Rappelabele toezeggingen minister voor Natuur en Stikstof (2022-2024) (Rappel september 2022)



Dit is het rappel tot 02-07-22.

 




Toezegging Artikel 6 en 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn implementeren in de Omgevingswet (33.348) (T02199)

De staatssecretaris van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat de artikelen 6 en 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn ook rechtstreeks in de Omgevingswet worden geïmplementeerd.


Kerngegevens

Nummer T02199
Status voldaan
Datum toezegging 8 december 2015
Deadline 1 juli 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017)
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden Drs. L.H.J. Verheijen (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Omgevingswet
Vogel- en Habitatrichtlijn
Kamerstukken Wet natuurbescherming (33.348)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 8, blz. 45-54

De heer Verheijen (PvdA):

(...)

Mijn derde punt is het debat over de intrinsieke waarde en de inbouw in de Omgevingswet. De staatssecretaris heeft daar een volledige uitleg over gegeven. Ik mag toch aannemen dat artikel 6 en artikel 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn van kracht blijven en dus dadelijk geïmplementeerd zijn in de Omgevingswet als de inbouw is afgerond. In het kader van de afweegbaarheid van de economische ruimte versus de natuurbescherming moet helder zijn dat de regels die op grond van de internationale verplichtingen gelden, die we in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn met elkaar hebben afgesproken, dan nog steeds van kracht zijn. Dan zijn artikel 6 en artikel 19 als het gaat om de passende beoordeling en de ADC-toets natuurlijk erg sturend voor hetgeen mogelijk is.

(...)

Staatssecretaris Van Dam:

(...)

De heer Verheijen heeft daarnaast gevraagd of artikel 6 en artikel 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn ook zo in de Omgevingswet komen. Ja, die eisen komen inderdaad rechtstreeks in de Omgevingswet; daarover kan ik de heer Verheijen geruststellen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Geen onnodige belemmeringen voor ontwikkelruimte bij toepassing salderingsinstrumenten bij aanpak stikstof (35.347) (T02829)

De Minister van Landbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe bij het toepassen van de salderingsinstrumenten in het kader van de aanpak van het stikstofprobleem geen onnodige belemmeringen op te werpen door te waarborgen dat er voor de sector duurzaam voldoende ontwikkelruimte blijft bestaan.


Kerngegevens

Nummer T02829
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2019
Deadline 1 juli 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen salderingsinstrument
stikstof
Kamerstukken Spoedwet aanpak stikstof (35.347)


Uit de stukken

Handelingen I, 2019-2020, nr. 14, item 20 - blz. 22.

De heer Schalk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Het scheelt straks in de tweede termijn ruimte als ik mijn vraag even heel precies mag stellen aan de minister. Kan zij toezeggen bij het toepassen van de salderingsinstrumenten geen onnodige belemmeringen op te werpen door te waarborgen dat er voor de sector voldoende duurzame-ontwikkelingsruimte blijft bestaan? Dat is mijn eerste vraag.

Minister Schouten:

Wat dat eerste betreft, ik heb "geen onnodige belemmeringen" genoteerd en dat er voldoende ontwikkelruimte voor de sector overblijft. Dat is ook het uitgangspunt voor het kabinet. We moeten zorgen dat er ontwikkelruimte beschikbaar blijft voor de sector. Dat is het kader waarbinnen we de keuzes maken.

Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20 - blz. 31.

De heer Schalk (SGP):

(…)

De minister heeft een heldere toezegging gedaan dat bij het toepassen van de salderingsinstrumenten geen onnodige belemmeringen worden opgeworpen, door te waarborgen dat er voor de sector voldoende duurzame ontwikkelingsruimte blijft. Ik dank haar voor die heldere toezegging.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Afstemming definities bij voortgangsrapportages Natuurnetwerk Nederland (34.985) (T03006)

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat zij erop toe zal zien dat definities bij de voortgangsrapportages van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) op elkaar afgestemd worden.


Kerngegevens

Nummer T03006
Status afgevoerd
Datum toezegging 30 juni 2020
Deadline 1 juli 2021
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Aanvullingswet natuur Omgevingswet
natuur
Natuurnetwerk Nederland
Omgevingswet
Kamerstukken Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 2

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

Dan het Natuurnetwerk Nederland. De landelijke doelstelling voor instandhouding is in het voorstel voor de aanvullingswet natuur niet direct doorvertaald naar rijksomgevingswaarden. Dit roept bij ons de vraag op hoe de minister wil voorkomen dat burgers, bouwers, boeren en natuurorganisaties in het nieuwe stelsel te maken krijgen met meerdere provinciale natuurvisies en omgevingsplannen die los van elkaar eisen stellen en ideeën en strategieën ontwikkelen die niet op elkaar afgestemd zijn. Daardoor wordt het voor burgers onoverzichtelijk waar men aan moet voldoen. De praktijk waarschuwt nu al luid dat het lastig wordt om grensoverschrijdende doelen en met name dus die rijksdoelen in beeld te houden. Graag een reactie van de minister. De fractie van GroenLinks is van mening dat ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland nu niet duidelijk genoeg is wie aan zet is, wat er van de partijen verwacht wordt en met welke doelen ze zich moeten inspannen en dat daardoor het doelbereik, een landelijk gunstige staat van instandhouding, zeer ongrijpbaar en wellicht zelfs onbereikbaar wordt. Is de regering bereid om vanuit haar rol als systeemverantwoordelijke hier toch nog meer werk van te maken door de nodige duidelijkheid wel te creëren, bijvoorbeeld over definities? (…).

Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 37-44

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

Het Natuurnetwerk Nederland raakt aan het vorige punt. We zijn blij dat de minister heeft toegezegd om daarover aan ons te rapporteren hoe dat gaat en dat dit ook goed in beeld blijft. We zouden de minister wel willen vragen om nog goed te kijken of de provincies de definities op elkaar afstemmen, omdat het anders met verschillende definities in die gebieden wellicht lastiger wordt om op nationaal niveau aan te geven wat er precies gebeurt in dat Natuurnetwerk Nederland.

(…)

Minister Schouten:

(…)

Dat geldt ook voor het op elkaar afstemmen van de definities bij de voortgangsrapportages van het NNN, het Natuurnetwerk Nederland. Daar kijken we ook naar, want de resultaten in de rapportages moeten wel vergelijkbaar zijn. De provincies hebben natuurlijk een eigenstandige bevoegdheid, maar het is wel goed om te zien hoe dit per provincie gaat. De precieze invulling van het Natuurnetwerk, dus oppervlakte, kwaliteit en samenhang, blijft aan de provincies. Ik ben het met u eens dat de vergelijkbaarheid van de rapportages optimaal moet zijn, dus daar gaan we ook ons best voor doen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Met de minister van Financiën overleggen over mogelijke versnelling opkoopregelingen piekbelasters (35.600) (T03103)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe het gesprek aan te gaan met de minister van Financiën om te bezien wat mogelijk is qua versnelling van de opkoopregelingen voor piekbelasters.


Kerngegevens

Nummer T03103
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 januari 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden G. Prins (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen opkoopregelingen
stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 33-34.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik ben blij dat er extra aandacht is voor de piekbelasters, want ik denk dat dat zou kunnen helpen voor de legalisering van de PAS-meldingen. Dat vinden wij heel erg belangrijk. Ik heb nog wel een vraag. We hebben gevraagd om de versnelling. U geeft aan dat u een tweesporenbeleid gaat voeren, met gesprekken en met evalueren.

Kunt u de omvang daarvan vergroten zodat we zo veel mogelijk piekbelasters al in die tweede tranche kunnen meenemen? Wij denken namelijk dat snelheid geboden is, juist voor de PAS-melders.

Minister Schouten:

De bedragen die ik nu heb voor de opkoop liggen vast. Maar ik begrijp de vraag van mevrouw Prins, zeker als we zien dat er echt snel slagen te slaan zijn. Ik zal mij daartoe moeten verstaan met de minister van Financiën, want dan zouden we budgetten naar voren moeten halen. Als blijkt dat daar kansen zijn die we anders missen, dan wil ik wel met de minister van Financiën het gesprek aangaan over wat er mogelijk is. Dat is geen resultaatverplichting, maar de inspanningsverplichting ligt er.

Mevrouw Prins (CDA):

Dat is een begin, dank u wel.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 54.

Mevrouw Prins (CDA):

(…)

Ook de door de minister toegezegde versnelling en mogelijke uitbreiding van de tweede en derde tranche van de opkoop van de piekbelasters zijn een goed signaal voor het CDA.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over ontwikkelingen opkoopregelingen grootste piekbelasters stikstof (35.600) (T03104)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de opkoopregelingen van de grootste piekbelasters.


Kerngegevens

Nummer T03104
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 januari 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen opkoopregelingen
stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 34.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Dit is een verfijning van het voorgaande. Ik had specifiek gevraagd of er voorrang kan worden gegeven aan bedrijven die rondom heel kwetsbare, stikstofgevoelige natuurgebieden zitten zodat daar de problemen versneld opgelost worden. Zeker als de vraag groot is, zou dat de problemen nog weer sneller op kunnen lossen.

Minister Schouten:

We hebben aan de provincies gevraagd goed in beeld te brengen waar de piekbelasters zitten. Sommige provincies zijn daar zelf heel actief mee aan de slag. Dat gaat overigens vaak om provincies waar juist die kwetsbare gebieden liggen omdat het effect best groot is als je een piekbelaster opkoopt. De exacte stand van dit moment ken ik niet. We gaan nu ook niet zeggen: je moet eerst daar de piekbelasters weghalen en dan pas op een andere plek. We vragen wel aan provincies om echt te kijken naar de grootste piekbelasters, want dan heb je natuurlijk het meeste effect. Vaak heb ik daar ook voor nodig dat ik ze kan verplaatsen en dat is op dit moment gewoon niet het geval.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik snap het antwoord, maar ik denk dat we hier een beetje anders in zitten qua urgentie. Ik maak me ook zorgen in het kader van het verslechteringsverbod. Zonder dat er gedwongen uitgekocht kan worden, kun je de achteruitgang in de heel kwetsbare gebieden echt niet voorkomen.

Minister Schouten:

Er was ook de vraag: waarom die vrijwilligheid? De heer Van Rooijen vroeg daar ook naar. Als je die ervan af haalt, kun je dan sneller meters maken? De ervaring is dat als er gedwongen uitgekocht wordt het vaak langer gaat duren en duurder wordt. Partijen zeggen dan: ga maar eens bewijzen waarom ik hier weg moet. Dat kan jaren duren. Dan denk ik dat we gewoon moeten proberen om eerst dat goede gesprek te voeren met die mensen. Het gaat om mensen die daar gewoon legaal zitten; laten we daar ook duidelijk over zijn. Soms doen we weleens alsof piekbelasters iets heel erg fout doen, maar ze hebben daar gewoon een vergunning voor. Ze mogen dat doen. Maar dat kan op een andere plek misschien op een betere manier, zeker als je ziet welke opgave we voor de natuur hebben. Als je gelijk begint met "verplicht" en "zo snel mogelijk", gaan heel vaak de luiken dicht. Het lijkt mij dus ook gewoon een slimme manier van werken als we het op deze manier doen.

De voorzitter:

Mevrouw Kluit, derde vraag.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Deze redenatie snap ik ook. Het hoeft van mij niet meteen op tafel, maar tegelijkertijd is het een instrument dat kan helpen om bedrijven de tweede tranche in te krijgen en een zetje te geven. Mijn vraag is niet zozeer of het verplicht wordt of niet, maar om te prioriteren in de gebieden die het het hardst nodig hebben. Zo kunnen we voorkomen dat we verslechteren.

Minister Schouten:

Nogmaals, ik zie dat de provincies die daar nu het actiefst mee bezig zijn, ook de provincies zijn waar de gebieden er relatief niet zo goed voorstaan. Ik denk dus dat dit in de praktijk ook wel op die manier werkt. Maar ik zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen daarin, zodat u daar zelf ook kennis van kunt nemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging AERIUS-systeem uiterlijk oktober 2021 bijwerken en tot die tijd extra ruchtbaarheid geven aan een check voor de meest recente gegevens bij vergunningaanvragen (35.600) (T03118)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) en Schalk (SGP), toe dat er in oktober 2021 een nieuwe release van het AERIUS-systeem zal worden uitgebracht en dat zij voor die tijd met de provincies zal overleggen om ervoor te zorgen dat zij er ruchtbaarheid aan geven bij andere bevoegde gezagen dat er een extra check wordt gedaan, zodat de meest recente gegevens worden gebruikt bij de vergunningaanvragen.


Kerngegevens

Nummer T03118
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 juli 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden drs. T. Klip-Martin (VVD)
G. Prins (CDA)
P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen AERIUS
stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 27.

Mevrouw Prins (CDA):

(…)

In de beantwoording heeft de minister aangegeven dat het AERIUS-systeem in het najaar geschoond zal worden. De CDA-fractie ziet graag dat het AERIUS-systeem reeds voor de inwerkingtreding van deze wet geschoond is, dus zonder de leefgebieden en de andere gebieden die te klein zijn voor opname in de Natura 2000-gebieden. Kan de minister dit toezeggen?

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 29.

De heer Schalk (SGP):

(..) Dat was de eerste vraag. De tweede gaat over het stukje dat ze nu heeft aangegeven. Sommige gebieden zijn nog niet goed aangegeven. Als je dan een vergunning wilt vragen, kan je bij het bevoegd gezag proberen aan te kaarten dat het verkeerd in het systeem staat. Maar dan heb je dus zelf wel een behoorlijke extra opgave, want dan moet jij, als burger, betere informatie hebben dan het bevoegd gezag op dat moment.

Minister Schouten:

(…)

Dan het tweede punt. Ik snap wat de heer Schalk zegt: je moet wel erg bijdehand zijn. Ik zal zorgen dat we daar meer ruchtbaarheid aan geven. Het gaat er niet om dat je zelf moet weten of de kaart aangepast moet worden, maar je kan gewoon de vraag stellen aan het bevoegd gezag: is dit een actuele kaart? Als het bevoegd gezag zegt "nee, het kan zijn dat die binnenkort wordt aangepast", kan je vragen om daar rekening mee te houden bij de vergunningaanvraag. Dus de extra check die je zelf moet doen, is de vraag stellen aan het bevoegd gezag: is dit een actuele kaart? Op het moment dat je al AERIUS in gaat, dan zijn het vaak wel de mensen die er verstand hebben die je daarbij helpen en weten wat er speelt.

De heer Schalk (SGP):

We hebben nogal veel bevoegde gezagen. Die kunnen allemaal op een andere manier gaan antwoorden. Krijg je dan geen rechtsongelijkheid?

Minister Schouten:

In ieder geval zijn de provincies degenen die de kaarten moeten aanpassen. Ik zal ook met de provincies overleggen om te zorgen dat zij er ruchtbaarheid aan geven bij andere bevoegde gezagen dat die check moet worden gedaan. Ik snap de vraag heel goed, maar ik wil echt even het maatwerk leveren, zonder dat ik nu in de problemen kom met de release van AERIUS, want dat wil ik ook niet fout laten gaan.

De voorzitter:

De heer Schalk, tot slot.

De heer Schalk (SGP):

Dat is een duidelijke toezegging, volgens mij. Dank u wel.

De voorzitter:

Voor de Handelingen.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 50.

De heer Schalk (SGP):

(…)

Ten aanzien van de zoekgebieden heeft de minister toegezegd dat de provincies zullen reageren op vergunningaanvragen op basis van de werkelijkheid, ook als de AERIUS-kaarten nog niet op orde zijn.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 8.

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

(…)

Voorzitter. Ik moet even als toevoeging zeggen dat ik net, voordat we weer begonnen, nog een appje kreeg dat er veel hexagonen zijn die wel tellen in dit AERIUS-systeem, maar die volledig buiten de Natura 2000-gebieden vallen. Hoe gaat de minister bewerkstelligen dat die twee werelden dichter bij elkaar worden gebracht? Er wordt een kennisprogramma opgezet om tot een verbeterd meet- en rekensysteeminstrumentarium te komen. Dat is mooi. Maar wat het AERIUS-systeem betreft, is hier echt wel sprake van bloedspoed. Hoe gaat de minister bewerkstelligen dat bij het toegezegde verbeteren van AERIUS wel het allerhoogst mogelijke tempo wordt ingezet? Ik zou daar graag een toezegging van de minister over horen.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 28-29.

Minister Schouten:

(…)

De heer Schalk vraagt ook naar de zoekgebieden. Dat is een vraag die door veel partijen is gesteld, hoe het nou zit met die zoekgebieden in het AERIUS-model. Ik vind het relevant om daar goed op in te gaan. Ik zei net al tegen mevrouw Faber dat er tot 2017 eigenlijk te weinig Natura 2000-gebied in kaart is gebracht, dus ook in de systemen gezet, zodat je daar met je vergunningverlening goed op kon acteren. Daarna is een soort van voorzorgsbeginsel gehanteerd.

Daar waar het nog niet helemaal zeker was of een gebied stikstofgevoelig was, is het eigenlijk als een soort zekerheid in het AERIUS-model opgenomen. Dat zijn we nu allemaal aan het preciseren, want we willen niet dat daar een te grote buffer zit, hoe logisch dat ook is uit een soort voorzorgsprincipe. Je wilt dit zo nauwkeurig mogelijk in beeld hebben.

De vraag bij verschillende partijen hier is nu: kun je nu niet heel snel dat AERIUS-systeem exact laten samenvallen met de kaarten waarop is aangegeven waar die stikstofgevoelige gebieden zijn? Daar zijn we mee bezig, en ik zou dat liever vandaag dan morgen gerealiseerd hebben. Ik heb daar alleen ook nog informatie van de provincies voor nodig en die heb ik nog niet allemaal. Ik wil dit wel in één keer goed doen. Want als ik het weer allemaal hapsnap ga doen, neemt het risico op fouten weer toe. Dan krijg je ook weer allerlei discussies, wat de onzekerheid doet toenemen. Ik wil dit dus gewoon in één keer goed doen. Er staat een nieuwe release, zoals wij dat noemen, van AERIUS gepland in oktober. Nu hoor ik u zomaar zeggen: dat duurt te lang. Dat snap ik ook. Want als je gewoon een vergunning wil aanvragen, dan wil je gewoon eigenlijk nu weten wat de situatie is zodat je daar goed mee kunt omgaan.

Daarom zou ik het volgende willen voorstellen en toezeggen. Ik heb al gekeken of de release van AERIUS eerder kan, maar dan wordt het risico op fouten echt groter. Dat wil ik voorkomen, want van heen en weer aanpassen wordt niemand beter. Ik kan me wel voorstellen dat als iemand nu een vergunning aanvraagt en dat in AERIUS moet laten zien, maar twijfels heeft of die kaart up to date is, hij dat bij zijn bevoegd gezag kan aangeven en zal vragen: wordt die kaart nu snel aangepast — want daar hebben we de gegevens over — en wat betekent dat voor de vergunningverlening? Dan kunnen we op dat moment dat maatwerk leveren, zodat we in dat geval, voor die vergunning, kunnen rekenen met de goede situatie. Dan heb ik het nog niet helemaal in het model doorgevoerd, maar wordt er in de werkelijkheid wel op die manier mee gewerkt. Daarmee voorkom ik dat ik nu heel snel allerlei aanpassingen doe en het misschien straks weer moet gaan corrigeren, omdat het toch nog niet helemaal volledig is, en wordt in de praktijk wel met het juiste kader gewerkt. Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel.

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 54.

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

(…)

De VVD-fractie is blij met uw toezegging over het AERIUS-systeem, het opschonen. Wij begrijpen dat dat tempo niet hoger kan, maar dat de nieuwe versie in oktober klaarligt en dat papier en werkelijkheid dan overeen gaan komen. Dat is niet alleen belangrijk omdat zaken natuurlijk gewoon moeten kloppen als je dit soort systemen gebruikt, maar ook omdat dit de enige manier is om draagvlak voor de maatregelen te krijgen.


Brondocumenten


Historie