Rappelabele toezeggingen Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Vooruitblik rappel januari tot juli 2016)



Dit is het rappel vanaf 02-01-16 tot 02-07-16.

 




Toezegging Jaarverslag kwaliteit en financiën jeugdzorg (33.674 / 33.684) (T01886)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Beuving (PvdA) toe de Kamer jaarlijks te informeren in het jaarverslag over de ontwikkeling en de kwaliteit van de jeugdhulp en de financiële randvoorwaarden waaronder dat moet gebeuren.


Kerngegevens

Nummer T01886
Status voldaan
Datum toezegging 11 februari 2014
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Mr.dr. J. Beuving (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen informatieverstrekking
jeugdhulpverlening
jeugdzorg
Kamerstukken Jeugdwet (33.684)
Gebruik burgerservicenummer in de jeugdzorg (33.674)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 55-56

Staatssecretaris Van Rijn:

(...)

Er is een aantal vragen gesteld over de manier waarop wij de vinger aan de pols houden. Een aantal woordvoerders heeft gevraagd om de implementatie van de Jeugdwet goed te volgen, zodat bijsturing mogelijk is als dat aan de orde is. Er is al een evaluatie afgesproken. Ik heb zojuist aangegeven dat de pilots daarbij kunnen worden gebruikt. Mevrouw Beuving vroeg of het niet goed zou zijn om de Kamer jaarlijks te informeren over de kwaliteit van de jeugdhulp en over de randvoorwaarden waarmee die plaatsvindt. Mij lijkt niet de begroting, maar het jaarverslag daarvoor de meest geëigende plaats omdat daarin de verantwoordingen samenkomen. Zo kunnen wij, zeker in de aanloopperiode, jaarlijks volgen wat de resultaten zijn van de Jeugdwet, waar knelpunten en problemen zitten en welke resultaten al worden bereikt. Ik zeg graag toe de Kamer jaarlijks te informeren over de ontwikkeling en de kwaliteit van de jeugdhulp en de randvoorwaarden waaronder dat moet gebeuren.

Mevrouw Beuving (PvdA):

De staatssecretaris is hier bezig een motie van mij hierover overbodig te maken. Ik ben hem daarvoor erkentelijk. Ik wil dit nog wel even aanscherpen. Ik had zelf in gedachten dat de Kamer geïnformeerd wordt over met name kwaliteit en toegankelijkheid van het nieuwe jeugdhulpsysteem, in relatie tot de financiële randvoorwaarden. Is dat ook wat de staatssecretaris bij dezen al voor zijn rekening wil nemen en wil toezeggen?

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik merk dat ik nu voorzichtig word. Dat heeft niet te maken met de onwil om er jaarlijks over te rapporteren. Wij hebben met elkaar een evaluatie over drie jaar afgesproken. Ik heb aangegeven dat ik van jaar tot jaar heel scherp wil volgen hoe het gaat. Ik vind een jaar wel heel erg kort om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen over de vraag wat de kwaliteit van de jeugdhulp is en de vraag of de financiële randvoorwaarden voldoen. Dat oordeel zullen wij ons bij de evaluatie vormen. Als u mij vraagt of ik jaarlijks wil volgen hoe het zit met de kwaliteit van de jeugdhulp en de financiële randvoorwaarden – hoe gebruiken de gemeenten de middelen? – dan wil ik graag toezeggen dat ik dat zal doen ter gelegenheid van het jaarverslag. Ik waarschuw echter voor het te vroeg trekken van conclusies, nu wij nog maar net zijn begonnen.

Mevrouw Beuving (PvdA):

Ik begrijp dat de staatssecretaris de zaken wil loskoppelen: de informatie over de kwaliteit enerzijds en de financiële randvoorwaarden anderzijds, terwijl ik daartussen een relatie wil leggen. Dit betekent dat mijn fractie moet overwegen of wij een motie wel of niet nodig vinden.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 75

Mevrouw Beuving (PvdA):

(...)

Ik kom op de moties die ik overwoog in te dienen. Het ging om twee moties. Allereerst een motie over kwaliteit en financiële randvoorwaarden. De staatssecretaris heeft aangegeven bereid te zijn om de Eerste Kamer jaarlijks te informeren over de kwaliteit van het jeugdhulpsysteem en de financiële randvoorwaarden. (...)


Brondocumenten


Historie







Toezegging Periodieke informatie wetten sociaal domein (33.726) (T01932)

De staatssecretaris van VWS zal de Kamer periodiek informeren over de resultaten van de afzonderlijke wetten in het sociaal domein.


Kerngegevens

Nummer T01932
Status voldaan
Datum toezegging 27 mei 2014
Deadline 1 juli 2018
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen decentralisatie
periodieke rapportage
sociaal domein
Kamerstukken Afschaffing financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten (33.726)


Uit de stukken

Stenogram

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorts geldt dat ik de Kamer vanaf 2015 periodiek zal informeren over de resultaten die met de afzonderlijke wetten van het sociaal domein worden gerealiseerd in relatie tot de doelstellingen. De wijze waarop het gemeentelijk maatwerk in de praktijk daarbinnen gestalte krijgt, is wat mij betreft integraal onderdeel daarvan.

Staatssecretaris Van Rijn:

Vanaf 2015 zal ik de Kamer periodiek informeren over de resultaten van de afzonderlijke wetten in het sociale domein. Ik heb al gewezen op de publicaties van Sociale Zaken, in samenwerking met het CBS.



Historie







Toezegging Vaardigheden zorgverleners (32.402) (T02176)

Naar aanleiding van een vraag van het lid Bredenoord, zal de minister van VWS de opleidende instellingen expliciet vragen aandacht te besteden aan het verbeteren van de professionele vaardigheden van zorgverleners, ter voorkoming van onnodige  juridisering en escalatie. Bij de jaarlijkse monitoring zullen ook het opleidingstraject en het leren van best practices worden meegenomen.


Kerngegevens

Nummer T02176
Status voldaan
Datum toezegging 29 september 2015
Deadline 1 januari 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Prof.dr. A.L. Bredenoord (D66)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen klachten
monitoring
opleidingen
scholing
zorgverleners
Kamerstukken Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (32.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 18

Mevrouw Bredenoord (D66):

In het verlengde hiervan mis ik aandacht voor hoe we de hulpverleners kunnen helpen beter om te gaan met een klacht of claim. De hulpverlener wordt weleens het "second victim" genoemd. Hij of zij schrikt er natuurlijk van dat er iets misgegaan is, of van bepaalde emoties of ontevredenheid bij de patiënt en zal daardoor wellicht ook minder professioneel naar de patiënt kunnen optreden. Hoe wil de minister investeren in de opvang van hulpverleners? Ik denk bijvoorbeeld aan het nog verder versterken van professionele vaardigheden en attitudes om hier goed mee om te gaan en het informele traject aan de voorkant te verbeteren.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 29

Mevrouw Bredenoord (D66):

De minister heeft het over best practices. Hoe gaat zij de hulpverleners daarin meenemen? Er is een bepaalde cultuurverandering nodig. Volgens mij krijg je die niet voor elkaar in een jaar.

Minister Schippers:

Nee, dat is mijn derde punt. Mevrouw Bredenoord zei terecht dat er een cultuuromslag nodig is. Dan heb je altijd voorlopers en achterblijvers. De opleiding is cruciaal daarbij. Ik zie dat men die cultuuromslag in de opleiding al maakt. In haar betoog zei mevrouw Bredenoord: we moeten niet alleen aan het eind maar ook vooraf zitten. Met het oog daarop is dit natuurlijk een ongelofelijk belangrijk element. Ik wil de Kamer dan ook toezeggen — dat was het derde punt aan het slot van mijn aanleiding — dat ik de opleiders expliciet zal vragen om meer aandacht hieraan te besteden. Allerlei elementen uit deze wet vragen om die cultuuromslag. Ik zal de opleiders vragen om die elementen veel explicieter in de opleiding te adresseren.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 43

Minister Schippers:

Ben ik van plan om te investeren in het informele traject aan de voorkant? Ik ben het helemaal met D66 eens dat de omslag naar een oplossingsgerichte informele aanpak van klachten met geen enkele wet kan worden afgedwongen. Daarvoor is meer nodig. Daarin moet je echt investeren. Wij willen niet onnodig juridiseren en escaleren. Als de wet is aangenomen, zal ik het land ingaan om zorgverleners daarin mee te nemen. Ik zal ervoor zorgen dat de vaardigheden van zorgverleners worden verbeterd. Ik zal een verzoek doen aan de opleidende instellingen dat deze beweging wordt gemaakt.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 48/49

Mevrouw Bredenoord (D66):

Daarnaast heb ik namens mijn fractie ook een heel aantal zorgen uitgesproken, die vooral te maken hebben met juridisering, toename van de claimcultuur en de vraag waarom er niet meer wordt geïnvesteerd in de-escalatie, in het traject aan de voorkant. Ik bedank de minister voor haar zeer uitgebreide antwoorden en specifiek voor de volgende twee toezeggingen. De minister is uitgebreid ingegaan op onze vraag om te investeren in die informele route, het traject aan de voorkant, om zo bij te dragen aan de cultuurverandering die nodig is om daadwerkelijk te de-escaleren, om dat goede gesprek op gang te krijgen en om best practices op dit gebied te ontwikkelen. Verder wil ik de minister bedanken voor de toezegging om de cijfers over het al of niet toenemen van klachten en claims jaarlijks te monitoren. Ik hoop dat de minister dan ook wil ingaan op dat opleidingsaspect waar ik net over sprak, en op het daadwerkelijk leren van die best practices.  [...] Mijn fractie heeft zorgen en aarzelingen uitgesproken over de juridisering en de claimcultuur. De minister heeft heel uitgebreid antwoord gegeven. Na de twee toezeggingen over monitoring en investeren in het informele traject is onze aarzeling niet helemaal weggenomen, maar wel een stuk minder geworden. Ik heb in ieder geval het gevoel dat de vinger aan de pols zal worden gehouden.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 50

Minister Schippers:

Mevrouw Bredenoord verzocht mij om bij de jaarlijkse monitoring het opleidingstraject en het leren van best practices mee te nemen. Dat zeg ik toe. Dit zullen we dus bij de monitoring meenemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Ondersteuning eerstelijnsprofessionals (32.402) (T02177)

De minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Don, toe de ondersteuning van de eerstelijnsprofessionals ter hand te nemen, en daarbij de brancheorganisaties en de cliënten- en patiëntenorganisaties te betrekken. 


Kerngegevens

Nummer T02177
Status voldaan
Datum toezegging 29 september 2015
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden H.M. Don (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen eerstelijnszorg
ondersteuning
Kamerstukken Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (32.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 28

De heer Don (SP):

U praat over "een handreiking" en "het ondersteunen van de kleinere zorgaanbieders". Is het een idee om ook de brancheorganisaties van de zorgaanbieders nauw te betrekken bij de vraag hoe zo'n ondersteuningsplan eruit zou kunnen zien?

Minister Schippers:

Zeker, als wij zo'n ronde doen, dan is het gebruikelijk dat wij die samen met de brancheorganisaties organiseren of in ieder geval in overleg met de brancheorganisaties, opdat hun leden weten dat het plaats heeft, zij daar informatie kunnen halen en zij zorgen kunnen delen.

De heer Don (SP):

Er zit grote weerstand bij met name de eerstelijnsorganisaties. Ik wil het niet plat maken, maar het werkt niet om te zeggen: een rondje door Nederland en het probleem is opgelost. Ik zoek een beetje naar hoe u zo'n ronde handen en voeten geeft en naar wat u daadwerkelijk kunt bieden. Ik snap dat het wat kort door de bocht is om dat nu al uit te spreken, maar wat biedt u de eerstelijnswerkers daadwerkelijk voor versterking, aangezien u nogal wat van ze vraagt, zodat ze gaan handelen zoals u voor ogen hebt?

Minister Schippers:

Ik gaf net al een heel goed voorbeeld van hoe huisartsen in Zuid-Nederland het geregeld hebben. Die hebben het niet huisarts per huisarts geregeld. Die hebben het gemeenschappelijk geregeld. Je kunt namelijk als een groephuisartsen in de regio een klachtenfunctionaris delen of met elkaar aanstellen. Je kunt met elkaar regionaal zo'n procedure vormgeven. Dat hoef je niet één voor één te doen. In zo'n rondgang neem je bijvoorbeeld ook huisartsen mee die al volgens de Wkkgz werken en daar goede ervaring mee hebben opgedaan, zodat je van elkaar kunt leren en erachter komt wat er dan nog overblijft waar eventueel het ministerie nog een handreiking voor zou moeten doen. Dat zullen wij heel pragmatisch en praktisch moeten aanpakken.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 47

De heer Don (SP):

Het gaat dan met name over de ondersteuning van de eerstelijnsprofessionals bij de verandering die hun te wachten staat. Ik gaf dat zojuist in mijn interruptie ook aan, maar ik kan niet genoeg benadrukken dat dat op een constructieve manier moet gebeuren en dat de eerstelijnsprofessionals en de brancheorganisaties daar ook bij betrokken worden. Dat geldt natuurlijk ook voor de cliënten- en patiëntenorganisaties. Ook daar zal een verandering voor optreden en ook daar zal de boodschap verkondigd moeten worden. Ik denk dan aan organisaties als de NPCF, Zorgbelang en Ieder(in). Mocht dit wetsvoorstel wet worden, dan verzoek ik de minister om hen daarbij te betrekken en om bij hen onder de aandacht te brengen dat er voor de patiënten en de cliënten iets gaat veranderen.

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 50

Minister Schippers:

Mij is gevraagd om de ondersteuning van de eerstelijnsprofessionals constructief ter hand te nemen, net als de betrokkenheid van brancheorganisaties en de patiënten- en consumentenorganisaties daarbij. Dat zeg ik toe. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat doen, dat we helpen waar we kunnen en dat we handreikingen opstellen als dat nodig is.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Onderzoek gevolgen netwerk- en ketenzorg (32.402) (T02178)

De minister van VWS zal de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, vragen om in het onderzoek naar de gevolgen van de verschuiving naar netwerk- en ketenzorg aandacht te besteden aan de rolverdeling en de aanspreekbaarheid in de zorg. 


Kerngegevens

Nummer T02178
Status voldaan
Datum toezegging 29 september 2015
Deadline 1 januari 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen ketenzorg
netwerkzorg
zorgsector
Kamerstukken Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (32.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 15

Mevrouw Nooren (PvdA):

En is minister bereid om een onderzoek te laten uitvoeren, bijvoorbeeld door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, naar de implicaties van de verschuiving naar netwerk- en ketenzorg voor de rolverdeling in de zorg en de wetgeving op het gebied van kwaliteit?

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 40

Minister Schippers:

Ben ik bereid om onderzoek te laten doen, bijvoorbeeld door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, naar implicaties van de verschuiving naar meer ketennetwerkzorg, naar de rolverdeling en de aanspreekbaarheid in de zorg en de wetgeving op het gebied van kwaliteit? De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg heeft in 2010 een advies uitgebracht, getiteld Gezondheid 2.0, dat ingaat op de thema's die mevrouw Nooren in haar vraag noemt: zorg georganiseerd rondom de vraag van de cliënt en de ontwikkeling van zorgstandaarden die passen binnen die visie. Naar aanleiding van een vraag die u al eerder in een overleg aan mij hebt gesteld, heb ik in een gesprek met de voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving gevraagd of dit niet een aardig thema zou zijn. Het gaat niet alleen om langdurige zorg die je liever aan huis geeft. Je ziet steeds meer ziekenhuiszorg ook thuis geleverd worden. Daarin speelt de mantelzorger een steeds belangrijkere rol. Stel dat de mantelzorger een heel ingewikkeld apparaat krijgt. Er gaat iets mis mee, omdat hij foute uitleg of geen uitleg heeft gekregen. Wie is dan aansprakelijk? Dat zijn interessante vraagstukken, die steeds actueler gaan worden. Ik heb dat dus al besproken met de voorzitter van de raad. Ik zal haar het verzoek doen om dit aspect expliciet erbij te betrekken, omdat het gewoon een belangrijke rol speelt inde ontwikkeling die wij zien gebeuren. Ik ben dat dus met u eens

Handelingen I 2014-2015, nr. 2 - item 8 - p. 48

Mevrouw Nooren (PvdA):

We danken de minister ook voor haar bereidheid om een verkenning te doen wat ketenzorg of netwerkzorg betekent binnen de verhoudingen in de zorg. Zij heeft ook toegezegd om dit punt onder de aandacht te brengen bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. 


Brondocumenten


Historie