33.046

Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW



Met dit wetsvoorstel wordt de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de fiscale wetgeving aangepast. De AOW-leeftijd én de pensioenrichtleeftijd in de fiscale wetgeving worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Dit betekent dat de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 gaat en in 2025 waarschijnlijk naar 67. De pensioenrichtleeftijd in het fiscale kader wordt per 1 januari 2013 verhoogd naar 66 jaar, en per 1 januari 2015 verder verhoogd naar 67 jaar. De fiscale aanpassingen omvatten verder ondermeer een verhoging van de AOW-inbouw in het werknemerspensioen, almede daarvan afgeleide wijzigingen in de opbouwruimte van de derde pijler, de fiscale oudedags-reserve en het deelnemingsjarenpensioen. Het AOW-pensioen zal vanaf 2013 tot en met 2028 extra worden verhoogd. Ook zal de mogelijkheid worden geïntroduceerd om het AOW-pensioen eerder of later te laten ingaan.

De regering verlengt met dit wetsvoorstel de Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) voor mensen die geboren zijn vóór 1 januari 1956, opdat zij die voor het eerst te maken krijgen met de verhoging van de pensioenleeftijd, op deze manier tot en met 2021 in aanmerking blijven komen voor IOW tussen einde WW- of loongerelateerde WGA-uitkering en de aanvang van het AOW-pensioen.

Het voorliggende wetsvoorstel maakt twee wetsvoorstellen (32.767 en 31.774) overbodig. De regering heeft deze voorstellen op 9 december 2011 ingetrokken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.046, A) is op 7 februari 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit wetsvoorstel bij brief van 11 juli 2012 (EK 33.046, H) ingetrokken.


Kerngegevens

ingediend

12 oktober 2011

titel

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling van de levensverwachting van de pensioenleeftijd, extra verhoging van het AOW-ouderdomspensioen en introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen desgevraagd geheel of gedeeltelijk eerder of later te laten ingaan (Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Documenten

40