrukkelijk aan bij het pensioenakkoord. Volgens hem was het oude stelsel niet goed genoeg meer en is dit wetsvoorstel een onvermijdelijke stap. Zo kon 15 jaar lang de belofte van een zeker nominaal pensioen niet worden waargemaakt. Ook heeft 25% van de werkenden nu geen pensioenregeling en is het stelsel niet altijd solidair. Wie jongeren spreekt, ziet dat het vertrouwen dat er voor hen nog geld in de pot zit, enorm achteruit is gegaan, zei Crone. De koppeling met de AOW is voor de PvdA van belang, die moet gehandhaafd blijven. Ook wil de fractie vasthouden aan het dalen van de collectieve risico's. Het is volgens Crone belangrijk dat er meer ruimte komt in de derde pijler zodat meer zzp'ers pensioen opbouwen. Het is goed dat de garantie op een nominaal of geïndexeerd pensioen verdwijnt, omdat het een schijnwerkelijkheid is. In het huidige stelsel is De Nederlandsche Bank dominant bij de beleggingsrendementen, en is het voor de burger een black box . In het nieuwe stelsel wordt dat transparanter, omdat veel meer mensen worden betrokken. De solidariteit blijft overeind, het stelsel wordt transparanter en we zijn eerlijker dat het een keer mis kan gaan, maar volgens berekeningen dus zo vaak. Waarom is de beeldvorming dan anders, vroeg Crone. Het is dus niet alleen een beleggingsfonds, maar ook een risicoverzekering. Ook wordt net nabestaandenpensioen aanzienlijk verbeterd en kun je niet zomaar pensioenfonds-hoppen. De PvdA heeft net als GroenLinks zorgen over de uitvoeringsproblemen, in het bijzonder de duur van de transitieperiode. Crone denkt eveneens dat 3,5 jaar te kort is. Over de bezwaarmogelijkheden voor individuen zei hij dat mensen wel degelijk hun recht kunnen halen. Tot slot wees hij erop dat zware beroepen onderdeel zijn van het pensioenakkoord. Dat is voor de PvdA belangrijk bij de eindafweging.

D66: Koopkrachtiger stelsel is nodig

Senator Moonen (D66) zei dat het vermogen tot aanpassingen de kracht is van ons pensioenstelsel. Redenen waarom aanpassing nu wel nodig is, zijn dat er veel is gespaard, maar dat de pot niet in een keer uitgekeerd kan worden. Een koopkrachtiger stelsel is nodig met meer transparantie, aldus Moonen. Dit stelsel zal er volgens haar toe leiden dat je een makkelijker uitlegbaar systeem hebt. Ze vroeg de minister hoe zij garandeert en bevordert dat de wijziging van het stelsel op een toegankelijke en begrijpelijk manier wordt uitgelegd. Moonen vroeg of deze aanpassing rechtvaardig en evenwichtig uitpakt voor alle groepen. Actieve deelnemers tussen 40 en 50 hebben relatief veel ingelegd: profiteren zij wel genoeg, vroeg zij. Het is volgens D66 goed dat fondsen afspraken moeten maken over compensatie voor nadelige gevolgen tijdens de transitie. Wat doet minister om pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen, wilde Moonen weten. Ook maakte zich zorgen over de kloof tussen ouderen en jongeren. Er zitten tien keer zoveel gepensioneerden bij de vakbond dan jongeren, ook zijn jongeren ondervertegenwoordigd in de pensioenfondsen en ondernemingsraden. Ze wees erop dat met een amendement van de Tweede Kamer in de wet is opgenomen dat jongeren betrokken moeten worden. Over de uitvoerbaarheid vroeg Moonen aan de minister of er nu nog genoeg tijd is om per 1 januari 2027 over te gaan. Voor D66 zijn de 1,1 miljoen zelfstandigen in Nederland een belangrijke groep. Velen van hen bouwen geen pensioen op. Moonen is daarom blij met reductiedoelstelling om 450.000 van hen wel pensioen te laten opbouwen. Ze vroeg hoe de minister ervoor gaat zorgen dat zelfstandigen in alle sectoren mogelijkheden hebben om bij pensioenfondsen in alle sectoren kunnen aansluiten. Tot slot vroeg ze nog aandacht voor de keus voor een bedrag ineens, in het bijzonder mensen met weinig doenvermogen. Hoe worden zij beschermd tegen het maken van een keuze die eerst gunstig lijkt, maar het na een paar jaar niet is: hoe gaat de minister daar invulling aan geven, besloot Moonen.

Fractie-Frentrop: Pensioen wordt financieel product

Senator Frentrop (Fractie-Frentrop) sprak mede namens de FVD-fractie. Hij is niet tegen de verandering van het stelsel. Dat is juist nodig, bijvoorbeeld omdat het veel te duur is: de Nederlander werkt gemiddeld een dag per week voor zijn pensioen. Daarom kwamen jongeren een aantal jaar geleden vragen om een nieuw stelsel. Maar het voorliggende voorstel gaat vooral over het verleden, over het verdelen van de oude pot. Jongeren gaan extra beleggen met geld van ouderen. Als het goed gaat op de beurs is dat prima, als het fout gaat natuurlijk niet. Echt nieuw is volgens Frentrop dat de kern uit het oude stelsel wordt gehaald, namelijk de solidariteit. Dat pensioenen meestijgen met de lonen. Het is een sociale regeling, waaraan ook nadelen zijn verbonden: je kunt er bijvoorbeeld geen rechten aan ontlenen. De pensioengerechtigde weet niet op welk bedrag hij aanspraak kan maken. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen bestaat de basis van solidariteit en vertrouwen niet meer. Het pensioen gaat van vast naar flex. Als de beurzen substantieel dalen, dan dalen ook de pensioenen. Het pensioen wordt een financieel product, betoogde Frentrop. En daarmee raakt het wetsvoorstel volgens hem het vertrouwensbeginsel. Wat hem betreft vallen de pensioenen daarom onder de Wet financieel toezicht. Huidige gepensioneerden moeten houden waar ze recht op hebben, zei hij. De meeste gepensioneerden hebben geen idee wat er gaat gebeuren. Er wordt voor hen en over hen beslist. Bij wie kunnen de gepensioneerden terecht als het mis gaat? Is het bestuur dan aansprakelijk voor de schade, vroeg Frentrop. Laten we de solidariteit in stand houden voor de mensen die daarop vertrouwen, zei hij en stelde daarom voor om het huidige stelsel in stand te houden voor de huidige gepensioneerden en het nieuwe stelsel voor de nieuwe generatie in te voeren. Alle risico's die vastzitten aan het zogeheten invaren van de huidige gepensioneerden kunnen daarmee voorkomen worden, besloot hij.

50PLUS: Inbreuk op de rechtsstaat

Senator Van Rooijen (50PLUS) zei dat als burgers worden uitgesloten van een rechtsgang alle alarmbellen af gaan. De zorgvuldigheid van de behandeling van het wetsvoorstel wordt getoetst. Waarom zo'n haast? Van Rooijen hoopte dat de Kamer alle argumenten rustig wil overwegen en pas een besluit neemt als wij in elk opzicht menen onze plicht te hebben gedaan. Bij dit wetsvoorstel staat volgens 50PLUS ook nut en noodzaak van de Eerste Kamer op het spel. Mensen worden volgens Van Rooijen zoet gehouden met prachtige vergezichten: dat het nieuwe stelsel zou leiden tot een koopkrachtiger pensioen. Maar de toekomst is fundamenteel onzeker, betoogde hij. De rekenmodellen van de minister gaan uit van een wereld die al lang niet meer bestaat: van lage inflatie en van lagere rentes. Er is geen aandacht voor hoge inflatie en hoge rentes, aldus Van Rooijen. Hij vroeg de minister waarom de lijn van twee stelsels naast elkaar niet overwogen is. In het nieuwe stelsel is de weg naar de rechter afgesneden. Over het eigendomsrecht (opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten) maakte hij zich grote zorgen. Indien de Kamer akkoord gaat worden rechtsregels geschonden en is sprake van een inbreuk op de beginselen van de rechtsstaat, aldus Van Rooijen. Ook hij wees op mogelijke problemen bij de uitvoering. Als het ergens de afgelopen jaren mis is gegaan in Nederland, dan is het wel in de uitvoering. Van zelfreflectie is geen enkele sprake, zei hij. Volgens hem zijn veel onderdelen van de Wet toekomst pensioenen zo ingewikkeld dat meer tijd voor de uitvoering niet zal helpen. Van Rooijen verwacht dat de invoering van de nieuwe wet langer zal duren. Er is een veel te riskante vertrouwenswissel getrokken op de burger. Deze wet gaat alleen maar nieuwe onzekerheden brengen, zei hij. Volgens hem is De Nederlandsche Bank (DNB) te veel bezig geweest met toezicht houden in plaats van het beoordelen of deze wet wel uitvoerbaar is. De gebrekkige juridische onderbouwing voor het afschaffen van het eigendomsrecht en zorgen om de uitvoerbaarheid vormen de kern van de zorgen van 50PLUS, besloot Van Rooijen.

VVD: Overgang is wenselijk en doenbaar

Volgens senator Van Ballekom (VVD) past de Eerste Kamer enige bescheidenheid omdat het wetsvoorstel het eindresultaat is van jarenlange gesprekken en onderhandelingen tussen verschillende sociale partners en het kabinet. Ook de Tweede Kamer is net als de Eerste Kamer niet over een nacht ijs gegaan bij de behandeling, zei hij. Hij vond het belangrijk vast te stellen dat het pensioen een keuze is voor de ondernemer en vooral eerlijker voor allen die zelf in hun pensioen moeten voorzien. Er bestaan geen gegarandeerde rechten in het huidige systeem, net als die niet in het nieuwe bestaan, aldus Van Ballekom. Veel van de maatschappelijke onvrede komt volgens hem voort uit de slechte communicatie. Er is een klachten- en geschillenprocedure opgenomen en daar kan een individu ook een klacht indienen als het zogeheten invaren in het nieuwe stelsel naar diens mening niet goed is gegaan. Daarbij zijn er ook nog andere, juridische, mogelijkheden. De stelling dat bij aanvaarding van deze wet ieder recht verloren gaat, is ongefundeerd en bangmakerij, zei Van Ballekom. Over de verplichtstelling waardoor uitvoeringskosten laag blijven en risico's collectief worden gedeeld zei hij dat het belangrijk is om niet alleen Nederlandse instanties hierover te laten oordelen, maar ook Brussel met het ook op een rechtsgang naar het Hof van Justitie in Luxemburg. Over het nabestaandenpensioen vroeg hij de minister of het klopte dat gevolgen substantieel kunnen zijn als de deelnemer overlijdt voor de pensioenleeftijd is bereikt, maar dat dat ook al onder het huidige systeem is. Van Ballekom concludeert alles afwegende dat het niet bij het oude kan blijven. De overgang naar nieuwe stelsel is wenselijk en doenbaar.

SP: Haastige spoed is zelden goed

Senator Kox (SP) wees op een mogelijk constitutioneel gebrek. Met het wetsvoorstel wordt namelijk ook de algemene pensioen- en uitkering politieke ambtsdragers (Appa) overgezet naar het nieuwe stelsel. Aanpassingen van geldelijke voorzieningen die hieronder vallen, kunnen alleen met een twee derde meerderheid worden aangenomen, betoogde Kox aan de hand van een wet uit 2013 die op basis hiervan is ingetrokken. Over het wetsvoorstel zelf zei hij dat dat tot nu toe onvoldragen is en een finaal oordeel beter kan worden uitgesteld. De vraag moet niet zijn hoe lang er in het verleden over gepraat is, maar wat de belangen in de toekomst zijn van miljoenen burgers. Als je zo'n hoog gewaardeerd stelsel hebt, dan moet je wel heel sterk in je schoenen staan om het te hervormen, aldus Kox. Dat het recht van bezwaar wordt geschrapt, is mogelijk niet houdbaar voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg en zou daarom weleens een tijdbom kunnen zijn onder de wet. Hij noemde het een groot risico om aan de markt te worden overgeleverd. Van een collectieve sociale voorziening wordt het een financieel product. Volgens de minister is het wetsvoorstel uitvoerig getoetst op rechtmatigheid en uitvoerbaarheid. Experts zeggen echter iets anders, zei hij. Kox wilde weten hoe het toch komt dat de Eerste Kamer weinig zorgen heeft om mensen met zware beroepen in de bouw en in de zorg, en vooral bezig is met de pensioenen van hoogopgeleide Nederlanders. Kennis van financiële markten is aan veel minder mensen gegeven dan politici vaak lijken te denken, zei Kox. Hij concludeerde dat de steun voor het wetsvoorstel buiten de Kamer beperkt is. De regering volhardt volgens hem dat de Kamer 'ja' moet zeggen, terwijl er veel onzekerheden in deze wet zitten. Haastige spoed is zelden goed. Deze wet is in het beste geval nog niet af en moet verbeterd worden, bijvoorbeeld door middel van een novelle. In het slechtste geval is deze wet het verkeerde antwoord op een maatschappelijke vraag naar een houdbaar en betrouwbaar pensioenstelsel voor iedereen in de komende tijd, besloot Kox.

CDA: Transitieperiode verlengen

Senator Oomen-Ruijten (CDA) zei dat de grootste herverdeling van pensioenkapitaal ooit moet gebeuren op een manier die uitlegbaar is en op een manier die men vertrouwt. De indexatie-ambitie vindt geen doorgang als deze wet niet doorgaat. Dat vertellen de tegenstanders niet, zei Oomen. Het nieuwe stelsel kan beter scoren omdat er kleinere buffers nodig zijn, maar brengt ook risico's met zich mee. Tot groot verdriet van het CDA wordt iedere intergenerationele solidariteit rigide afgewezen met verwijzing naar het regeerakkoord. Het is Oomen niet ontgaan dat de onrust over het nieuwe stelsel groot is en dat ook de CDA-achterban verdeeld is. Ze zei geen enkele behoefte te hebben aan een nieuwe affaire. Alles moet voorkomen worden dat we over een aantal jaar spijt hebben dat we aan deze transitie zijn begonnen. Oomen heeft zorgen over de uitvoerbaarheid. Ze zou de transitieperiode willen verlengen tot 2030. De meeste fondsen zullen een aantal proefmigraties doen. Zijn niet alleen de data, maar ook om de interactie die er moet zijn met het vermogensbeheer. En dat is een majeure operatie die er voorheen niet was. Er zullen op punten oplossingen moeten komen voor hiaten die we nog zien, zei Oomen. Als voorbeeld gaf ze de toegang tot het recht en het nabestaanden- en wezenpensioen. Ze wees net als de VVD op het hiaat in de uitkering bij overlijden voor de pensioendatum, dat moet gerepareerd worden. Oomen twijfelt of mensen zich vrijwillig gaan verzekeren voor die situatie en doet daarom de suggestie om vrijwillig te verzekeren als default te stellen. Een groep nabestaanden die geen uitkering zou krijgen: dat moet je niet willen, aldus Oomen. Over het toezicht op de pensioenfondsen zei zij dat de rigide opstelling van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tot regieproblemen leidt. Oomen sloot zich aan bij de opmerkingen en Crone en Kox bij de regeling voor zware beroepen. Tot slot vroeg ze de minister of zij kon aangeven dat de overgang naar de Wet toekomst pensioenen geen honderden miljarden euro's gaat kosten, zoals nu rondgaat.

PvdD: niet gedwongen beleggen in dierenleed

Volgens senator Prast (PvdD) past het huidige stelsel niet bij een wereld van de zzp'er die in loondienst gaat en andersom. De PvdD wil een ander stelsel, bijvoorbeeld een stelsel waarin mensen van jong tot oud gelijk behandeld worden. In het voorliggende stelsel hebben deelnemers een individueel pensioenvermogen, maar kunnen ze daar niet vrij over beschikken. Dat heeft voor- en nadelen volgens Prast. Het voordeel is dat het stelsel de spaarder tegen zichzelf beschermt. Mensen zijn blij dat het geregeld wordt, en ze willen ook helemaal niet zelf beleggen. Een zwaarwegend nadeel is dat mensen gedwongen zijn om hun pensioen te stoppen in activiteiten die het leven op aarde bedreigen, zoals bioindustrie en fossiele brandstoffen. Prast vroeg of de minister bereid is stappen te zetten zodat mensen niet meer gedwongen kunnen worden om te beleggen in categorieën waarin ze niet willen beleggen. Ze wees er op dat mensen die in deeltijd werken worden benadeeld. De zogeheten aftoppingsregeling wordt naar rato op hen toegepast. Omdat dit veelal ook vrouwen zijn, is dat niet alleen deeltijddiscriminatie ook seksediscriminatie, volgens Prast. Ze hoopte op een toezegging dat de minister een einde gaat maken aan de achterstelling van deeltijders. Ook vroeg zij de minister of zij een onderzoek kon laten doen naar hoe het vrijwillig pensioensparen onder zzp'ers kan worden bevorderd. Prast vroeg net als de andere woordvoerders aandacht voor de uitvoerbaarheid van de wet. Uit onderzoek van EY blijkt volgens haar dat veel fondsen hun data niet op orde hebben. Dit baart de PvdD zorgen. Waarom zou het bij deze wet wel goed gaan, gezien de missers met ICT-systemen elders, vroeg Prast.

SGP: 1 januari 2027 kan een probleem worden

Senator Schalk (SGP) zei dat het uiteindelijk niet gaat om een systeem, maar of het goed is voor mensen. Over de rechtmatigheid van het wetsvoorstel vroeg hij of de minister kon aangeven wie er echt op vooruit gaat en wie erop achteruitgaat. Wordt het nieuwe systeem beter of slechter? Door de regering wordt gesteld dat juist de mogelijkheid van het opvangen van de inflatieschokken met die solidariteitsreserve ook in sterke mate afhankelijk is van de renteontwikkeling. Bij een hogere rente zijn er meer inkomsten voor die fondsen. Klopt het dat bij een hogere rente de solidariteitsreserve makkelijker kan worden gevuld of aangevuld en wat kan de regering doen als er hoge inflatie is en/of een lage rente Kunnen fondsen dan een reserve lager dan de vastgestelde 15% aanhouden, vroeg Schalk. Voor individuen die zich benadeeld voelen door de transitie, staat de klachten- en geschillenprocedure open. De regering geeft zelf aan dat een individu zich ook nog kan wenden tot de civiele rechter. Maar hoe kan een individueel probleem nu rechtgezet worden, terwijl een collectieve regeling wordt doorgezet? En ook Schalk sprak zijn zorg uit over de invoeringstermijn. 1 januari 2027 kan een probleem worden. Deskundigen hebben beaamd dat de complexiteit enorm is en de massaliteit komt daar nog eens bij. Waarom een datum in de wet terwijl we op andere dossiers merken dat een datum in de wet de samenleving op slot zet, vroeg Schalk tot besluit.

Fractie-Otten: Niet goed voor vertrouwen in de politiek

Volgens senator Otten (Fractie-Otten) lijkt het motto in de Kamer te zijn 'het is een slecht plan, maar we doen het toch'. Mensen hebben weinig vertrouwen in de politiek en dat wordt hiermee niet beter, betoogde hij. Veel werkende Nederlanders hebben überhaupt geen pensioen, omdat zij voor zichzelf werken. Zij zitten ook helemaal niet te wachten op een verplicht pensioen, aldus Otten. Bestaande pensioenafspraken van 10 miljoen Nederlanders worden op vrij willekeurige wijze ingevaren in het nieuwe stelsel. De Raad voor de Rechtspraak waarschuwt voor bezwaarprocedures die de gerechtelijke instanties kunnen doen ontsporen. Er is dus een probleem met de uitvoerbaarheid, zei Otten. Deze complexe wet is bedacht in de achterkamertjes door de sociale partners. De enige partij die niet aan tafel zat, is de kiezer. Otten sloot zich verder aan bij de inbreng van senator Van Rooijen omdat hij alle bezwaren haarscherp uiteen heeft gezet.

PVV: Onvoorstelbaar dat regering dit voorstelt

Senator Van Strien (PVV) zei dat jongeren meer rendement en meer risico kregen dan de ouderen. Om de jongeren meer rendement te bezorgen wordt voor hen belegd met geld dat wordt geleend van de oudere generaties. Dat is gokken. Of de jongeren met dat extra rendement blij moeten zijn, valt nog te bezien. Het wordt gestopt in potjes waarover mensen geen zeggenschap hebben, aldus Van Strien. Hij vroeg de minister waarom positieve verhalen worden verteld terwijl de fondsen het niet willen of kunnen uitleggen. Er komt nu een fundamenteel onzeker pensioen dat wordt gepropageerd met 'en nu kunnen we indexeren'. Maar we konden altijd al indexeren, zei hij. Het lijkt voor de hand liggend dat de werkgevers af wilden van het huidige stelsel. Dat de vakbonden akkoord zijn gegaan, is volgens Van Strien al niet te begrijpen, maar hij noemde het echt onvoorstelbaar dat de regering met dit wetsvoorstel is gekomen. Hoe verhouden de door de minister genoemde zeer geringe kosten voor het invaren per fonds zich tot het correct invaren per dossier, vroeg hij. Tot slot wilde hij weten of de minister dit nog steeds een transparanter systeem durft te noemen.

OSF: Evalueer resultaten van huidige stelsel

Volgens senator Raven (OSF) is er een verschil in interpretatie tussen coalitiepartijen en de partijen die in de Tweede Kamer het wetsvoorstel steunden over de datum van inwerkingtreding. Hij wees erop dat de belofte van een waardevast pensioen niet altijd is nagekomen, en dat rentes en beurscrashes een aanslag bleken te hebben gehad op de fondsen. Daarnaast is het pijnlijk om te constateren dat het kabinet in de jaren negentig een greep heeft gedaan uit de pensioenkas, zei Raven. Dat heeft geleid tot een forse deuk in het vertrouwen in het systeem. Waarom moet het stelsel op de schop terwijl het bekend staat als een van de beste stelsel ter wereld, wilde ook Raven weten. Deskundigen hebben de Kamer gewaarschuwd voor het echec dat kan ontstaan indien de aannames van het wetsvoorstel onjuist zijn. Het is volgens Raven belangrijk om de resultaten van de huidige pensioenwet te evalueren. Hij noemde het belangrijk dat jongeren voldoende tijd krijgen om een adequaat pensioen op te bouwen. Zijn vragen aan de minister gingen verder over de maatregelen die worden genomen om de armoedeval bij pensionering te compenseren, het toezicht op de pensioenfondsen, en of de wet juridisch houdbaar en uitvoerbaar is.

Fractie-Nanninga: Wet is loterij van de toekomst

Volgens senator Berkhout (Fractie-Nanninga) wordt de verzekering voor de oude dag een loterij voor de toekomst. De Fractie-Nanninga sluit zich aan bij de vragen van Van Rooijen en van Frentrop. Hij heeft nog twee andere vragen. De Fractie-Nanninga maakt bezwaar tegen het tijdstip van behandeling van deze wet. De fractie had liever gezien dat de nieuwe Eerste Kamer die op 13 juni wordt geïnstalleerd deze wet had behandeld. Daarmee doen we recht aan de verkiezingen, aldus Berkhout. Hij vervolgde dat als dan toch gestemd gaat worden het met twee derde meerderheid is, zoals genoemd door senator Kox. De aantasting van het eigendomsrecht zal volgens Berkhout leiden tot talloze juridische procedures. Daarmee is de Wet toekomst pensioenen dan al vastgelopen voordat zij ingevaren is. De afweging van de Fractie-Nanninga is of het voorgestelde stelsel beter is dan het huidige stelsel. Berkhout concludeert dat dit niet het geval is. Herziening is wellicht noodzakelijk, maar niet in deze vorm, zei hij. Tot slot wees ook hij op het onderzoek in Brussel naar de verplichtstelling. We zouden toch in ons hemd staan als we het hier aannemen en de Europese Commissie over een paar weken zegt dat het niet houdbaar is, besloot Berkhout.

ChristenUnie: Terechte zorgen van mensen

Senator Huizinga-Heringa (ChristenUnie) zei dat de vraag is of het nieuwe stelsel een goed alternatief is voor het huidige stelsel. Het uitgangspunt van het huidige stelsel is zekerheid, terwijl het nieuwe stelsel van onzekerheid uitgaat. Zowel het zwartste als het gunstigste scenario kan bewaarheid worden en in beide gevallen ligt het risico ligt bij de deelnemer. Mensen maken zich daar terecht zorgen om, in het bijzonder de reeds gepensioneerden, zei Huizinga. Als pluspunten van het nieuwe stelsel noemde zij het maatwerk, maatregelen om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen en de solidariteitsreserve die de mogelijkheid biedt om scherpe kantjes te dempen. Het weegt dan ook zwaar voor de ChristenUnie-fractie dat de fondsen en de vakbonden positief zijn over het nieuwe stelsel. Zien wij het goed dat voor gepensioneerden geen duidelijke weg is weggelegd bij het overleg over deze voor hen belangrijke wijzigingen, vroeg Huizinga. Het had voor de hand gelegen om hen een plek aan de overlegtafel te geven. Ook zij had zorgen over de implementatie van deze wet. Ondanks de beloofde transparantie zal het voor veel mensen onduidelijk zijn hoe de berekening wordt gedaan, zei Huizinga. Dit zal naar onze inschatting leiden tot drukte en vragen en klachten bij de pensioenfondsen. Ze drukte de minister op het hart om de invoering uit te stellen wanneer mocht blijken dat het de fondsen niet gaat lukken binnen de voorgestelde termijn. Wanneer deze transitie niet goed gaat dan zullen de gevolgen zijn dat het vertrouwen verder daalt, aldus Huizinga.

Beantwoording door minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen

Minister Schouten ging in op de lange aanloop van het wetsvoorstel. Van verhogen van de pensioenen was de afgelopen jaren geen sprake. Jongeren legden tegelijkertijd steeds meer premie in. Wat je aan premie inlegt en wat je opbouwt aan pensioen loopt uit elkaar. Dat is moeilijk uitlegbaar en niet transparant. En vooral nadelig voor mensen die vroeg beginnen met werken of voor mensen die op late leeftijd werkloos werden. Daarom ligt dit nieuwe stelsel voor, aldus de minister.

Een aantal zaken blijft hetzelfde, zei Schouten, zoals het samen bouwen aan een solidair stelsel. Daar staan werkgevers en werknemers ook achter. Het nieuwe stelsel kan slimmer omgaan met schokken op de financiële markten. Het eerlijke verhaal is dat omgaan met inflatie ook in dit stelsel een uitdaging is. Het nieuwe stelsel pakt beter uit voor mensen die al jong gaan werken. Nieuwe pensioencontracten kennen kleinere buffers en er zitten nieuwe manieren in het stelsel om met eventuele dalingen om te gaan, zoals de solidariteitsreserve.

Het pensioen blijft collectief. En net als nu worden risico's gedeeld tussen generaties. Zo kunnen we ervoor zorgen dat het pensioen levenslang blijft, betoogde Schouten. Het huidige stelsel is slecht ingericht op wisselingen tussen loondienst en ondernemerschap. Dat wordt aangepakt in het nieuwe stelsel. Er zijn veel wettelijke waarborgen om de transitie evenwichtig te laten lopen. Schouten zegde toe dat ze een regeringscommissaris zal aanstellen voor de transitie. Op deze manier brengen we ook alle kennis bij elkaar om te kijken of er genoeg tijd is voor de transitie, aldus de minister.

Over de transitietermijn erkende de minister dat de datum nu hard in de wet staat. Schouten stelde voor om de wet aan te passen, door de datum eruit te halen en dan per Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) de datum voor te leggen. Ze kwam de Kamer tegemoet door de invoeringsdatum te verschuiven naar 1 januari 2028 en dan met de regeringscommissaris kijken hoe de transitie loopt. De geschilleninstantie bestaat niet in het huidige stelsel, dit verandert met deze wet. Belangrijk is dat aan de criteria wordt voldaan die in de wet zijn opgenomen, dat een zorgvuldige procedure is gevolgd. De beheersing van de kosten wordt ook getoetst omdat de geschilleninstantie wordt gefinancierd met geld van de pensioendeelnemers.

De sector heeft verzekerd het vrijwillig verzekeren voor het wezenpensioen te willen realiseren. De minister zegde toe dit in de gaten te houden. Ze benadrukte dat communicatie over het nieuwe stelsel belangrijk is. Er zijn ook al goede initiatieven in de sector, zei zij. Persoonlijke pensioengesprekken worden in sommige sectoren en bij sommige werknemers al gevoerd. Het verplichten daarvan gaat de minister te ver. Ze zal het belang van goede communicatie nog wel nadrukkelijk bij de pensioenuitvoerders onder de aandacht brengen. Ook worden aparte middelen ontwikkeld om laaggeletterden goed te kunnen bereiken. De minister heeft de sociale partners gevraagd hoe het nieuwe stelsel verbeterd kan worden voor pensioenen voor zelfstandigen. Zij hebben toegezegd voor de zomer te komen met een advies.



Deel dit item: