Wetsvoorstel winstuitkering medisch-specialistische zorg aangehouden



De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 december 2014 plenair gedebatteerd met minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de Wet vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg. Het wetsvoorstel maakt winstuitkering mogelijk voor aanbieders van medisch-specialistische zorg, waardoor zij beter in staat zijn om financiering in de vorm van risicodragend vermogen aan te trekken en de kwaliteit, dienstverlening en doelmatigheid van de medisch-specialistische zorg te verbeteren.

Minister Schippers (VWS) gaf aan het begin van haar eerste termijn aan dat zij voorlichting zal vragen aan de Raad van State over de implicaties van het amendement Bruins Slot bij artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen. Dit amendement regelt de verplichte goedkeuring van het College Sanering Zorginstellingen voor (ver)huur of (ver)koop van vastgoed. De minister haalde aan dat dit amendement door verschillende woordvoerders werd beoordeeld als té generiek en zelfs destructief. De minister gaf aan dat zij bij dergelijk sterke kritiek liever eerst voorlichting vraagt voordat de behandeling wordt voortgezet. De Kamer besloot hierop de behandeling van het wetsvoorstel aan te houden.

Amendement Bruins Slot

Senator Dupuis (VVD) merkte op dat het voor ziekenhuizen steeds moeilijker is om betaalbare leningen te verkrijgen en dat private investeringen hiervoor een goed alternatief bieden. Om het publiek belang te waarborgen zijn deze investeringen in het wetsvoorstel sterk aan banden gelegd. Dupuis ging in haar bijdrage met name in op het amendement Bruins Slot. Volgens Dupuis wordt een belangrijk deel van de wet hiermee destructief geamendeerd. De Nederlandse Zorgautoriteit moet hierdoor toestemming verlenen voor bepaalde vastgoed-handelingen en gaat vervolgens zichzelf beoordelen. De senator haalde aan dat de minister heeft aangekondigd dat zij dit onderdeel niet direct invoert en zoekt naar een 'lichte invulling'. Dupuis vroeg wat hiermee wordt bedoeld en wat er gebeurt als blijkt dat er geen lichte invulling mogelijk is.                                  

Moeizaam proces aantrekken vreemd vermogen

Senator Scholten (D66) vroeg: "Hoeveel marktwerking in de zorg willen we hebben?"  Zij overwoog dat beide kampen hun argumenten zullen baseren op economische modellen die berusten op theoretische veronderstellingen die niet altijd op voorhand geaccepteerd worden. Volgens Scholten zijn de meeste instellingen in de praktijk allang ingericht op het maken van winst. Dit wetsvoorstel biedt ziekenhuizen meer mogelijkheden om vreemd vermogen aan te trekken; iets wat doorgaans een moeizaam proces is. De D66-fractie deelt niet de vrees dat de zorgmarkt open ligt voor korte termijninvesteerders maar vroeg wel of en hoe kan worden ingegrepen bij marktfalen. Scholten pleitte ervoor dat het nieuwe artikel 18 van Wet toelating zorginstellingen via een reparatiewet wordt aangevuld wordt met een extra lid dat regelt dat de minister bij AMvB dit vastgoed-toezicht bij bepaalde zorginstellingen kan loslaten.

Timing van het wetsvoorstel

Senator Flierman (CDA) vroeg zich af of het wetsvoorstel op het goede moment komt, vanwege de grote ontwikkelingen in de curatieve zorg , de toenemende invloed van verzekeraars en de veranderde positie van medisch-specialisten. Dit is voor private investeerders geen gunstig klimaat. Deze partijen streven bovendien naar omzetvergroting en niet naar minder volume en de allerhoogste kwaliteit, aldus de senator. Hij vroeg ook of er wel sprake is van een level playing field als private en publieke investeerders elkaar beconcurreren. Flierman pleitte ervoor dat openbaar wordt wie vermogen aan een ziekenhuis beschikbaar stelt en dat alle zorginstellingen periodiek integraal worden beoordeeld door de IGZ. Verder merkte Flierman op dat de introductie van private investeerders gevolgen kan hebben voor arbeidsvoorwaarden in de zorg. Hij vroeg onder andere of de management-top van ziekenhuizen in alle gevallen gebonden blijft aan de beloningsstructuur van de publieke sector. 

Begrensde winst                  

Senator Frijters-Klijnen (PVV) stelde dat er een totaal gebrek is aan transparantie over de financiële situatie van ziekenhuizen. Niet alleen ontbreekt inzicht in de kwaliteit van een behandeling, ook de tarieven zijn schimmig volgens de senator. Het voorstel grijpt volgens de PVV-fractie ongekend diep in op kwaliteit, doelmatigheid, toegankelijkheid van medisch-specialistische zorg en de democratische verhoudingen. Winst maken dient altijd binnen bepaalde grenzen te gebeuren. Volgens de senator mogen huisartsen of medisch specialisten hun eigen vermogen in praktijk of maatschap investeren, maar zijn de investeerders in ziekenhuizen niet degenen die het werk doen en mogen zij dus geen winst uitgekeerd krijgen.

Zorg is geen verhandelbare dienst            

Senator Ganzevoort (GroenLinks) stelde dat de echte intentie van het wetsvoorstel ligt in het verder doorvoeren van de gereguleerde marktwerking. Het sturen op kwaliteit is daarbij grotendeels onmogelijk volgens de senator. Zorg is niet in de eerste plaats een product of verhandelbare dienst die tegen de laagst mogelijke kosten met de hoogst haalbare kwaliteit moet worden geleverd. Ganzevoort vroeg de minister om nadrukkelijker te onderbouwen waarom winstdragend aandeelhouderschap de enige mogelijkheid is om zorgaanbieders verder te helpen. Hij benadrukte dat kwalitatief goede zorg bij zorgaanbieders steeds centraal moet staan en niet mag verworden tot een middel om het ondernemersbelang te realiseren. Ganzevoort vroeg of het bijvoorbeeld denkbaar is dat private investeerders of aandeelhouders invloed uitoefenen op de bedrijfsvoering, de selectie van patiënten of de wijze waarop zorg wordt verleend.   

Financiële sprinkhanen

Senator Reuten (SP) stelde dat het wetsvoorstel diverse risico's met zich brengt: patiëntenselectie, volume-opdrijving en een eenzijdige focus op rendabele behandelingen. Hij vroeg of zorgverzekeraars onder het nieuwe wetsvoorstel hun zorgplicht onverkort behouden en of de regering buiten de verzekeraars om de institutionele verhoudingen kan wijzigen. Reuten vroeg of de zogeheten 'financiële sprinkhanen' (korte-termijn-investeerders) voldoende buiten de deur worden gehouden. Reuten betoogde dat de Tweede Kamer over onvoldoende informatie beschikte om de consequenties te overzien van de omzetting van een ziekenhuisstichting in een BV en onvoldoende op de hoogte was van potentiële lekken in het beklemd vermogen. Het eigen vermogen van niet-academische ziekenhuizen wordt volgens de senator door het wetsvoorstel mogelijk uitgehold door aanstaande aandeelhouders en/of financiële sprinkhanen. 

Effect van private investeringen

Senator Kuiper (ChristenUnie) betoogde dat privaat kapitaal dat winstgevend moet zijn iets doet met de eigenlijke gerichtheid van ziekenhuizen. Kuiper: "Een ziekenhuis is er niet voor de portemonnee van de investeerders." Private investeringen leiden volgens de senator tot verkeerde prikkels in de zorg zoals patiëntenselectie en volume opdrijving. Kuiper vroeg of het wetsvoorstel voldoende mogelijkheden biedt om belangenverstrengeling te bestrijden. De senator vroeg welke rol cliënten en cliëntenraden gaan spelen en waarom de drie-jaar-termijn voor investeerders alleen geldt bij hun eerste investering. Het wetsvoorstel zet de richtingwijzers in de verkeerde richting en biedt geen duurzame oplossingen, aldus Kuiper.

Onderfinanciering van ziekenhuizen

Senator Postema (PvdA) vroeg de minister of dit wetsvoorstel naast symptoombestrijding ook de oorzaak van de onderfinanciering van ziekenhuizen aanpakt. Postema betoogde dat het nieuwe zorgstelsel helaas nog onvoldoende inzet op kwaliteitsverbetering, het terugdringen van kosten en het bevorderen van gezonde concurrentie. Hij stelde dat de markt van zorgverzekeraars sterk oligopolistische trekken vertoont. Bovendien fuseren er steeds meer ziekenhuizen, niet zelden gedwongen. Voor een houdbaar zorgstelsel moet de overheid enerzijds ruimte bieden aan private initiatieven en anderzijds het publiek belang steeds waarborgen. Postema stelde dat de 'set van waarborgen' voor het publiek belang in dit wetsvoorstel dusdanig is uitgebreid, dat zich de vraag opdringt of er nog wel beleggers zijn die bereid zijn in de zorg te investeren. De senator vroeg de minister naar haar visie op de toekomstige marktordening voor medisch-specialistische zorg; hoe overbodige zorg kan worden teruggedrongen en welke ruimte er is voor samenwerking tussen de diverse partijen. Ook vroeg hij welke instrumenten de minister heeft om in te grijpen als ziekenhuizen onverhoopt de speelbal worden van investeerders.

Lange reeks van financiële schandalen

Senator De Lange (OSF) stelde dat marktwerking weliswaar een rol kan spelen in het terugdringen van de stijgende zorgkosten, maar dat dit grote risico's met zich brengt. Door via private investeerders banken te 'verleiden' tot kredietverlening is zeer onverstandig. Bovendien wordt er door de regering een rooskleurig beeld geschetst over investeerders in zorginstellingen. Volgens De Lange moeten er lessen worden getrokken uit de lange reeks van schandalen in de financiële wereld en zijn uithoeken. De Lange vroeg of de randvoorwaarden voldoende strikt zijn om sprinkhaaninvesteerders buiten de deur te houden. Met name buitenlandse investeerder kunnen immers moeilijk worden aangesproken op hun maatschappelijke en morele verantwoordelijkheden. 

stenogram dinsdag 9 december 2014


Deel dit item: