25.979

Bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs



Dit wetsvoorstel wijzigt enkele onderwijswetten ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het primair en voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, en volwasseneducatie. Tevens bevat het voorstel drie wijzigingen van technische aard.

Het schoolbestuur is ondermeer verplicht mogelijke gevallen van ontucht met minderjarige leerlingen te melden bij een vertrouwensinspecteur. De functie van vertrouwensinspecteur wordt wettelijk vastgelegd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 2 februari 1999 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 juni 1999 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 313 van 27 juli 1999.


Kerngegevens

ingediend

8 april 1998

titel

Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
  • minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Hoofdlijnen

In principe dienen klachten op het terrein van seksuele intimidatie door de verplichte klachtencommissie van de school te worden afgedaan.

Het schoolbestuur is verplicht contact op te nemen met een vertrouwensinspecteur als het vermoeden bestaat dat een personeelslid zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf met een minderjarige leerling.

Als na overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat een redelijk vermoeden van het plegen van een strafbaar feit blijft bestaan, is het schoolbestuur verplicht aangifte te doen bij de politie.

Personeelsleden zijn verplicht het schoolbestuur op de hoogte te stellen als zij een geval van ontucht vermoeden.

De vertrouwensinspecteur is vrijgesteld van de verplichting aangifte te doen van een geval van seksuele ontucht jegens een minderjarige leerling of een personeelslid, zodat zijn vertrouwensfunctie wordt gewaarborgd.


Documenten

5