Impressie Algemene politieke beschouwingen 2013



"Met minder overheidsuitgaven valt een betere samenleving te bouwen." Dit zei senator Brinkman (CDA) aan het begin van de Algemene Politieke Beschouwingen die op dinsdag 30 oktober plaatsvonden in de Eerste Kamer. Hierbij was vrijwel het voltallige kabinet aanwezig en werd namens het kabinet het woord gevoerd door minister-president Rutte. In het debat kwam meermaals het begrotingsakkoord (Herfstakkoord) aan de orde dat het kabinet onlangs sloot met D66, SGP en de ChristenUnie.  Ook werd er gesproken over de positie van de Eerste Kamer en de invulling van het begrip participatiesamenleving.  Tijdens het debat werden negen moties ingediend, waarvan er drie werden aangenomen.

Niet inbesteden, maar overlaten

Senator Brinkman (CDA) gaf in zijn bijdrage aan dat het CDA niet wil dat de gaten in de overheidsboekhouding steeds met extra belastingen worden gedicht. Er moet volgens Brinkman juist worden ingezet op minder overheidsuitgaven: "Minder, is ons antwoord. Niet inbesteden, maar overlaten." Volgens Brinkman is het goed dat er een akkoord is, maar brengt dit akkoord wel onwenselijke gevolgen voor de samenleving met zich. De senator sprak hierbij met name over de zware lasten voor middeninkomens.

Maatregelen die nodig zijn voor de toekomst

Volgens senator Hermans (VVD) is het de opdracht van de politiek om maatregelen te nemen die nodig zijn om welvaart in de toekomst veilig te stellen. Hermans haalde daarbij de positieve kant van de Nederlandse overlegmentaliteit aan: "Als geboren polderaars moeten we daarin kunnen slagen". Hij prees de ChristenUnie, D66 en SGP dat zij "hun nek hebben durven uitsteken voor pijnlijke maatregelen." Naast het terugdringen van overheidsuitgaven is het volgens Hermans ook nodig dat de overheid als geheel een stapje terug doet en ruimte laat aan initiatieven uit de samenleving zelf. 

Ook senator Barth (PvdA) waardeert de verantwoordelijkheid die de drie oppositiefracties hebben willen nemen. Om het land uit de crisis te halen, is volgens Barth vooral politiek-bestuurlijke samenwerking en (consumenten-)vertrouwen nodig.  Dit is zonder Europese samenwerking ondenkbaar. Barth benadrukte dat het principe van actieve burgerparticipatie goed te combineren is met het belang van een verzorgende overheid.  Ook deed de senator de suggestie aan minister-president Rutte om een persoonlijke conferentie te organiseren om het stigma bestrijden dat bestaat over mensen met verstandelijke handicaps of psychische stoornissen.

Geen vertrouwen in het kabinet

Senator De Graaff (PVV) gaf aan dat hij, evenals bij de Algemene Politieke Beschouwingen van 2012, geen enkel vertrouwen heeft in dit kabinet. De gevolgen van de huidige bezuinigingen worden volgens de senator zeer zwaar gevoeld in de samenleving. De senator riep de regering op maatregelen te nemen die burgers weer hoop geven voor de toekomst. Ook uitte De Graaff kritiek op de toegenomen immigratie van inwoners van landen uit de Schengen-zone, zoals Bulgarije.

Senator Kox (SP) stelde dat het huidige kabinetsbeleid, ook na het recente herfstakkoord, niet bijdraagt aan crisisherstel. De rijksbegroting dient volgens Kox meer gericht te zijn op werkloosheidsbestrijding, sociale rechtvaardigheid en duurzame economische groei.  Senator Kox stelde dat de adviezen van de Raad van Europa serieus moeten worden genomen, ook als ze Nederland niet goed uitkomen. Kox bekritiseerde de voorgenomen bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking als zijnde in strijd met de vorig jaar aangenomen motie-Kox.  Ook vroeg hij om reactie op vorig jaar aangenomen motie-Vliegenthart. De minister-president gaf aan dat die zeer spoedig volgt.

Senator Nagel (50PLUS) stelde dat het kabinet Rutte II onvoldoende aandacht besteedt aan het AOW-gat dat mensen ervaren omdat de AOW-leeftijd wordt verhoogd en de positie van alleenstaande AOW'ers.  Ook bekritiseerde Nagel de accijnsverhoging op drinkwater en vroeg hij wanneer er een nieuw pensioenvoorstel zal komen. 

Senator Koffeman (PvdD) betoogde dat de inzet van arbeid momenteel wordt ontmoedigd in plaats van gestimuleerd en vroeg waarom het kabinet niet actiever inzet op de verlaging van loonkosten. Koffeman betreurde dat dit punt in het Herfstakkoord niet breder aan de orde is gekomen. Ook vroeg hij het kabinet om met kracht afstand te nemen van de afluisterpraktijken van de Amerikaanse NSA en om op te komen voor klokkenluiders die dit soort misstanden aan het licht brengen. 

Herfstakkoord

Senator Van Boxtel (D66) stelde dat het Herfstakkoord Nederland weer vooruit kan helpen en een politieke patstelling heeft voorkomen. Van Boxtel stelde dat D66 wel constructief oppositie blijft voeren op terreinen die niet direct de begroting raken, zoals de kwaliteit van onderwijs, de herwaardering van cultuur en het terugdringen van repressief beleid. Ook moet er volgens Van Boxtel zwaar worden ingezet op een betere aansluiting van afgestudeerden op de arbeidsmarkt.

Ook senator Kuiper (CU) gaf aan dat hij blij is met het Herfstakkoord, omdat gelet op de algemene economische situatie kunnen het land zich niet kan permitteren om in een politieke impasse terecht te komen. Kuiper betoogde dat het kabinet goede keuzes maakt door de lasten op arbeid te verlagen, gezinnen te ontzien en de koopkracht omhoog te brengen. Dit is echter onvoldoende om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Ook uitte Kuiper zorgen over de gevolgen van bezuinigingen voor onder andere de rechterlijke macht en de krijgsmacht. Verder stelde de senator dat het belangrijk is om zeggenschap te houden over vitale infrastructuur, diensten en publieke voorzieningen.

Participatiesamenleving

Senator Thissen (GL) benadrukte het belang van de verzorgingsstaat en betwistte dat die met zich brengt dat mensen onvoldoende participeren. Thissen vroeg de minister-president te schetsen hoe "minder overheid-meer samenleving" moet worden geïnterpreteerd. Volgens de senator vormt de verzorgingsstaat juist een belangrijke basis voor de participatiesamenleving. Thissen pleitte voor een beleidsdebat in de Kamer over de verzorgingsstaat en de participatiesamenleving en zal met een initiatief hiervoor komen.

Senator Holdijk (SGP) merkte op dat het bitter is dat 'de participatiesamenleving' juist 'geïntroduceerd' in een periode van economische stagnatie of neergang. Ook betekent het volgens hem dat vrijwillige solidariteit de plaats gaat innemen van de van overheidswege afgedwongen solidariteit. Holdijk stelde dat de beoogde omslag van verzorging naar participatie zal moeten leiden tot minder overheidsuitgaven en -inkomsten. Het kabinet heeft volgens de senator echter helaas nog geen blijk gegeven van belastingverlaging. Volgens Holdijk was éen van de redenen van de Tweede Kamerfractie van de SGP om het Herfstakkoord aan te gaan,  dat hij zich anders genoodzaakt had gezien om tegen het Belastingplan te stemmen. Holdijk: "Die noodzaak ervaar ik op dit moment niet meer in die mate."

Nationale soevereiniteit

Senator De Lange (OSF) stelde dat het afdragen van budgettaire soevereiniteit aan Europa het onmogelijk maakt om de Nederlandse situatie los te zien van de Europese context. Nationale volksvertegenwoordigers en bewindspersonen hebben volgens De Lange weinig te zeggen over hoe de nationale economie en samenleving moeten worden ingericht. Door de budgettaire garanties die Nederland verstrekt aan Europese noodfondsen lopen volgens De Lange de budgettaire risico's voor ons eigen land steeds verder op. 

Positie Eerste Kamer

Senator Hermans (VVD) stelde dat de steeds sneller wisselende kiezersvoorkeuren er toe leiden dat de Eerste Kamer politiseert. De discussie over de verkiezing en de politieke rol van de Eerste Kamer wil Hermans graag heropenen.  Hij benadrukte dat in de aangekondigde notitie van minister Plasterk het totale stelsel moet worden bekeken. Senator Kox (SP) beaamde dat de discussie hierover moet worden gevoerd en drong er op aan dat dit in ieder geval in de Eerste Kamer zelf gebeurt.  Verder merkte hij op dat Eerste Kamer niet gebonden is áán het nieuwe akkoord, maar wel verbonden mét.

Senator Van Boxtel (D66) stelde dat de Eerste Kamer niet buiten haar boekje is gegaan en zich juist uitstekend aan haar taak houdt, zoals recentelijk bleek bij het debat over de pensioenwetgeving.

Senator Kuiper (CU) herhaalde dat het beter was geweest als het kabinet bij de formatie zichzelf al had verzekerd van een vruchtbare samenwerking met beide Kamers der Staten-Generaal. Hij vroeg de minister-president om dit element de betrekken in de notitie over de (politieke) rol van de senaat. De minister-president zegde dit toe en gaf aan dat de notitie zo mogelijk vóór zomer 2014 wordt gepresenteerd. Een eventuele opheffing van de Eerste Kamer wordt hierin niet betrokken, maar de notitie kan wel leiden tot staatkundige aanpassingen.

Kabinet steeds op zoek naar draagvlak

Minister-president Rutte gaf in zijn beantwoording aan dat het kabinet steeds zoekt naar een zo breed mogelijk draagvlak, met name binnen het parlement. Hij benadrukte dat hij zich beseft dat de Eerste Kamer niet gebonden is aan het regeerakkoord en dat er dus "geknokt" moet worden voor een meerderheid. Over de participatiesamenleving merkte hij op dat het er om gaat dat iedereen bijdraagt naar vermogen.  Rutte gaf aan dat dit geen opgelegde cultuuromslag is, maar een reeds bestaande trend die politici moeten ondersteunen. Hij zegde toe dat er binnenkort een toelichting komt op de wetgeving die voortvloeit uit de recente begrotingsafspraken. Het aftappen van bondgenoten door Amerikaanse veiligheidsdiensten keurt Rutte af. Hij stelde echter wel dat hij eerst de feiten duidelijk wil hebben, voordat er stappen worden gezet. Ook heeft de minister-president positief gereageerd op het initiatief van Duitsland en Frankrijk om hierover in overleg te treden met de Verenigde Staten.


Deel dit item: