Toezegging Evaluatie regeling ANBI’s en SBBI’s (31.930) (T01183)
De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Essers toe om de regeling ten aanzien van ANBI’s en SBBI’s na enkele jaren te zullen evalueren.
Nummer | T01183 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 15 december 2009 |
Deadline | 1 mei 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | ANBI’s evaluaties SBBI’s |
Kamerstukken | Wijziging Successiewet 1956 inzake vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur (31.930) |
Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 456
Staatssecretaris De Jager: […] Ik kan een toezegging doen op het punt van de evaluatie. Ik zeg erbij dat een ANBI en een SBBI bij de belastinguitgaven onze financiënsystematiek volgen en daarmee automatisch periodiek worden geëvalueerd. Ik wil echter nog eens specifiek duidelijk toezeggen dat wij een en ander inderdaad zullen doen. Wij moeten natuurlijk wel iets kunnen evalueren, dus wij moeten een aantal jaren ervaring hebben met het nieuwe regime. Vervolgens kunnen wij tot evaluatie overgaan.
Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 431
De heer Essers (CDA): […] Wij vertrouwen erop dat de Belastingdienst zich constructief en redelijk zal opstellen bij het toetsen van deze criteria ten aanzien van de hier bedoelde verenigingen. Dat geldt uiteraard ook voor het beleid ten aanzien van de toekomstige SBBI’s. Graag worden wij door de staatssecretaris periodiek op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op dit terrein. Vanwege de grote betekenis van algemeen nut en het sociaal belang behartigende instellingen voor onze samenleving, of het nu ANBl’s of SBBI’s zijn, vinden wij het van groot belang dat deze regeling na verloop van een aantal jaren grondig wordt geëvalueerd. Een toezegging van de staatssecretaris hierover stellen wij zeer op prijs.
Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 477
De heer Essers (CDA): […] Veel fiscale discussies en wetsvoorstellen gaan over de vraag hoe ondernemingen kunnen worden gestimuleerd. Dat zal ook volgende week weer blijken als wij het belastingpakket gaan behandelen. Dat is ook terecht, want ondernemingen zijn immers de motoren van onze economie. Maar zonder de verenigingen waar wij het vandaag vooral over gehad hebben, de koren, de gildes, de schutterijen, de fanfares en harmonieën, zal onze samenleving kil en kleurloos zijn. Daarom is het goed dat tijdens dit debat zoveel zorg en aandacht aan het levende culturele erfgoed is besteed. Wij stellen ook de toezegging van de staatssecretaris op prijs, dat de uitvoering van de regeling periodiek zal worden geëvalueerd en dat er ook over zal worden gerapporteerd, en dat de Belastingdienst zoals gebruikelijk constructief en redelijk met de ANBI- en SBBI-regeling zal omgaan.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling en stemming (aangenomen, aantekening: SP) Handelingen EK 2009/2010, nr. 13, blz 472-481
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2009/2010, nr. 13, blz: 450-462
-
behandeling Handelingen EK 2009/2010, nr. 13, blz: 412-432
-
15 mei 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
26 april 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 april 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de staatssecretaris van Financiën over fiscale moties en toezeggingen
op 10 april 2018 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën
EK, H
-
-
3 april 2018
nieuwe deadline: 1 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 maart 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 september 2017
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juni 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juni 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 maart 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
31 januari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2016
nieuwe deadline: 1 oktober 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 mei 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
23 juni 2015
nieuwe deadline: 1 juli 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 juni 2015
nieuwe deadline: 1 juli 2016
nieuwe status: openstaand -
1 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
9 oktober 2012
nieuwe deadline: 1 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijks rappel toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 23 oktober 2012 door de commissie voor Koninkrijksrelaties
EK, B
-
-
24 april 2012
nieuwe deadline: 1 januari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijks rappel toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 24 april 2012
EK, E
-
-
16 september 2011
nieuwe deadline: 1 juli 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 december 2009
nieuwe status: openstaand -
15 december 2009
toezegging gedaan
Toezegging Informeren Kamer over gebruik van dwingende macro-normen en referentiewaarden decentrale overheden in de EU (33.416) (T01866)
De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe de Kamer te informeren over het gebruik van dwingende macro-normen voor decentrale overheden in andere EU landen nadat de Europese Commissie (EC) hiervan een overzicht heeft gepubliceerd. De Minister geeft aan dat de EC in 2014 met een overzicht komt.
Nummer | T01866 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 november 2013 |
Deadline | 1 januari 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Dr. P. Ester (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | decentrale overheden Europese Commissie macronormen referentiewaarden |
Kamerstukken | Wet houdbare overheidsfinanciën (33.416) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 10 - blz. 37
De heer Ester (ChristenUnie): Lagere overheden zullen worden geconfronteerd met een dwingende macronorm van 0,5% bbp en de preventieve sancties die daarbij horen. Die norm wordt door vertaald naar referentiewaarden voor de afzonderlijke decentrale overheden. Deze macronorm is echter geen Brussels directief maar komt eigenlijk uit de koker van het kabinet zelf. Over de uitwerking ervan is het wetsvoorstel weinig transparant. Kan de minister de concrete gang van zaken rond de referentiewaarden uit de doeken doen en ingaan op de regiemacht van de lagere overheden in deze context? Daarbij stel ik de vraag of andere EU-landen ook met dwingende macro-normen en referentiewaarden werken.
(...)
Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 13 - blz. 72
Minister Dijsselbloem: De heer Ester heeft gevraagd of andere landen ook met dwingende macronormen werken voor decentrale overheden. De Europese Commissie zal in 2014 een definitief overzicht geven van de wijze waarop de lidstaten de Europese afspraken in nationale wetgeving hebben verwerkt. Zoals bekend is de implementatiedatum 1 januari 2014. Op basis van een begin dit jaar verschenen tussenevaluatie van de richtlijn inzake minimumnormen voor begrotingsraamwerken zijn er meerdere lidstaten die een macronorm hebben afgesproken met decentrale overheden of die bezig zijn om deze nu vast te leggen. Dat gebeurt in Duitsland, Italië en Oostenrijk. Portugal doet het identiek aan hoe Nederland het doet. Als daar behoefte aan is, kan ik de Kamer daarover informeren zodra de Commissie volgend jaar het overzicht heeft gepubliceerd. Ik zeg dat hierbij toe.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 10, item 13 blz. 66-80
-
behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 10, item 10, blz. 29-39
-
31 oktober 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 oktober 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van Financiën over macronormen voor het overheidstekort van decentrale overheden in de EU
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën op 31 oktober 2017
EK, J
-
-
26 september 2017
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 september 2016
nieuwe deadline: 1 juli 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 september 2015
nieuwe deadline: 1 juni 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK, E
-
-
7 april 2015
nieuwe deadline: 1 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 september 2014
nieuwe deadline: 1 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 november 2013
toezegging gedaan
Toezegging Informeren over gefaseerde verdere digitalisering van berichtenverkeer via de berichtenbox / gewenningsperiode (34.196) (T02170)
De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Knapen (CDA), toe voor de aangifte inkomstenbelasting, de uitnodiging daartoe en voor de voorlopige en definitieve aanslagen een gewenningsperiode van twee jaar te hanteren.
De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prast (D66), toe alle berichten op het gebied van de invordering van belastingen en toeslagen de komende jaren nog op papier verzonden worden.
De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Prast (D66), toe vooraf de Kamer te informeren over (de toename van) het gebruik van de Berichtenbox en over digitalisering van genoemde berichten.
Nummer | T02170 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 oktober 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | Dr. H.P.M. Knapen (CDA) Prof.dr. H.M. Prast (PvdD) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | aangiften aanmaningen belastingen Berichten berichtenbox gewenningsperiode inkomstenbelasting invorderingen toeslagen |
Kamerstukken | Wet elektronisch berichtenverkeer belastingdienst (34.196) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 9 - blz. 1
De heer Knapen (CDA):
Onze fractie had gevraagd of de staatssecretaris niet een wat langere gewenningsperiode dan één jaar zou kunnen betrachten waarin zowel op papier als digitaal kan worden gecommuniceerd. Daarop antwoordt hij: voor de Belastingdienst is het onmogelijk tot in lengte van jaren twee processen naast elkaar te laten lopen. Dat begrijp ik, en daarom hadden we dat ook niet gevraagd. Er is een verschil tussen wat we hadden gevraagd, namelijk wat langer, en wat de staatssecretaris antwoordt, namelijk tot in lengte van jaren. Graag ontvang ik een reactie van de staatssecretaris.
Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 9 - blz. 3
Mevrouw Prast (D66):
In de schriftelijke ronde heb ik de staatssecretaris gevraagd of de Belastingdienst net als DUO ook de aanmaningen digitaal zal versturen. De staatssecretaris antwoordt dat dit nog niet bekend is en mede bepaald zal worden door de ervaringen, maar dat dit op enig moment wel het geval zal zijn. Betekent dit dat de Belastingdienst nog niet weet op welke wijze hij volgend jaar aanmaningen zal versturen? Of dat aanmaningen volgend jaar nog op papier verstuurd zullen worden?
Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 9 - blz. 3/4
Mevrouw Prast (D66):
eerder zei hij in de Tweede Kamer: als 30% van de belastingbetalers zijn berichtenbox nog niet eens heeft geactiveerd, zegt dat wel wat. Op dit moment is dat percentage meer dan twee keer zo hoog, 80. Zegt dat niet genoeg?
Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 9 - blz. 9
Staatssecretaris Wiebes:
Waar richten we ons op? We richten ons op wat ik noem een intelligente invoering. Dat betekent stap voor stap. Een stap is getest en geslaagd voordat je een volgende stap neemt. Je begint met de veiligste stromen. Je begint dus typisch met de jaarberichten. Bij toeslagen begin je bij de automatische continueerbrief van toeslagen. Als je daar niets mee doet of die niet ontvangt, gaat het niet mis. Je begint natuurlijk niet met de bezwaarschriften of de aanmaningen. Mevrouw Prast noemde de dwangbevelen. Nou, die komen niet in aanmerking om in het begin van dit traject te worden meegenomen. Dat is vragen om ellende. Elke keer als we een stap doen, lopen we een jaar parallel met papier en digitaal. Moet het meer dan een jaar zijn, dan wordt het meer dan een jaar. Maar een invoeringstraject, een tijdpad is er daarmee niet. Er is gevraagd of het tijdpad niet te overspannen is, maar er is geen tijdpad. Als het slaagt, dan maken we de volgende stap. Als het nog niet slaagt, dan kijken we waaraan dat ligt en repareren we het. We monitoren het gebruik. Wordt het gelezen? Bij wie wordt het wel en bij wie wordt het niet gelezen? Waaraan zou dat kunnen liggen? Wat kunnen we daarop verzinnen? De Belastingdienst wordt daarbij geholpen door mensen die we zelf in dienst hebben: nudgingspecialisten. Ik weet niet of dat woord in de Van Dale staat en of de woordvoerders daar "loop heen" bij denken of dat zij er juist academisch in geschoold zijn. De nudgingspecialisten van de Belastingdienst lokken en framen iedereen naar het juiste digitale gebruik. Er zijn experts bij betrokken van Universiteit Twente, die bij iedere stap bekijken of het een geslaagde stap is. Als het dat niet is, dan zijn we niet aan de volgende stap toe. Als de automatische continueerbrief niet goed wordt gelezen, geopend en geraadpleegd, zijn we ook aan de bezwaarschriften en de aanmaningen niet toe.
Kamerstukken 2015- 2016, 34196, D - blz. 1
Staatssecretaris Wiebes:
De heer Knapen (CDA) heeft voorgesteld om een langere gewenningsperiode dan de voorziene periode van een jaar per een jaar per berichtenstroom te hanteren. Omdat ik met uw Kamer van mening ben dat het van groot belang is dat burgers voldoende gewend raken aan het elektronisch berichten verkeer, zie ik in het voorstel van verlenging van de gewenningsperiode een duidelijke meerwaarde. In dat licht wil ik aan deze wens tegemoet komen. Ik zeg daarom graag toe voor de aangifte inkomstenbelasting, de uitnodiging daartoe en voor de voorlopige en definitieve aanslagen een gewenningsperiode van twee jaar te hanteren.
Tijdens het debat werd mij ook duidelijk dat ongerustheid bestond over het uitsluitend elektronisch verzenden van aanmaningen en andere invorderingsberichten. Ik kan u informeren dat alle berichten op het gebied van de invordering van belastingen en toeslagen de komende jaren nog op papier worden verzonden. Pas wanneer uit monitoring en onderzoek van de al uitsluitend elektronische berichtenstromen blijkt dat de tijd rijp is, wordt overgegaan op uitsluitend elektronische verzending van invorderingsberichten.
Kamerstukken 2015- 2016, 34196, D - blz. 2
Staatssecretaris Wiebes:
Tot slot wijs ik uw Kamer nog graag op de door mij tijdens de behandeling van het wetsvoorstel elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst gedane toezegging dat ik de Tweede Kamer vooraf zal informeren wanneer de aangifte inkomstenbelasting, het maken van bezwaar in de fiscaliteit en toeslagen, de uitspraak op bezwaar, de navorderingsaanslag, informatieverzoeken van de Belastingdienst aan belastingplichtigen en boetes en klachten uitsluitend elektronisch zullen worden. Ook heb ik toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de statistieken met betrekking tot het gebruik van de berichtenbox na inwerkingtreding van de maatregelen in de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Deze informatie zal ook aan uw Kamer worden verstrekt. Beide Kamers zullen op deze manier vooraf worden geïnformeerd over (de toename van) het gebruik van de Berichtenbox en over digitalisering van genoemde berichten.
Brondocumenten
-
-
behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 3, item 9
-
17 mei 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
29 april 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 oktober 2015
toezegging gedaan
Toezegging Budgettaire problematiek (34.300) (T02181)
De Minister van Financiën zegt de Kamer toe, naar aanleiding van vragen van de het lid Ten Hoeve, de Kamer te informeren over de budgettaire problematiek (inclusief het locatiebeleid).
Nummer | T02181 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | drs. H. ten Hoeve (OSF) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | rechtbanken schaalvergrotingen |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 8 , - blz. 21
De heer Ten Hoeve (OSF):
In justitie zal meer geïnvesteerd moeten worden. Het gaat niet goed met de politie, het OM en de rechterlijke macht. Overal is er te weinig capaciteit en overal vindt schaalvergroting plaats. Dat gebeurt lang niet altijd op een manier die voor het publiek logisch is. Een gerechtshof Leeuwarden-Arnhem, klinkt dat nog logisch? In België lopen de arrondissementen van de rechtbanken in eerste aanleg gelijk met de provincies. Ook kleine provincies en zelfs de Duitstalige gemeenschap hebben een eigen arrondissement. Waarom kan dat bij ons niet?
Handelingen I 2015-2016, nr. 8 , - blz. 41
Minister Dijsselbloem:
De tweede vraag van de heer Ten Hoeve ging over de schaalvergroting bij de rechtbanken. Hij vroeg waarom deze niet net als in België per provincie worden ingedeeld. Ik ben een beetje huiverig voor een vergelijking met België, omdat ik inmiddels zicht heb op de complexiteit van bestuurlijk België. Laten we dat land niet meteen als ons voorbeeld nemen. Op dit moment kent Nederland 32 zit-tingsplaatsen voor de rechtspraak. Die staan niet ter discussie. Daar blijven zittingen plaatsvinden. De minister van Ven J is opnieuw in gesprek met de Raad voor de rechtspraak over het locatiebeleid. Nogmaals, het uitgangspunt is dat er geen locaties worden gesloten. Het onderwerp wat er gebeurt met die locaties, is ook onderdeel van de budgettaire problematiek. Daarover gaan wij een brief sturen aan beide Kamers, zoals ik net zei.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
13 september 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan
Toezegging Structureel tekort (34.300) (T02184)
De Minister van Financiën zegt de Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid De Grave, in Brussel te spreken over structureel tekort en na te denken over vereenvoudiging en de voorstellen van de commissie af te wachten waarna hij ze met een kabinetsreactie naar de Kamer zal sturen.
Nummer | T02184 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Mr. F.H.G. de Grave (VVD) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | feitelijke tekort outputgap structureel tekort |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , item 3- blz. 3 en 4
De heer De Grave (VVD):
Ook wat het budgettaire beleid betreft, zijn de zorgen van de VVD-fractie nog niet voorbij. De Raad van State wijst in zijn advies vooral op het risico van een verlies van gevoel voor urgentie en een tanend besef dat verder herstel en versterking van de economie en overheidsfinanciën voortgaande inspanning en hervorming eisen. Dat is inderdaad een risico, ook in de ogen van mijn fractie. De Afdeling advisering van de Raad van State als onafhankelijke begrotingsautoriteit geeft in haar beoordeling van de begroting voor 2016 krachtig aan dat Nederland budgettair nog niet op orde is. De totale staatsschuld daalt weliswaar als percentage van het bbp, maar blijft boven de afgesproken grens van 60%. Het feitelijke tekort van boven de 2%biedt weinig ruimte voor het opvangen van tegenvallers. Terecht stelt de Raad van State dat tegen de achtergrond van de onzekere internationale economische en politieke situatie de marge in termen van zowel tekort als schuld nog steeds heel beperkt is. Het in 2016 weer oplopende structurele tekort kleurt dit beeld verder in.
In dit verband verwijst de Raad van State naar de forse verschillen tussen de diverse ramingen van het structurele tekort. Zo geeft de Raad van State aan dat dit voorjaar het structurele tekort voor Nederland voor 2015 werd geraamd op 1,3% van het bbp en nu op 0,5% van het bbp. Dat is een forse afwijking in een halfjaar. De Raad van State verbindt daaraan de conclusie dat blijkbaar deze schattingen van het structurele tekort met vele onzekerheden zijn omgeven, terwijl tevens statistische realisatiecijfers van het structurele tekort nooit beschikbaar komen. Dat is naar de mening van de VVD-fractie problematisch. Het structurele tekort is voor mijn fractie een cruciaal beoordelingscriterium. Herkent de minister van Financiën zich in dit beeld van de Raad van State? Zo ja, wat is hieraan te doen? Wil hij toezeggen om zijn toch invloedrijke positie als voorzitter van de Europese Raad van ministers van Financiën te zullen gebruiken teneinde te komen tot een betere schatting van het structurele tekort en te bevorderen dat er ook realisatiecijfers beschik-baar komen in de rapportages van de Europese Commissie?
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , item 8- blz. 33
Minister Dijsselbloem:
Ik kom toe aan het vraagstuk van het feitelijke tekort, dat terugloopt, terwijl het structurele tekort oploopt. Het structurele tekort heeft voor- en nadelen. Wij in Nederland werken graag met houdbare overheidsfinanciën, berekend door het CPB. Het structurele tekort van de Commissie is veel volatieler in zijn vaststelling. De outputgap, die daarin een belangrijke factor is — daarmee wordt aangegeven in hoeverre je economie nog groeipotentie heeft — blijkt zeer volatiel te zijn. Dat maakt het allemaal buitengewoon moeilijk. Toen wij in het vroege voorjaar begonnen met de voorbereiding van de begroting, was het voor ons buitengewoon moeilijk om in te schatten waar we qua structureel tekort op uit zouden komen. Dat is eigenlijk tot en met augustus het geval geweest. Dat is een serieus thema. Ik zeg graag toe dat ik bereid ben daarover in Brussel te spreken en na te denken over vereenvoudiging. De Commissie komt zelf waarschijnlijk vrij snel met voorstellen. Ik wacht die af, waarna ik ze met een kabinetsreactie naar de Kamer zal sturen, zodat we daarover kunnen spreken.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 3
-
13 september 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan
Toezegging Lichte bankenvergunning / light licentie (34.300) (T02186)
De Minister van Financiën zegt de Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Rinnooy Kan, een toezichtregime en een vergunningenregime te ontwikkelen dat de toetredingsdrempels op een verantwoorde manier kan verlagen.
Nummer | T02186 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | lichte bankenvergunning light licentie toetredingsdrempels |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , item 3- blz. 10
De heer Rinnooy Kan (D66):
Burgers en banken hebben weinig keus in de wijze waarop zij kunnen anticiperen op toekomstige tegenslagen: wie spaart, bouwt aan een buffer voor slechte tijden. De burgers van dit land hebben die boodschap verstaan en laten zich zelfs door de extreem lage spaarrentes nog maar beperkt terugjagen naar de autodealer en de meubelboulevard, de hartelijke uitnodigingen daartoe van de minister-president ten spijt. De banken hebben die boodschap verstaan en schikken zich manmoedig in de nieuwe kapitaaleisen, waarvan hoogstens de vraag is of zij streng genoeg zijn. Tussen haakjes zou het mij interesseren of de minister denkt dat een "banking light"-licentie voor kredietverleners meteen laag risicoprofiel, zoals Engeland die al kent, nieuwe Nederlandse toetreders zou kunnen aantrekken die ervoor zorgen dat het kredietvragen de mkb niet het kind van die rekening wordt. Maar een nationale overheid heeft een keus. Zij kan haar buffers versterken door extra af te lossen op de staatsschuld, maar zij kan er ook voor kiezen het weerstandsvermogen van het land te vergroten door de economische structuur wezenlijk te versterken. Legt het kabinet daar een verstandige keus aan ons voor? Het definitieve antwoord op die vraag is helaas nog niet bekend.
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , item 8- blz. 42
Minister Dijsselbloem:
De heer Rinnooy Kan heeft ook gevraagd naar de light licentie, de lichte bankenvergunning. Daar is in de Tweede Kamer veel steun voor. Wij gaan daar met de toezichthouders proberen vorm aan te geven, om een toezicht regime en een vergunningenregime te ontwikkelen dat de toetredingsdrempels op een verantwoorde manier — dat laatste wil ik onderstrepen — kan verlagen. In Engeland heeft men stappen in die richting gezet. Wij bekijken of dat voor ons ook interessant is. De motie van D66 en de VVD uit de Tweede Kamer gaan wij langs die weg oppakken.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 3
-
21 maart 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
13 maart 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
14 februari 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 februari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van Financiën inzake Follow up toetredingsbrief
voor kennisgeving aangenomen op 14 februari 2017
EK, D
-
-
4 oktober 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
1 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan
Toezegging SNS (34.300) (T02187)
De Minister van Financiën zegt de Kamer toe, naar aanleiding van het lid Van Apeldoorn, de Kamer te informeren over de SNS.
Nummer | T02187 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | nutsbedrijf retailbanken SNS Bank volksbank |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 3
De heer Van Apeldoorn (SP):
Hoe staat het nu met de privatiseringsplannen met betrekking tot SNS? De eigen partij van de minister is het met ons eens dat SNS beter een nutsbedrijf kan blijven. Hoe kijkt de minister daartegen aan? De SP-fractie vraagt zich af inhoeverre de minister zich altijd laat leiden door het publieke belang van een stabiele Nederlandse bancaire sector en of hij zich niet te vaak laat inpakken door de sterke lobby van diezelfde sector. De recente onthullingen, die de geschiedenis in zullen gaan als "cocogate", doen onze fractie vrezen dat we te vaak de banken de dienst uit laten maken in plaats van proberen die banken echt dienstbaar te maken aan de samenleving. Cocogate staat helaas niet op zichzelf. De lobbymacht van grootbanken en hun al te nauwe banden met de politiek en toezichthouders - we zien dit bijvoorbeeld ook met de ECB, getuige recente onthullingen in de Financial Times - is een structureel probleem, dat onze democratie ondermijnt en voorkomt dat echt doorgepakt wordt. ING vindt dit soort "meedenken" normaal. Vindt de minister dat eigenlijk ook? Kan hij ons vertellen wie er nog meer "meedenkt" op dit niveau? Laat de minister bijvoorbeeld kritische ngo's op hetzelfde niveau meedenken?
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 43
Minister Dijsselbloem:
De SP-fractie had een vraag over SNS. Moet SNS niet worden behouden als volksbank voor de nutsfunctie? Alle grote retailbanken in Nederland, die we allemaal kennen, hebben een nutsfunctie. Zij dragen namelijk bij aan het bestaan van betalingsverkeer. Zij vervullen een nutsfunctie voor het betalingsverkeer voor particulieren en bedrijven. Dat zit voor mij niet in één bank. Dat zit ook niet in de vraag of die bank wel of niet in overheidshanden is. Ik wil die nutsfunctie veiligstellen. Dat doen we op verschillende manieren. Het model voor SNS is een eenvoudige bank met eenvoudige producten: de basic bank. Dat is precies de strategie en visie die SNS Bank nu ontwikkelt. Ook daar is dus wat mij betreft geen discussie over. Dan blijft de vraag over of de overheid dan die bank in handen moet houden. Daarover hebben we nog geen beslissing genomen. Die nemen we medio 2016. Ik zeg er wel bij dat mijn uitgangspunt is dat al deze interventies van de Staat tijdelijk waren. Dat heeft minister Bos gezegd toen hij ABN AMRO overnam, dat heeft Jan Kees de Jager na hem gezegd en ik zeg het beiden na. Dat waren tijdelijke interventies, dat is het uitgangspunt. De specifieke beslissing per instellingnemen we zorgvuldig en pas op zijn vroegst in de tweede helft van 2016 kom ik over SNS verder te spreken.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 3
-
22 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van Financiën over appreciatie NLFI-advies toekomstopties de Volksbank
Op 22 oktober 2024 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Financiën.
EK 33.532 / 34.300, F
-
-
1 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over de voortgangsrapportage van NLFI over de Volksbank
Op 14 november 2023 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Financiën.
EK 33.532 / 34.300, E
-
-
3 oktober 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 september 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
30 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen
Op 30 mei 2023 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN).
EK, E
-
-
12 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
18 januari 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 december 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van Financiën ter aanbieding van de voortgangsrapportage over de Volksbank en de verkenning naar de toekomstopties voor de Volksbank
Op 13 juli 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie Financiën.
EK, AL
-
-
20 april 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 september 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 juni 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
16 april 2019
nieuwe deadline: 1 januari 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen
Op 16 april 2019 door de Commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen.
EK, C
-
-
9 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 september 2017
nieuwe deadline: 1 juli 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 september 2016
nieuwe deadline: 1 juli 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan
Toezegging Systematiek Gemeentefonds / Provinciefonds (34.300) (T02190)
De Minister van Financiën zegt de Kamer toe, naar aanleiding van vragen van de het lid Ten Hoeve, de Kamer te informeren over een evaluatie van de systematiek van Gemeentefonds en Provinciefonds.
Nummer | T02190 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | drs. H. ten Hoeve (OSF) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | gemeentefonds provinciefonds uitgavenposten |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 21
De heer Ten Hoeve (OSF):
Ziet de minister mogelijkheden om voor bepaalde uitgaven posten voor langere perioden dan voor één begrotingsjaar de middelen vast te leggen, bijvoorbeeld voor het Gemeente-fonds? Voor de gemeenten, en trouwens ook de provincies, zou de situatie natuurlijk al heel anders worden als het belastinggebied van deze overheden vergroot zou worden. Heeft de minister die wens nog in de planning? Deze wordt immers al heel lang gekoesterd en door bijna iedereen gedragen.
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 41
Minister Dijsselbloem:
Dan heb ik nog twee vragen van de heer Ten Hoeve gekregen over de uitgaven. Hij vroeg of bepaalde uitgavenposten voor een langere periode kunnen worden vastgelegd, zoals bij het Gemeentefonds. Ik begrijp de vraag, omdat het langere tijd vastleggen van uitgavenposten voor de ontvanger, zoals burgers, bedrijven of medeoverheden, meer zekerheiden rust in de begroting verschaft. Tegelijkertijd ontneemt dit de landelijke overheid mogelijkheden voor budgetflexibiliteit en om bij te sturen.
Het Gemeentefonds volgt al sinds 1994, net als het Provinciefonds, de ontwikkeling van een mandje van de rijksuitgaven, met de "trap op, trap af"-systematiek. Dat was ook een wens van de decentrale overheden. Dat betekent dat zij meedelen in de goede tijden, maar ook een deel van de budgettaire opgave meepakken in slechte tijden. Wij voeren nu samen met de koepels van decentrale overheden een evaluatie uit van de systematiek van Gemeentefonds en Provinciefonds. Wij zullen het parlement begin volgend jaar informeren, als die evaluatie is afgerond.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
13 september 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan
Toezegging Effect klimaatverandering en het uitfaseren van fossiele brandstoffen op o.a. de financiële sector en de overheidsfinanciën (34.300) (T02191)
De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vos, toe te kijken wat klimaatverandering en het uitfaseren van fossiele brandstoffen gaan betekenen, niet alleen voor de internationale economie, maar ook voor internationale investeringen, de financiële sector, en de overheidsfinanciën en de Kamer samen met de kabinetsreactie het advies van de Nederlandsche Bank te sturen.
Nummer | T02191 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 november 2015 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Ir. M.B. Vos (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | financiële sector fossiele brandstoffen internationale economie internationale investeringen klimaatverandering overheidsfinanciën |
Kamerstukken | Miljoenennota 2016 (34.300) |
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 30
Mevrouw Vos (GroenLinks):
De minister noemde net het welvaartsbegrip. Hij gaf aan dat hij breder wil kijken dan naar alleen het bruto nationaalproduct, hoewel dat voor hem de graadmeter is. Mijn vraag was of hij bereid is om de houdbaarheid van overheidsfinanciën echt fundamenteler te bekijken, bijvoorbeeld aan de hand van de vraag welke impact klimaatverandering nu en in de toekomst op de houdbaarheid van overheidsfinanciën kan hebben. Is hij bereid om langs die meetlat de vraag te leggen of we financieel goed bezig zijn?
Handelingen I 2015-2016, nr.8 , - blz. 30/31
Minister Dijsselbloem:
Ik ben zeker bereid om te kijken wat klimaatverandering en het uitfaseren van fossiele brandstoffen gaan betekenen, niet alleen voor de internationale economie, maar ook voor internationale investeringen, de financiële sector, en de overheidsfinanciën. Dat heb ik ten dele al in de Tweede Kamer toegezegd, maar hier zeg ik het toe aan mevrouw Vos. Wij moeten ons ook op dit soort aspecten van economische en financiële stabiliteit, mits die voortkomen uit reële duurzaamheidsvraagstukken, tijdig prepareren. Ik sluit daarvoor zeker mijn ogen niet. Met name de vraag over de toekomst of de non-toekomst van fossiele brandstoffen en wat dat gaat betekenen voor de economie, de investeringen en de financiële sector is op dit moment erg belangrijk. Ik heb DNB daarover ook om aanvullend advies gevraagd. Samen met de kabinetsreactie sturen wij dat advies aan de Eerste Kamer. Dat zeg ik toe.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2015/2016, nr. 8, item 8
-
13 september 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 november 2015
toezegging gedaan