Dit wetsvoorstel vervangt de verouderde Wet op de Ruimtelijke Ordening uit 1965. Het voorstel zorgt voor vereenvoudiging van procedures bij ruimtelijke plannen en beter toezicht op ruimtelijke ontwikkelingen. Door de wijzigingen wordt de duur van de bestemmingsplanprocedure verkort van 58 naar 22 tot 24 weken.

Het voorstel biedt meer mogelijkheden om toezicht te houden op ruimtelijke ontwikkelingen. Verder komt er een betere coördinatie tussen rijk, provincie en gemeente bij bijvoorbeeld bestemmingswijzigingen en vergunningverlening. Hierdoor kunnen de voorbereidingen en procedures op alle niveaus tegelijk van start gaan. De regeling moet de besluitvorming effectiever maken door een betere onderlinge afstemming van taken en verantwoordelijkheden.

De invoering van deze wet is geregeld in het voorstel Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 23 februari 2006 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, D66, VVD, CDA, ChristenUnie, SGP en LPF stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 oktober 2006 zonder stemming aangenomen.


Kerngegevens

ingediend

23 mei 2003

titel

Nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

  • bevorderen van de effectiviteit en efficiëntie van de doorwerking van de ruimtelijke besluitvorming;
  • bieden van een ruimtelijk besluitvormingskader, gericht op het totstandkomen en behouden van een duurzame leefomgeving, om de regeling van de ruimtelijke ordening beter af te stemmen op die van aanverwante beleidsterreinen;
  • het vereenvoudigen van procedures en verbeteren van de rechtsbescherming;
  • het verbeteren van de handhaving van het ruimtelijk-ordeningsbeleid;
  • het beter afstemmen van de ruimtelijke ordening op het grondbeleid, in het bijzonder op het punt van de planschade.

Documenten

26