Eerste Kamer akkoord met verhoging AOW-leeftijd



Na een urenlang debat met minister Kamp van SZW is de Eerste Kamer woensdagnacht omstreeks half 1 akkoord gegaan met het wetsvoorstel om vanaf 1 januari 2013 de AOW-leeftijd geleidelijk aan te verhogen tot 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023 en vervolgens te koppelen aan de levensverwachting. Bij een hoofdelijke stemming bleken 37 senatoren van de fracties van VVD, CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks en SGP voor en 31 senatoren van PvdA, PVV, SP, OSF en 50PLUS tegen.

Het debat werd zeer tegen de zin van oppositiepartijen PvdA en SP gehouden. Op maandag hadden de fracties nog allerlei vragen gesteld aan de minister naar aanleiding van een informatiebijeenkomst met uitvoerders van de AOW en de daaraan gekoppelde aanvullende pensioenen. De antwoorden waren dinsdagmorgen om 3 uur afgeleverd bij de Eerste Kamer. Dat was precies zes uren voordat het AOW-debat zou beginnen

PvdA-woordvoerder Noten diende een motie in waarin staat dat 'de korte tijd die beschikbaar was voor behandeling onwenselijk is'. Minister Kamp wees de motie van de hand met een verwijzing naar de val van het kabinet en de noodzaak om snel maatregelen te nemen om tot een begroting voor 2013 te komen met een tekort onder de 3% BBP. De Eerste Kamer nam de motie aan met de stemmen voor van de fracties van PvdA, PVV, SP, OSF en 50PLUS.

SP-senator Elzinga vond dat de geschatte opbrengst van de AOW-maatregel van 145 miljoen euro in 2013 ook gevonden kan worden door de mensen met de hoogste vermogens extra te belasten. Volgens senator Elzinga is er geen maatschappelijk draagvlak voor het zo snel invoeren van de verhoging van de AOW-leeftijd en is invoering ook niet verstandig in een tijd van economische recessie. Minister Kamp stelde hier tegenover dat de maatregel leidt tot een verhoging van de werkgelegenheid met 70 tot 80.000 banen.

Mild was de minister voor een motie van GroenLinks-senator Thissen. In deze motie wordt gevraagd om een onderzoek in te stellen om te komen tot een betere overgangsmaatregel voor mensen met alleen AOW en/of een klein aanvullend pensioen dan wel een klein vermogen. Minister Kamp zegde dit onderzoek toe al meende hij wel dat de al afgesproken overgangsregeling voldoende soelaas zal bieden. Na deze toezegging trok senator Thissen zijn motie in.

Een motie van PvdA-senator Noten waarin de regering wordt verzocht voor 1 januari 2013 een tijdelijke flexibele AOW te introduceren die gelijk loopt met de AOW leeftijd en die afloopt in 2023 werd door de minister ontraden, omdat de geschatte opbrengst van 145 miljoen euro in gevaar zou komen. "Ik voel mij gebonden aan het begrotingsakkoord", zei de minister. Senator Thissen van GroenLinks verwees naar een motie Klaver die de Tweede Kamer heeft aangenomen en waarin om een onderzoek naar de mogelijkheid van een flexibele AOW wordt gevraagd. De minister zei dat hij zich nog moet beraden over de invulling van deze motie en dat hij de Tweede Kamer hier kort na het zomerreces over zal informeren. Senator Thissen gaf aan overtuigd te zijn door wat de minister over de motie Klaver heeft gezegd en gaf dan ook geen steun aan de motie-Noten. Bij de stemming verwierp de Eerste Kamer de motie. Alleen PvdA, SP, OSF en 50PLUS stemden voor.

Een derde motie-Noten waarin staat dat het om fiscale redenen niet mogelijk is om per 1 januari 2013 het pensioen gelijktijdig te laten uitkeren met de datum van ingang AOW werd aangenomen. De motie overweegt dat het gelijktijdig uitkeren tot onduidelijke situaties voor zowel pensioenuitvoerders als burgers leidt. Vervolgens verzoekt de motie de regering in dit verband het zogenaamde doorwerkvereiste te laten vervallen.

Minister Kamp verwees deze motie door naar het debat over het Belastingplan 2013 in het najaar. Volgens hem gaat de motie van onjuiste veronderstellingen uit. Maar de meerderheid van de Eerste Kamer schaarde zich achter de motie. Niet alleen PvdA, SP, OSF en 50PLUS stemden voor, maar ook GroenLinks en PVV.

Ook een vierde motie van PvdA-senator Noten vond geen genade in de ogen van de minister. Deze motie verzoekt de regering te bevorderen dat de beëindiging van een arbeidsovereenkomst van rechtswege gelijk zal zijn aan de pensioenrichtleeftijd, dat wil zeggen per 1 januari 2014 gelijk aan 67 jaar. Volgens minister Kamp is het aan de sociale partners om tot afstemming te komen van de data waarop de AOW ingaat en het aanvullend pensioen. Met dezelfde stemverhouding als bij de vorige werd ook deze motie aanvaard.

Koppeling

De woordvoerders van CDA en VVD zeiden in het debat dat het tijd wordt dat er wat wordt gedaan aan de AOW-leeftijd. Senator Van Rey (VVD) zei dat deze sinds de invoering in 1957 al 55 jaar onveranderd is gebleven, terwijl destijds al in de toelichting bij de wet stond dat er een koppeling met de levensverwachting zou moeten komen. CDA-senator Hoekstra had enige zorg over de mogelijkheid die de wet biedt om allerlei uitvoeringsmaatregelen te treffen bij Algemene Maatregel van Bestuur. Minister Kamp zegde toe dat hij zo kort mogelijk deze delegatiebepaling in de wet zal laten staan.

Senator Nagel (50PLUS) beoordeelde minister Kamp als 'onbuigzaam en star'. Tot zijn schrik vernam hij dat de minister ook in een nieuw kabinet beschikbaar is voor de portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid.

ChristenUnie-senator Kuiper vroeg aandacht voor de paradox nu steeds meer ouderen werkeloos zijn, terwijl op de langere termijn er sprake is van arbeidsschaarste. Ook vroeg hij een langere termijn voor ouderen met alleen AOW om een lening die zij als inkomensoverbrugging sluiten terug te betalen. Waarom niet in een jaar terugbetalen in plaats van een half jaar, vroeg de ChristenUnie-senator.

Senator Scholten (D66) vond de verhoging van de AOW-leeftijd van 'historisch' belang. Zij wees erop dat D66 al zes jaar geleden in het verkiezingsprogramma had staan dat de AOW leeftijd omhoog moest.

Verbijsterend

Senator De Lange (OSF) vond het verbijsterend dat de minister de inkomensproblemen die opdoemen afschuift naar pensioenuitvoerders "die toch al in zwaar weer verkeren". Senator De Lange vond het ook schrijnend dat met de organisaties van ouderen helemaal geen voerleg is gevoerd.

Senator Nagel (50PLUS) verweet de minister dat hij een eerder aangekondigde verhoging van de AOW uitkering met 0,6% per jaar weer had ingetrokken. Net als de senatoren Elzinga en Noten verweet senator Nagel de minister dat hij geen poging had gedaan de sociale partners in te schakelen bij het Begrotingsakkoord, terwijl hij eerder met hen een Pensioenakkoord had gesloten. De minister betoogde dat de tijd heeft ontbroken, maar dat hij zijn best zal doen de relatie met de sociale partners te herstellen.

Namens de fractie van de PVV betoogde senator Klever dat het veel gemakkelijker was geweest om tot een lager begrotingstekort te komen als aan alternatieve bezuinigingen was gedacht, zoals korten op de immigratie van kansarme migranten en korten op de Europese uitgaven. Senator Klever wees erop dat meer dan 50% van de bijstandsuitkeringen wordt verstrekt aan Nederlanders van allochtone afkomst.


Deel dit item: