Verslag van de plenaire vergadering van dinsdag 25 januari 2022



Parlementair jaar 2021/2022, 14e vergadering

Aanvang: 13.30 uur

Sluiting: 13.44 uur

Status: gecorrigeerd


Bekijk de video van dit verslagpunt

Opening

Voorzitter: Bruijn

Tegenwoordig zijn 51 leden, te weten:

Van Apeldoorn, Arbouw, Atsma, Baay-Timmerman, Backer, Van Ballekom, Van den Berg, Berkhout, Beukering, Bezaan, Bredenoord, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Crone, Dessing, Van Dijk, Dittrich, Essers, Faber-van de Klashorst, Ganzevoort, Geerdink, Van Gurp, Van Hattem, Hermans, Janssen, Karimi, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Keunen, Kluit, Koole, Meijer, Nanninga, Nicolaï, Otten, Prast, Raven, Recourt, Rietkerk, Van Rooijen, Rosenmöller, Schalk, Soeharno, Van Strien, Talsma, Veldhoen, Van der Voort, Lucas Vos, Mei Li Vos, De Vries en Van Wely,

en mevrouw Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik open de vergadering van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van dinsdag 25 januari 2022. Ik heet de leden, de medewerkers en iedereen die deze vergadering via de webcast volgt, van harte welkom. Ook heet ik de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die namens de regering aanwezig is, van harte welkom.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Voordat wij beginnen aan de agenda van vandaag verzoek ik u om veiligheidsredenen nadrukkelijk om minimaal 1,5 meter afstand te houden tot uw collega's en de medewerkers indien u zich beweegt door de plenaire zaal, ook bij het in- en uitlopen. In situaties waarbij u geen 1,5 meter afstand kunt bewaren, adviseer ik u om een mondkapje te dragen.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Kox, Stienen, Oomen-Ruijten, Van Pareren en De Boer, wegens werkzaamheden voor de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Verder meld ik u dat in verband met de verkiezing van het lid Kox tot president van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa het lid Janssen met ingang van heden de nieuwe fractievoorzitter van de SP is.

Ik zal in aanwezigheid van de heer Kox op een later moment nog kort op zijn verkiezing terugkomen.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Herdenking van de heer E. van Thijn

Aan de orde is de herdenking van de heer drs. E. van Thijn i.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te gedenken. Vandaag gedenken wij Ed van Thijn, die op 19 december jongstleden op 87-jarige leeftijd overleed. Hij was voor de Partij van de Arbeid acht jaar lid van deze Kamer, van 8 juni 1999 tot 12 juni 2007.

Ik heet ook zijn familie zeer welkom bij deze herdenking.

Eduard van Thijn werd op 16 augustus 1934 geboren in Amsterdam. Toen hij 5 jaar was, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Voor het gezin Van Thijn brak een periode aan van talloze onderduikadressen en tot tweemaal toe gevangenschap in kamp Westerbork. Het gezin overleefde miraculeus de oorlog. In de woorden van Van Thijn, die ook op zijn rouwkaart staan: "Als 10-jarige was ik bang voor de dood. Daarna nooit meer …"

De gebeurtenissen in zijn vroege jeugd maakten hem tot mensenrechtenstrijder voor de rest van zijn leven. Welke rol hij ook bekleedde — burgemeester of senator, Tweede Kamerlid of minister — Van Thijn zette zich overal in voor universele mensenrechten en sprak zich onvermoeibaar uit tegen onrecht.

Ed van Thijn studeerde politicologie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam en aan het Institut d'études politiques in Parijs. In 1961 studeerde hij af en begon als stafmedewerker bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Een jaar later werd hij voor de eerste keer volksvertegenwoordiger, toen hij werd gekozen tot lid van de Amsterdamse gemeenteraad.

Na drie jaar werd Van Thijn voorzitter van de PvdA-fractie in die gemeenteraad. In de tussentijd was hij ook gekozen als lid van de Tweede Kamer. Vier jaar lang combineerde hij beide functies, tot hij stopte als gemeenteraadslid. Zestien jaar was hij Tweede Kamerlid, waarvan ruim vier jaar fractievoorzitter.

In 1981 was hij korte tijd minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Van Agt, totdat het kabinet na acht maanden viel vanwege een conflict over bezuinigingen. Ook in 1994 bekleedde hij kort diezelfde functie, als opvolger van de overleden Ien Dales, maar moest hij vanwege de IRT-affaire voortijdig aftreden.

De meeste bekendheid kreeg Ed van Thijn als burgemeester van zijn geboortestad Amsterdam. Ruim tien jaar bekleedde hij de rol van burgervader. Ongetwijfeld de grootste klap in die periode was de Bijlmerramp op 4 oktober 1992. Van Thijn was als burgemeester wekenlang ter plaatse om de hulpverlening te coördineren. Hij zei daarover later: "Het was een verbijsterende ervaring waarbij je zelf kalm, beheerst en rationeel leiding moest geven aan wat toen moest gebeuren."

Ed van Thijn verliet in 1994 de actieve politiek, voor wat later een intermezzo van vijf jaar bleek. In 1999 werd hij namelijk lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Velen herinneren zich hem als de PvdA-woordvoerder die zich uitsprak tegen het wetsvoorstel voor een gekozen burgemeester.

Wat veel mensen waarschijnlijk niet meer weten, is dat Van Thijn in de acht jaar van zijn lidmaatschap van deze Kamer vooral het woord voerde over buitenlandse zaken en mensenrechten.

Zijn maidenspeech bijvoorbeeld sprak hij in 2000 uit bij de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij steunde in zijn bijdrage het nieuwe elan — een term die ook toen al in de mode was — van het Nederlands beleid en vooral het buitenlands beleid, dat een verschuiving betekende van de balans tussen nationale soevereiniteit enerzijds en de mensenrechtensituatie anderzijds.

Van Thijn zei daarover dat van lidstaten van de Verenigde Naties verwacht mag worden dat zij op een goede manier omgaan met culturele diversiteit en rechten van minderheden binnen hun landsgrenzen.

Bovendien, zo stelde hij, betekent dat ook dat de internationale gemeenschap niet werkeloos toeziet als binnen staten structureel mensenrechten worden geschonden en minderheden worden vervolgd, verdreven of vermoord. Zijn pleidooi kenmerkt hem ten voeten uit.

In een column uit 2000 schreef hij dat hij nooit een groot voorstander van de Eerste Kamer was, maar dat hij zijn mening wel had bijgesteld. Volgens Van Thijn kan een Kamer van reflectie een goede corrigerende rol vervullen. Maar, zo vulde hij aan, de beoordeling van wetsontwerpen dient in een sfeer van zakelijkheid, deskundigheid en afstandelijkheid plaats te vinden.

Hij besloot zijn column als volgt, en ik citeer opnieuw: "Een terugzendrecht maakt zo'n verzakelijking van de rol van de Eerste Kamer beter mogelijk. Het komt ook overeen met een voorstel dat ik zelf al in 1981 heb ingediend. Reflectiever kan het niet." En nu, 22 jaar nadat hij dit schreef, is dit onderwerp opnieuw actueel.

Ed van Thijn kan zonder overdrijving gerekend worden tot de Nederlanders die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de publieke zaak, zowel binnen als buiten dit huis.

Zijn verbondenheid met het openbaar bestuur en de manier waarop hij zich zijn leven lang verzette tegen onrecht, racisme en onderdrukking vormen een voorbeeld voor velen.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Hamerstukken

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2021 (Negende incidentele suppletoire begroting inzake diverse steunmaatregelen COVID-19 en nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling) (35937);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-I);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IIA);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IIB);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-III);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IV);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-V);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VI);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VII);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VIII);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IX);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-X);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XII);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIII);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIV);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XV);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XVI);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XVII);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (XIX) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIX);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-A);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Gemeentefonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-B);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-C);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-J);
  • het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-K).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Verlangt iemand aantekening? Mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Prast i (PvdD):

Dank u, voorzitter. Wij willen graag aantekening bij het wetsvoorstel 35975-I.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prast. Dan de heer Otten namens de Fractie-Otten.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Wij willen graag aantekening bij het wetsvoorstel over het Nationaal Groeifonds, 35975-XIX.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Ik verzoek de leden mondkapjes te dragen bij verplaatsing door de zaal.

Dan mevrouw Faber namens de PVV. U mag er eentje van mij lenen. Gaat uw gang.

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Dank u, voorzitter. Wij vragen aantekening bij het wetsvoorstel 35975-VIII. Wij willen ook aantekening vragen bij de Tijdelijke regeling digitaal quorum 2021.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. De heer Otten namens de Fractie-Otten wenst nogmaals het woord.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Voorzitter. Ik dacht dat u eerst de wetsvoorstellen zou afhandelen, maar wij willen ook graag aantekening bij de verlenging van de Tijdelijke regeling digitaal quorum.

De voorzitter:

Dat klopt. U heeft gelijk. Die regeling komt hierna, maar ik snoer natuurlijk niemand de mond op dit punt. Wenst een van de overige leden aantekening bij een van de wetsvoorstellen? Dat is niet het geval.

De leden van de fractie van de PvdD wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-I) te hebben kunnen verenigen.

De leden van de fractie van Fractie-Otten wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (XIX) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIX) te hebben kunnen verenigen.

De leden van de fractie van de PVV wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VIII) te hebben kunnen verenigen.

Tot slot is aan de orde de verlenging van de Tijdelijke regeling digitaal quorum 2021, die de Kamer heeft vastgesteld op 16 november jongstleden. Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 februari 2022, tenzij de Kamer haar tijdig verlengt. Gezien de actuele situatie met betrekking tot het coronavirus en de geldende landelijke richtlijnen, stel ik voor om de regeling te verlengen met de in artikel 3 van de tijdelijke regeling genoemde termijn van ten hoogste twee maanden, dat wil zeggen tot 1 april 2022.

Kan de Kamer met dit voorstel instemmen? Dat is het geval. Verlangt iemand aantekening, voor zover niet al gedaan? Dat is niet het geval, behoudens de PVV en de Fractie-Otten.

De leden van de fracties van Fractie-Otten en de PVV wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het voorstel te hebben kunnen verenigen.

Dan deel ik de Kamer voorts mee dat ook het eerder door mij genomen Tijdelijk besluit digitaal quorum 2021 van 16 november 2021 zal worden gecontinueerd tot 1 april 2022.

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de vergadering. Ik dank alle leden, de minister en de medewerkers die deze vergadering mogelijk hebben gemaakt.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Sluiting

Sluiting 13.44 uur.


Bijlages

Lijst van besluiten en ingekomen stukken

Lijst van besluiten:

De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:

a. de behandeling van de volgende hamerstukken te doen plaatsvinden op 25 januari 2022:

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2021 (Negende incidentele suppletoire begroting inzake diverse steunmaatregelen COVID-19 en nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling) (35937);

Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-I);

Wijziging van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IIA);

Wijziging van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IIB);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-III);

Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IV);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-V);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VI);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VII);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-VIII);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-IX);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-X);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XII);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIII);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIV);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XV);

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XVI);

Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XVII);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (XIX) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975-XIX);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975, A);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Gemeentefonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975, B);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975, C);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975, J);

Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (35975, K);

Verlenging van de Tijdelijke regeling digitaal quorum 2021;

b. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid te doen plaatsvinden op 25 januari 2022:

Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, alsmede van de Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Stb. 2017, 52) (35934 (R2158));

c. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid te doen plaatsvinden op 1 februari 2022:

Wijziging van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding in verband met het verlengen van de werkingsduur (35917);

d. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 1 februari 2022:

Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met aanpassingen op het gebied van de doorstroom van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en wijziging van de stelselinrichting van doorstroomtoetsen en toetsen verbonden aan leerling- en onderwijsvolgsystemen in het basisonderwijs (35671);

e. het debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU te doen plaatsvinden op 8 februari 2022;

f. het debat naar aanleiding van de regeringsverklaring te doen plaatsvinden op 15 februari 2022;

g. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 22 februari 2022:

Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, alsmede van de Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Stb. 2017, 52) (35934 (R2158)).

Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende regeringsmissives:

een, van de minister van Algemene Zaken, inzake analyse coalitieakkoord (griffienr. 170589.02);

een, van alsvoren, inzake ontslag bewindslieden van het kabinet-Rutte III en aanstelling bewindslieden van het kabinet-Rutte IV (griffienr. 170591);

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake verdrag tussen Nederland en IGRAC als een categorie 2 centrum onder auspiciën van UNESCO Parijs 9 december 2021 (griffienr. 170574);

een, van de minister van Financiën, inzake geannoteerde agenda eurogroep en Ecofin-Raad 17 en 18 januari 2022 (griffienr. 170595);

een, van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, inzake verkeersveiligheidswaarschuwingen in-car (griffienr. 170573);

een, van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, inzake aanbieding PBL-rapport Planmonitor NOVI (griffienr. 170594);

een, van de minister van Economische Zaken en Klimaat, inzake geannoteerde agenda informele Raad voor Concurrentievermogen van 31 januari en 1 februari (griffienr. 170597);

een, van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, inzake geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 17 januari 2022 (griffienr. 170577);

een, van alsvoren, inzake verslag Landbouw- en Visserijraad 12 en 13 december 2021 (griffienr. 170367.01);

een, van alsvoren, inzake deelrapporten onderzoeksprogramma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (griffienr. 170593);

een, van de minister voor Klimaat en Energie, inzake geannoteerde agenda informele Energieraad 21-22 januari 2022 (griffienr. 170598);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake afschrift brief aanbieding 135e OMT-advies (griffienr. 167290.253);

een, van alsvoren, inzake aanschaf extra doses BioNTech/Pfizer (griffienr. 168683.54);

een, van alsvoren, inzake aanbiedingsbrief derde incidentele suppletoire begroting 2022 (griffienr. 170592);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake geannoteerde agenda informele Jeugd- en Onderwijsraad 27 januari 2022 (griffienr. 170599);

een, van de minister voor Klimaat en Energie, inzake geannoteerde agenda informele Energieraad 21-22 januari 2022 (griffienr. 170598).

De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd bij de Directie Inhoud ter inzage voor de leden;

2. de volgende geschriften:

een, van J.P., inzake reactie op de notitie "Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid" (griffienr. 170578).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning;

een, van R.G., inzake Staatsloterij (griffienr. 170566);

een, van R.D., inzake vermogensrendementsheffing (griffienr. 170600);

een, van P.Q., inzake ontkoppelen minimumloon (griffienr. 170590.01).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Financiën;

een, van F.K., inzake besluitvorming Omgevingswet (griffienr. 166597.24).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving;

een, van W.F., inzake AOW (griffienr. 170590);

een, van F.J., inzake pensioenopstand (griffienr. 170588).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van A.S., inzake coronabeleid (griffienr. 167290.254);

een, van J.B., inzake COVID-19-beleid (griffienr. 167290.257).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning en de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid.

De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.