35.223

Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd



Dit voorstel voorziet in de uitwerking van de door het kabinet-Rutte III in overleg met de sociale partners in het principeakkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel afgesproken maatregel dat de AOW-leeftijd vanaf 2020 minder snel wordt verhoogd. Dit houdt in dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel zal stijgen en in 2024 op 67 jaar zal uitkomen.

In lijn met deze temporisering van de verhoging van de AOW-leeftijd worden ook de voorwaarden aangepast waaronder in de tweede pijler in aanvulling op het ouderdomspensioen een fiscaal gefaciliteerd deelnemingsjarenpensioen kan worden opgebouwd. Ook zijn in dit wetsvoorstel de dekkingsmaatregelen opgenomen waartoe het kabinet heeft besloten.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (TK, 2) is op 20 juni 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.

Tegen: PVV en FvD.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 juli 2019 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: SGP, ChristenUnie, VVD, FVD, GroenLinks, PvdA, CDA, 50PLUS, SP, D66, OSF en PvdD.

Tegen: PVV.


Kerngegevens

ingediend

17 juni 2019

titel

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Wet versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd en de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met temporisering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd (Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
  • 2. 
    In afwijking van het eerste lid:
  • a. 
    treedt artikel II, onderdelen A en D, in werking met ingang van 1 januari 2022;
  • b. 
    treedt artikel II, onderdelen B en E, in werking met ingang van 1 januari 2023;
  • c. 
    treden artikel II, onderdelen C en F, en artikel V, onderdelen A, E, F, G, H, I, J, K en L, in werking met ingang van 1 januari 2024.

Documenten

31