E090330
Laatste revisie: 09-01-2012

E090330 - Overdracht van personen die verdacht worden van piraterij door Europese lidstaten die deelnemen aan de maritieme operatie EUNAVFOR aan Kenia/ beveiliging tegen piraterij



Dit dossier is gestart naar aanleiding van brieven van de Eerste Kamer aan de regering over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Kenia in 2009 over de voorwaarden voor overdracht van de van piraterij verdachte personen aan Kenia door de Europese Unie geleide zeemacht (EUNAVFOR). Dit onderwerp werd destijds in een gemeenschappelijke vergadering van de commissies JBZ, Justitie en BDO besproken.

Naar aanleiding van deze schriftelijke gedachtewisseling met de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken, is de focus van de drie commissies verschoven naar een ander aan piraterij verbonden onderwerp: de inzet van particuliere beveiligers op Nederlandse schepen, de zogenaamde (particuliere) vessel protection detachments (VPD's) .

Meer informatie over de behandeling in de Eerste Kamer van de beveiliging van koopvaardijschepen vindt u in kamerstukdossier 32.706.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Nationaal

Na 22 november 2011 vindt u informatie over de behandeling in de Eerste Kamer van de beveiliging van koopvaardijschepen in kamerstukdossier 32.706.

Op 22 november 2011 vond er een technische briefing plaats over de operationele en juridische aspecten van Vessel Protection Detachments (VPD's).

Europees

Tijdens de Defensieraad van 30 november 2011 zal de minister voor Defensie zich sterk maken voor het proactiever optreden door de operatie Atalanta en aandacht vragen voor een veelomvattende aanpak van piraterij.


Kerngegevens

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Eerste Kamer

Op 6 oktober 2009 besloten de commissies voor de JBZ-raad, Justitie en Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) dat zij een brief wilden opstellen waarin de volgende punten aan de orde zouden komen:

  • dat de commissies met tevredenheid hebben kennisgenomen van de brief d.d. 29 september 2009;
  • dat de commissies graag op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen op het gebied van de arrestatie, detentie en berechting van piraten, ten minste over een jaar, of zoveel eerder als er relevante informatie is te geven;
  • dat de commissies signalen hebben ontvangen dat dat diverse reders van schepen die onder Nederlandse vlag varen, gebruik maken van dubieuze particuliere beveiligingsbedrijven/beveiligers om hun schepen tegen piraten te beschermen en dat dit hen met zorg vervult. De minister zal worden gevraagd of hij op de hoogte is van deze zaken, en of het hem noodzakelijk lijkt dat de activiteiten van de beveiligers (strakker) moeten worden gereguleerd.

Nadat de commissie deze had vastgesteld werd op 24 november 2009 een brief verstuurd met de bovengenoemde punten.

Op 8 februari 2010 heeft de minister van Justitie de vragen per brief beantwoord. Tijdens de vergadering van 16 februari 2010 werd deze brief voor kennisgeving aangenomen.

De commissies voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO), Justitie en JBZ hebben op 12 april 2011 over de regeringsreactie op het AIV-advies inzake piraterij op zee gesproken. De commissies besloten een brief te sturen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie in reactie op de regeringsreactie op het AIV-advies. Op 19 april 2011 is de desbetreffende brief verstuurd. De commissies gaan met name in op de aanwezigheid van particuliere beveiligers aan boord van koopvaardijschepen.

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie hebben op 20 mei 2011 gereageerd op de brief van de commissies naar aanleiding van de regeringsreactie op het AIV-advies inzake piraterij op zee. De ministers wijzen op de huidige kaders aangaande het toelaten van gewapende particuliere beveiligers aan boord van in Nederland geregistreerde schepen. De regering heeft een ad hoc commissie onder leiding van prof. mr. J.L. de Wijkerslooth om een advies gevraagd over de inzet van particuliere beveiligers. Wanneer dit advies is afgerond zal de regering een standpunt innemen over de wenselijkheid om de huidige kaders te wijzigen, waarbij het advies van de AIV het uitgangspunt zal vormen.

Deze brief werd op 24 mei 2011 besproken in een gezamenlijk commissievergadering van de commissies voor BDO, Justitie en JBZ en voor kennisgeving aangenomen.

Tijdens de commissievergadering van 11 oktober 2011 hebben de commissies BDO en V&J besloten om via een brief aan de minister van Defensie twee experts uit te nodigen die tijdens een bijzondere commissievergadering inzicht kunnen geven in de operationele en juridische aspecten van Vessel Protection Detachments (VPD's).

Op 24 oktober 2011 heeft de Eerste Kamer de kabinetsreactie op het rapport 'Geweldsmonopolie en piraterij' in afschrift ontvangen van de minister van Veiligheid en Justitie (zie voor de kabinetsreactie Behandeling Tweede Kamer en voor het rapport 'Geweldsmonopolie en piraterij' Reacties Derden ). Diezelfde dag is namens de commissie BDO en de commissie V&J een brief gestuurd aan de minister van Defensie met het verzoek een operationele en juridische briefing te krijgen over VPD.

De minister van Defensie heeft op 11 november 2011 gereageerd op het verzoek van de commissies BDO en V&J om nadere informatie te ontvangen over de operationele en juridische aspecten van VPD's. Naar verwachting vindt er op 22 november 2011 een briefing plaats.

Informatie over de behandeling in de Eerste Kamer van de beveiliging van koopvaardijschepen na 22 november 2011 vindt u in kamerstukdossier 32.706.


Behandeling Tweede Kamer

Op 22 maart 2010 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een brief gestuurd met de adviesaanvraag aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over piraterij. De AIV is verzocht zijn advies in de zomer van 2010 te presenteren.

Tijdens een Algemeen Overleg op 29 juni 2010 heeft de Tweede Kamer (TK) om informatie verzocht over de bestrijding van piraterij. Op 1 juli 2010 heeft de minister van Buitenlandse Zaken als reactie hierop een brief naar de TK gestuurd. In de brief geeft de minister aan dat er tot op heden weinig bekend is over de financieringsstromen van piraterij. Mede daarom is om advies gevraagd bij het AIV. Internationaal wordt er veel over gesproken en de Financial Action Task Force (FATF) heeft besloten nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om de financiering van piraterij aan te pakken.

Op 15 maart 2011 heeft de minister van Defensie een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over het besluit een zelfstandig militair beveiligingsteam (Vessel Protection Detachment (VPD)) in te zetten aan boord van twee transporten ter bescherming tegen piraterij. Dit besluit past volgens de minister binnen het staande beleid dat de mogelijkheid biedt in uitzonderlijke gevallen over te gaan tot de inzet van een zelfstandig militair beveiligingsteam.

Op 22 maart 2011 hebben de commissies voor Defensie, Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu met de minister van Defensie overlegd over de inzet van Vessel Protection Detachments op maritieme transporten ter bescherming tegen piraterij.

De minister van Defensie heeft op 13 mei 2011 een brief gestuurd naar de Tweede Kamer over anti-piraterij en (militaire) beveiliging van zeetransporten. Een afschrift van deze brief is verstuurd naar de Eerste Kamer. In de brief geeft de minister onder meer aan dat in de regeringsreactie op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken "Piraterijbestrijding op zee. Een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden" de regering heeft toegezegd een beleidskader Vessel Proctection Detachment (VPD) te ontwikkelen waarin de Kamer wordt geïnformeerd over structurele afspraken met betrekking tot de inzet van VPD's. De beraadslagingen in het kabinet over het VPD-beleidskader zijn momenteel nog gaande. Zodra deze afgerond zijn zal de Kamer worden geïnformeerd.

Op 18 mei 2011 hebben de Tweede Kamercommissies voor Defensie, voor Europese Zaken en voor Buitenlandse Zaken overleg gevoerd met de minister voor Defensie. Tijdens dit overleg is onder meer piraterij aan bod gekomen. De minister gaf aan dat de meest landen tot nu toe binnen de rules of engagement vrij terughoudend waren. Nederland probeert er wat meer felheid in te brengen samen met Duitsland en Engeland.

Op 15 juni 2011 heeft de minister van Defensie een brief met als bijlage het beleidskader "Militaire Vessel Protection Detachment (VPD) ter bescherming van individueel zeetransport" aan de Tweede Kamer gestuurd en een brief met de evaluatie van de inzet van VPD's bij twee kwetsbare zeetransporten. Van beide brieven heeft de Eerste Kamer een afschrift ontvangen.

De minister van Defensie heeft in een brief van 22 juni 2011 aangegeven dat hij een delegatie reders op het departement heeft ontvangen om te spreken over de bescherming van koopvaardijschepen tegen piraterij. Naar aanleiding van het overleg gaat een kleine werkgroep met vertegenwoordigers van Defensie en van de reders aan de slag om het wederzijdse inzicht verder te vergroten en concrete vervolgstappen te verkennen.

Uit de besluitenlijst van de commissie Buitenlandse Zaken van 30 juni 2011 blijkt dat de minister van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd dat de Commissie De Wijkerslooth uiterlijk op 1 september haar rapport oplevert en het kabinet vervolgens zo spoedig mogelijk haar reactie op het advies aan de Kamer zal toezenden. Ook zal de Kamer worden geïnformeerd over de voortgang van de werkgroep met vertegenwoordiging van het Ministerie Defensie en de reders over de verdere invulling van het beleidskader.

De minister van Defensie heeft op 12 juli 2011 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarvan een afschrift aan de Eerste Kamer is gestuurd, met een voortgangsrapportage van de werkgroep VDP. Deze werkgroep heeft de minister ingesteld naar aanleiding van een gesprek dat hij heeft gevoerd met reders. De werkgroep heeft besloten om tweemaal per maand bijeen te komen. Begin september zal de minister de Kamer opnieuw informeren over de voortgang.

Op 12 september 2011 heeft de minister van Defensie een brief gestuurd aan de Tweede Kamer over de inzet van VPD aan boort van koopvaardijschepen. Tijdens het Algemeen Overleg over piraterijbestrijding, dat plaatsvind op 23 juni 2011, is afgesproken dat de minister de Kamer elke drie maanden achteraf informeer over de inzet van VPD.

De minister van Defensie heeft op 23 september 2011 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, in afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer, met een voortgangsrapportage van de werkgroep VPD. De minister informeert in de brief de Kamers over de overleggen die de werkgroep VPD heeft gevoerd en welke punten relevant zijn voor overleg:

  • Aanvraagtermijn
  • Capaciteit en omvang van VPD's
  • Kwetsbaarheid van zeetransport
  • Financiering

Het streven van de werkgroep is alle onder Koninkrijksvlag varende schepen die daarvoor in aanmerking komen te voorzien van een VPD.

De ministers van Veiligheid en Justitie, Defensie, Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu hebben op 7 oktober 2011 de kabinetsreactie op het rapport de Wijkerslooth aangeboden aan de Tweede Kamer (zie voor het rapport Reacties derden ). De ministers concluderen dat het kabinet de inhoudelijke analyse en aanbevelingen uit het advies overneemt. Het advies bevestigt dat het kabinet de goede weg is ingeslagen met het beschikbaar maken van zelfstandige militaire VPD's. Het kabinet zal de Tweede Kamer voor het einde van 2011 informeren over de mogelijkheden om extra capaciteit te realiseren door de inzet van reservisten en gewapende particuliere beveiligers met de tijdelijke status van militair. Het kabinet is van oordeel dat het realiseren van de optie om civiele gewapende particuliere beveiligers in te zetten thans niet aan de orde is. Op verzoek van de commissies voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Veiligheid en Justitie wordt er eveneens een reactie gegeven op het standpunt van de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (zie voor deze reactie Reacties derden ).

De Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken organiseerde op 10 oktober 2011 een rondetafelgesprek over piraterijbestrijding. Onder meer prof. mr. Joan L. de Wijkerslooth zal hier aan deelnemen. Op 10 november 2011 zal er een algemeen overleg plaatsvinden over piraterijbestrijding.


Standpunt Nederlandse regering

Op 1 april 2011 hebben de minister van Buitenlandse Zaken en Justitie een regeringsreactie naar de Eerste Kamer gestuurd over het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken "Piraterijbestrijding op zee. Een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden".

In de reactie gaat de regering eerst in op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen private en publieke partijen. Daarna wordt ingegaan op de adviezen over de militaire bijdrage aan de strijd tegen piraterij, de inzet van militaire en particuliere beveiligers en regionale capaciteitsopbouw.


Behandeling Raad

Op 25 maart 2009 heeft de Europese Unie een brief gestuurd aan de regering van Kenia waarin wordt bevestigd dat de Europese Unie voornemens is met de regering van Kenia een briefwisseling te sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en nadere bepalingen voor de overdracht door EUVNAVFOR aan Kenia van personen die verdacht worden van piraterij in volle zee, en die worden vastgehouden door de door de Europese Unie geleide zeemacht (EUNAVFOR), alsmede van in beslag genomen goederen die in handen zijn van EUNAVFOR, en voor de behandeling van deze personen en goederen na de overdracht.

Uit de brief van de minister van Defensie van 18 november 2011 over de Defensieraad van 30 november 2011 blijkt dat de minister zich sterk zal maken voor het proactiever optreden door de operatie Atalanta en aandacht vragen voor een veelomvattende aanpak van piraterij.

Op 12 december 2011 heeft de Raad ingestemd met het concept voor een nieuwe missie om regionale, maritieme ondersteuning te bieden bij capaciteitsopbouw in de Hoorn van Afrika en staten in de West-Indische Oceaan. De missie maakt deel uit van de alomvattende aanpak van de EU om piraterij en instabiliteit te bestrijden in de regio.

Tijdens de bijeenkomst van de ministers van Defensie tijdens de Raad Buitenlandse Zaken eind november 2011 hebben de ministers gesproken over de operatie Atalanta.


Reacties Derden

De AIV heeft op 13 januari 2011 het advies "Piraterijbestrijding op zee: een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden" gepubliceerd en aangeboden aan de minister van Defensie. De AIV stelt in het advies dat het dringend nodig is dat de Nederlandse overheid, reders en verzekeringsmaatschappijen meer en beter gaan samenwerken om piraterij goed te bestrijden.

De minister van Buitenlandse Zaken heeft het advies op 18 januari 2011 aan beide Kamers gestuurd.

In augustus 2011 heeft Knoops & Partners Advocaten, op verzoek van de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP), een studie gepubliceerd over de inzet van private beveiligingsorganisaties bij beveiliging van Nederlandse koopvaardijschepen tegen piraterij vanuit internationaalrechtelijk perspectief. De SMVP, onder Voorzitterschap van Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, stelt op basis van deze studie dat naast de overheid ook private beveiligingsorganisaties bij de beveiliging van (Nederlandse) koopvaardijschepen kunnen worden ingeschakeld.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft op 1 september 2011 het advies 'Geweldsmonopolie en piraterij' van de commissie de Wijkerslooth, de adviescommissie gewapende particuliere beveiliging tegen piraterij, gepubliceerd. De commissie stelt vast dat het in beginsel mogelijk is om private beveiligers in te schakelen voor de beveiliging van koopvaardijschepen tegen piraten. Maar bij het toelaten van vormen van gewapende zelfbescherming moet de overheid zorgen voor voldoende rechtstatelijke waarborgen. Deze voorwaarden leiden tot het advies niet toe te laten dat reders zelf contracten aangaan met particuliere beveiligers.


Achtergrondartikelen

Het International Maritime Bureau heeft op 14 juli 2011 bekend gemaakt dat er in de eerste helft van 2011 266 aanvallen van piraten zijn geweest, tegenover 196 incidenten in dezelfde periode in 2010.


Alle bronnen