Kamer neemt drie moties aan bij APB



De Eerste Kamer heeft dinsdag tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) drie moties aangenomen. Een daarvan roept de regering op snel met een pakket maartregelen te komen voor verdergaande CO2-reductie (motie-Strik). Een andere motie roept de regering op armoede onder kinderen te verminderen (motie-Kox). Ten slotte nam de Eerste Kamer een motie aan voor een evaluatie van maatregelen om de arbeidsparticipatie en inkomenspositie van mensen met een beperking te verbeteren (motie-Strik).

Op de tweede dag van de algemene politieke beschouwingen ging minister-president Rutte uitvoerig in op de vragen van de fractievoorzitters in de eerste termijn van het debat. De fractievoorzitters benutten hun tweede termijn vooral voor het indienen van moties. Naast de drie aangenomen moties werden twee moties aangehouden en drie verworpen.

Voorzitter Ankie Broekers-Knol opende de voortzetting van de algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer dinsdagochtend met een op rijm gestelde aansporing aan de minister-president: "De MP zal reageren/In het algemeen politiek debat/Zodat een ieder kan reflecteren/Heb ik daaraan nu wat gehad?"

Moties

De motie van senator Strik (GroenLinks) over het verlagen van de CO2-uitstoot werd met een zeer ruime meerderheid aangenomen; alleen de fractie van de PVV stemde tegen. De motie verzoekt de regering op korte termijn met een pakket maatregelen te komen dat leidt tot de benodigde emissiereductie om te voldoen aan de verplichtingen uit het Klimaatverdrag van Parijs. De CO2-uitstoot zou hiermee voor 2030 minimaal 49% lager moeten worden. Met de huidige kabinetsplannen wordt volgens het Planbureau voor de Leefomgeving maar de helft van de benodigde emissiereductie gerealiseerd. De regering liet het oordeel over de motie aan de Kamer over.

De Kamer steunde unaniem de motie van senator Strik (GroenLinks) om maximaal drie jaar na invoering van maatregelen om de arbeidsparticipatie te verbeteren van mensen met een beperking, arbeidsongeschikten en Wajongers een evaluatie te houden naar de effecten van die maatregelen op de inkomenspositie en de arbeidsparticipatie van deze groepen. De minister-president had de motie aanvankelijk ontraden maar na een wijziging door de indienster kon de regering ermee instemmen. De evaluatie vindt nu niet over drie jaar plaats, maar drie jaar na invoering van de voorgenomen maatregelen.

De Kamer nam met een zeer ruime meerderheid de motie aan van senator Kox (SP) om te komen tot een reductiedoelstelling voor structureel minder armoede onder kinderen. Van de twaalf Kamerfracties stemde alleen de fractie van de PVV tegen. Senator Kox constateerde in zijn motie dat een op de negen kinderen in armoede opgroeit, momenteel 378.000 kinderen. De in de motie niet nader gespecificeerde reductiedoelstelling dient de armoede onder kinderen daadwerkelijk te verlagen.

Twee moties werden aangehouden. Senator Barth (PvdA) besloot haar motie over een analyse van de maatschappelijke gevolgen van de aangekondigde verhoging van het lage btw-tarief aan te houden tot de Algemene Financiële Beschouwingen dinsdag 12 december 2017 in de Eerste Kamer met minister Hoekstra en staatssecretaris Snel van Financiën. De motie verzoekt de regering in overleg met betrokken sectoren te komen tot een analyse van de maatschappelijk gevolgen van der btw-verhoging. Daarbij moet expliciet aandacht worden besteed aan de positie van zelfstandige winkeliers in krimp- en grensregio's, de cultuursector en preventie van ongezond gedrag. De regering had de motie ontraden. Ook werd de motie van senator Kox (SP) aangehouden om te onderzoeken op welke punten de verplichtingen die voor Nederland voort zouden vloeien uit ratificatie van het VN-Verdrag tot afschaffing van kernwapens conflicteren met de Nederlandse verplichtingen onder het NAVO-verdrag. De minister-president ontried de motie omdat die in strijd zou zijn met onze NAVO-verplichtingen. De motie werd aangehouden om te kunnen worden besproken met minister Bijleveld van Defensie en minister Zijlstra van Buitenlandse Zaken. 

De Eerste Kamer verwierp drie moties. De motievan senator Schalk (SGP) die de regering vraagt onderzoek te doen naar herhaalde zwangerschapsafbreking werd nipt verworpen. De motie kreeg steun van de fracties van PVV, SP, CDA, ChristenUnie, OSF en SGP; de fracties van VVD, D66, PvdA, GroenLinks, 50PLUS en PvdD stemden tegen deze motie. De regering had het oordeel over de motie aan de Kamer gelaten. De motie van senator Faber (PVV) over het verbieden van alle islamitische uitingen en handelingen bij de politie kreeg alleen steun van haar eigen partij en van de SGP en werd met ruime meerderheid verworpen. De motie van senator Faber (PVV) die de regering verzoekt nader te onderzoeken of opbrengsten uit de certificering van halalproducten ingezet kunnen worden ter financiering van terroristische organisaties kreeg alleen de steun van haar eigen fractie.

Repliek Rutte

Openbaar bestuur

Premier Rutte ging uitgebreid in op de punten die ChristenUnie en VVD inbrachten met betrekking tot burgerbetrokkenheid, waarden en regelgeving. Volgens Rutte weten mensen heel goed van zichzelf wat voor hen het beste is. Daarop moet de relatie tussen overheid en burgers gebaseerd zijn. De regelgeving moet begrijpelijk, voorstelbaar, voorspelbaar en eenduidig zijn. Ten aanzien van burgerschap betoogde de premier dat mensen heel veel identiteiten hebben en dat hij ervoor wil waken om mensen aan te spreken op één identiteit. Dat zijn keuzes die mensen zelf maken, eronder liggen de waarden die onze samenleving verbinden. Mensen hoeven niet per se al die waarden te onderschrijven, maar als samenleving keren we ons tegen mensen die deze waarden ondermijnen.

De premier ging in op vragen van meerdere fracties over de passage in het regeerakkoord over de staatscommissie parlementair stelsel en de constitutionele toetsing. Dat laatste lokt ook een discussie uit over het tweekamerstelsel. Het kabinet heeft in het regeerakkoord een relatie gelegd tussen de mogelijkheid van constitutionele toetsing van wetsvoorstellen en de positie van de Eerste Kamer, wiens tak dat nu is. Rutte gaf toe dat het beter is in dit verband om te spreken over de gevolgen voor het gehele parlement, inclusief de Tweede Kamer. De Eerste Kamer kon leven met deze uitleg.

Rechtsstaat en veiligheid

In antwoord op de zorgen van de Kamer over de problemen bij de Nationale Politie, gaf de premier aan dat hij hoopte dat de Senaat af zou zien van een voorstel voor een parlementair onderzoek naar de Nationale Politie in ieder geval tot de voortgangsrapportage 2017 van de Nationale Politie voorligt. Met name senator Kox had mogelijkheid geopperd dat de Eerste Kamer een parlementair onderzoek zou instellen naar de wetsbehandeling van de totstandkoming van de Nationale Politie door regering en parlement. De minister-president hield er aan vast dat het niet zinvol is, mogelijk zelfs controproductief om in dit stadium een parlementair onderzoek te doen. Immers, de evaluatiecommissie Kuijken laat zien dat de herijking bij de politie positieve elementen had. Er ligt een aanbeveling om stap voor stap door te ontwikkelen. Met betrekking tot de vraag waarom de motie-De Graaf (om de politie weer onder te brengen bij de minister van Binnenlandse Zaken) niet is uitgevoerd antwoordde Rutte dat de bij de kabinetsformatie onderhandelende partijen een andere afweging hebben gemaakt. Er is technisch gekeken naar het terugbrengen van de politie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar uiteindelijk besloten om justitie en veiligheid bij elkaar te houden.

Sociaaleconomisch beleid

Op de zorgen van een aantal fracties dat de verhoging van het lage btw-tarief zal leiden tot vermindering van koopkracht bij de lage inkomensgroepen, antwoordde premier Rutte dat hij dit een eenzijdig beeld vindt. In het totale pakket van maatregelen gaan de meeste mensen er op vooruit. Naar aanleiding van de vraag of de Belastingdienst de maatregelen fiscaal kan uitvoeren, laat hij weten dat de Belastingdienst onlangs in een rapport heeft laten weten dat de maatregelen op zichzelf uitvoerbaar zijn, maar dat dit nog wel bij ieder voorstel apart wordt beoordeeld.

Onderwijs en zorg

Het geld (2,1 miljard euro) voor verpleeghuizen is gereserveerd en ook naar andere zorg, zoals thuiszorg, gaat meer geld, aldus de minister-president. Ook is hij het met senator Barth eens dat de coördinatie op de eerstelijnszorg blijvende aandacht vergt. Voor kansengelijkheid heeft dit kabinet extra geld uitgetrokken, antwoordde Rutte op vragen van senator Strik. In antwoord op zorgen van senator Barth over de toenemende laaggeletterdheid onder kinderen, liet de premier weten dat het kabinet zal doorgaan met het programma Tel mee met Taal.

Buitenlands beleid en defensie

In de Staat van de Unie heeft het kabinet uiteengezet waarom zij die samenwerking blijven zoeken, antwoordde Rutte aan de Kamer. Hij zei trots te zijn op een voorstel dat Nederland in EU-verband heeft gedaan om structuur- en cohesiefondsen meer conditioneel te maken. In antwoord op vragen van senator Kox erkende hij het belang van de Raad van Europa. Of het mogelijk was extra fondsen vrij te maken of te verschuiven vanuit de EU-bijdrage betwijfelde hij. Wel zegde hij toe bereid te zijn te kijken naar mogelijkheden. In antwoord op vragen van senator De Graaf hoe Nederland zich verhoudt tot de Frans-Duitse as, liet de premier weten dat die as op zichzelf functioneert en dat Nederland met beide landen goede contacten heeft. De as is relevant, maar Nederland heeft daarnaast een 3+3+3-concept opgezet om massa te kunnen maken binnen de EU (Benelux + Baltische staten + Scandinavische landen). Wat betreft de vraag van senator Ten Hoeve over de democratische rechtsstaat in Spanje, antwoordde de premier dat hij dit als een binnenlandse aangelegenheid van Spanje beschouwt. Op asiel- en migratiebeleid hanteert het kabinet een en/en-beleid, aldus de minister-president: en inzetten op bestrijding mensenhandel en -smokkel, en betere opvang in de regio en Europa, en tegengaan van de oorzaken van migratie, en bescherming en opvang van vervolgden. Over defensie zei hij dat het kabinet geen Europees leger wil, maar wel Europese samenwerking op defensie dat het kabinet het geld voor de 2% NAVO-norm nog niet heeft, maar wel de ambitie en dat het kabinet zeer actief is in de lobby tegen kernwapens.

Klimaat en energie

Premier Rutte gaf aan dat de ambitie van het kabinet is dat Nederland over een aantal jaar toonaangevend is op het gebied van klimaataanpak. Het kabinet vindt het belangrijk te komen tot een CO2-arme economie, aldus de premier. Dit wil de premier bereiken door te sturen op CO2-reductie en te kiezen voor de meest kosteneffectieve mix van maatregelen, zodat met het beschikbare budget meer klimaateffect kan worden bereikt. Wat betreft de mestfraude liet de premier weten dat half december een brief naar de Eerste Kamer wordt gestuurd over de aanpak. Met betrekking tot de vraag over verduurzaming van de woningvoorraad en de taakverdeling bij de Omgevingswet, antwoordde Rutte dat de taakverdeling er is om dit in goede samenhang te doen, ook in samenspraak met gemeenten, regio's en provincies.


Deel dit item: